LANXESS focust op middelgrote markten
Luc Varigas Lanxess

LANXESS focust op middelgrote markten

Sector - Haven en logistiek

Het chemiebedrijf LANXESS nv is gebouwd op de logistieke slagkracht van de haven van Antwerpen. In een van de grootste chemieclusters van de wereld kan de onderneming nagenoeg al zijn basisgrondstoffen betrekken en meteen als afgewerkte producten ook verschepen naar klanten over nagenoeg de hele wereld. 

Na een periode van stevige herstructureringen klaart de lucht stilaan op voor de multinational. “LANXESS heeft het in de afgelopen jaren inderdaad soms niet makkelijk gehad in Antwerpen”, zegt gedelegeerd bestuurder Luc Varigas van LANXESS NV. “Maar in de volgehouden herstructurering van de groep hebben we onze dynamiek teruggevonden en ook de twee Antwerpse vestigingen in Kallo en Lillo geherpositioneerd. Onze derde vestiging in Zwijndrecht werd ingepast in de 50/50- joint-venture Arlanxeo met het Saudische Aramco.”

De Antwerpse haven zit opnieuw in een groeifase. Dat merk je aan de hernieuwde investeringsactiviteiten van de vele havengebonden ondernemingen. Niet in het minst ook bij LANXESS dat al sinds het begin van de jaren ­zestig van vorige eeuw actief is in de brede regio. LANXESS is de facto een spin-off van de multinational Bayer. Die zette in de expansiegolf van vorige eeuw een grote ­productie-eenheid neer in Lillo, nam de ­vestiging van Polysar Belgium in ­Zwijndrecht over en begon in 1973 rubberchemicaliën aan te maken in Kallo. In 2004 werden internationaal een aantal activiteiten van Bayer bijeengebracht in een nieuwe vennootschap die als LANXESS een eigen pad insloeg.

“Wij hebben al die jaren hard gewerkt om LANXESS ook in Antwerpen te integreren in de nieuwe groep”, zegt Luc Varigas. De Fransman kwam in 2010 naar de Scheldestad en fungeert sindsdien als country representative van LANXESS in België. Zeker zijn eerste jaren waren niet makkelijk. LANXESS diende nog een eigen marktpositie uit te bouwen en de prioriteiten vast te leggen. De chemiemarkt kwam in de uitlopers van de zware financiële crisis in een recessie terecht en diende zich te herpositioneren.

Vooral het vroegere Polysar Belgium in Zwijndrecht kreeg het als producent van butylrubber bijzonder moeilijk. De latente overcapaciteit op de markt en de prijzen wogen op de toekomst van de fabriek. “De deal die onze nieuwe topman, Matthias Zachert, opzette met het Saudische Aramco blijkt ondertussen een uitstekende zet”, aldus Luc Varigas. “De Saudi’s telden 1,2 miljard euro neer om 50% van onze ­rubberactiviteiten over te nemen. Daardoor kon de groep de uitstaande schuldenlast aanzuiveren en meteen ook nieuwe lijnen uitzetten. Onze fabriek van ­Zwijndrecht hoort sindsdien thuis bij Arlanxeo en heeft een eigen dynamiek ontwikkeld.”

Varigas stuurt sindsdien nog vijf productie-­eenheden aan die in Lillo en Kallo zo’n 900 mensen tewerkstellen. Met een omzet van zowat 650 miljoen euro behoort LANXESS nv mee tot de top van de Belgische chemie.

Hoe ziet het lopende boekjaar eruit?

Luc Varigas: “LANXESS doet het dit jaar uitstekend. De meeste van onze fabrieken draaien op een heel hoge productiecapaciteit. Ook in Antwerpen. We hebben ons opgewerkt tot een markt­leider op het vlak van de ­zogenaamde speciaalchemie. In 2016 realiseerde de groep een omzet van 7,7 miljard euro.” 

_Sector_Haven_Logistiek_Luc_Varigas_Lanxess

Onbedreigde marktleider

Een grimmige staking in Zwijndrecht trok in 2014 niettemin een harde kras door het imago van LANXESS in Antwerpen? 

Varigas: “Het conflict was een uitloper van de herstructurering die we als groep noodgedwongen dienden te ondergaan. De markt voor butyl­rubber zat helemaal vast en we dienden ons aan te passen. De deal met Aramco heeft uiteindelijk voor een uitweg gezorgd. Dat is nu net de kracht van LANXESS. Het is de ­strategie van onze Duitse ­topdirectie. Zij oriënteert LANXESS naar een aantal middelgrote markten waar wij ons als bedrijf kunnen opstellen als één van de marktleiders. We zoeken die middelgrote markten tussen de kleine nichemarkten en de grote multinationale omgevingen. De overname van het Amerikaanse Chemtura past perfect in dat beeld. Met Chemtura is LANXESS voortaan marktleider in de verkoop van brandvertragende additieven en smeermiddeladditieven.”

Mobiliteitsprobleem

In dit nieuwe elan van de groep wordt LANXESS evenwel nog altijd geconfronteerd met de latente handicaps van Antwerpen en België. Een wurgende mobiliteit, hoge energiekosten en loodzware personeelskosten bijvoorbeeld?

Varigas: “Dat klopt. Het zijn factoren die negatief wegen op de internationale concurrentie­positie van onze Antwerpse fabrieken. Ze kunnen de verdere ontwikkeling van onze activiteiten afremmen. Energie, en vooral elektriciteit, kost hier flink wat meer dan in het buitenland en ook de totale loonkost, dus niet meteen wat iemand verdient, ondergraaft mogelijke investeringen.  

Vooral de mobiliteitsproblemen vind ik persoonlijk ­echter heel erg bedreigend. Onze fabrieken draaien nu eenmaal op 100% voor de export. Ook binnen de groep zelf. Er gaat heel veel weg per schip, dat is het voordeel van de haven. Maar er rijden ook veel vrachtwagens naar Duitsland.  Vandaar dat vlotte verkeersverbindingen echt wel heel erg belangrijk zijn, ook voor onze pendelende medewerkers trouwens. Ik mag alleen maar hopen dat de eerste stappen die onlangs gezet zijn om de verkeersknoop rond Antwerpen te ontwarren finaal tot een vlotte supply chain zullen leiden. ­Antwerpen is in het verleden internationaal gegroeid dankzij de logistieke slagkracht van zijn infrastructuur. De chemie­cluster is samen met die van het Amerikaanse Houston of die van Singapore bijna uniek in de wereld. Het is alvast zaak om die snelle flexibiliteit niet verloren te laten gaan.”

 

In die chemiecluster is het aanbod aan jonge arbeidskrachten ondertussen heel erg beperkt?

Varigas: “Dat is inderdaad wel zo maar voorlopig hebben wij daar nog niet onder geleden. Ik ben alvast heel blij dat hier veel initiatieven genomen worden om de chemie als werkgever aantrekkelijker te maken. Organisaties als essenscia en Voka doen grote inspanningen om de carrièremogelijkheden in onze bedrijven in het zonnetje te zetten. Dat moet op termijn resultaten opleveren. Als Fransman ben ik overigens sterk onder de indruk van de business mindset die allerlei netwerken hier in de brede regio ontwikkelen. Industriëlen, universitairen, wetenschappers en ondernemers worden hier samengebracht in een omgeving waar zelfs Parijs een voorbeeld aan kan nemen.”

Sinds 2004 hebben we al meer dan 700 miljoen euro geïnvesteerd in onze Antwerpse sites.

België centrale rol

Het lijkt niet evident dat een Fransman zoveel lof uitbrengt over België? U spreekt trouwens uitstekend Nederlands.

Varigas: “Oh, jullie hebben wel meer van die aantrekkelijke raisons d’être. Neem nu jullie klimaat. Iedereen zal er spontaan vanuit gaan dat het hier altijd somber is, met regenweer. Dat is toch helemaal niet het geval? Het klimaat is hier in zijn wisselvalligheid best heerlijk. De mensen zijn heel erg gemotiveerd, werken keihard. Een buitenlander wordt hier bijzonder vriendelijk opgevangen. Iedereen spreekt drie tot vier talen. De ­quality of life is uitstekend. Maar toch. Uiteraard spelen ook wel enkele negatieve factoren mee. In België kan alles zo ongelooflijk ingewikkeld zijn. Niets is hier eenvoudig. Ik weet wel, het heeft allemaal met jullie historische ontwikkelingen te maken maar jullie structuren zijn erg moeilijk. Ik heb het als Fransman al zo moeilijk om iets geregeld te krijgen. Hoe moeten Chinezen zich hier dan wel voelen?”

Lanxess 
marktleider in speciaalchemie 

7.7 miljard euro omzet 2016
19.200 personeelsleden 
25 landen met een LANXESS-fabriek 
productie-eenheden in Antwerpen 
Lillo productie van caprolactam
Kallo glasvezel en rubberchemicaliën 
Zwijndrecht joint-venture met Aramco 
Arlanxeo productie van synthetische rubber 

LANXESS is blijkbaar stevig verankerd in het land?

Varigas: “Sinds LANXESS in 2004 operationeel werd, hebben we al meer dan 700 miljoen euro geïnvesteerd in onze Antwerpse sites. Daarvan liefst 300 miljoen euro in Lillo. We hebben onze infrastructuur onafgebroken versterkt en uitgebreid. We hebben daardoor een geïntegreerd productiecomplex gebouwd dat in onze hoofdzetel in Keulen effectief mee tot de ruggengraat van de groep wordt beschouwd. We gaan door op dat elan. Dit jaar trekken we opnieuw 25 miljoen euro uit voor verdere efficiëntie­verbeteringen in de plastic productieketen van Lillo. Het is overigens opmerkelijk dat drie van de vier topmannen van onze groep, ­Matthias Zachert incluis, aanwezig waren op de feestelijkheden voor 50 jaar caprolactam in Lillo. Voor het eerst in jaren wordt ook 10 miljoen euro geïnvesteerd in de verdere productontwikkeling van rubberchemicaliën in Kallo. Dat zegt alles over het belang dat in Keulen aan Antwerpen wordt gehecht.”

 

 

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels