Inertiecultuur
Herman Buyssens Polemieck

Inertiecultuur

Polemieck

De sociale partners verheerlijken ons sociaal overlegmodel als zou het de ideale formule zijn om het bedrijfsleven te organiseren, niet alleen voor de werkgevers en werknemers, maar ook voor de hele democratische maatschappij. Indien de formule enige tijd heeft gewerkt, dan is inmiddels duidelijk geworden dat haar houdbaarheidsdatum verstreken is.

De soap over het loonakkoord binnen de Groep van Tien is daarvan de culminatie, maar ook eerder is het failliet van dit model gebleken. Werkgeversorganisaties en vakbonden, die ten allen prijze het brugpensioen willen handhaven, tegen beter weten in, maar enkel en alleen om sluitingen en herstructureringen te faciliteren en een deel van het daaruit voortvloeiend passief over te hevelen naar de maatschappij, zijn daarvan een beschamend voorbeeld. Evenzeer het protest van de vakbonden tegen een aanpassing van de pensioenleeftijd aan de biologische realiteit van het mensenleven, met miskenning van het belang van de jeugd, bewijst het extreem materialistisch kortetermijndenken van de sociale partners.

De enige gemene deler die de sociale partners kunnen vinden, is de loonkost voor de werkgever en de return voor de werknemer vandaag. Niet morgen en overmorgen. Bij de vakbond is solidariteit een hol begrip geworden. Deze beperkt zich tot hogere vergoedingen te vragen voor uitkeringstrekkers en tegelijkertijd hogere lonen te vragen voor werknemers. Buitenlandse werknemers worden onder het mom van gelijk loon van de arbeidsmarkt verdreven, zonder dat de vakbonden de realiteit voor ogen willen zien dat er voor vele vacatures eenvoudigweg geen Belgen zijn omdat zij er de neus voor ophalen. Minimumlonen eisen van 2.300 euro per maand is goed, maar is dit de poort tot de arbeidsmarkt voor de vele ongeschoolden, die de statistieken van de RVA en de VDAB bevolken, tot zij naar het OCMW verhuizen?

Herman Buyssens

Het enige waartoe werkgevers- en werknemersorganisaties actueel in staat zijn, is het kissebissen over een mogelijke loonopslag van een fractie van een percent en de vraag hoe dat percent moet worden berekend. Wat een bloedarmoede, wat een miezerig spektakel.

Twee jaar terug heeft Minister Peeters van FOD WASO met veel bombarie de Wet Werkbaar en Wendbaar Werk op de rails gezet. Eén van de voornaamste topics was de door de evolutie van het bedrijfsleven vereiste flexibiliteit in de regelgeving in te voeren. Het kader daarvoor werd wel gecreëerd, maar de uitvoering overgelaten aan het veld. En er gebeurde niets of bijna niets. Vakbonden weigeren in het verhaal mee te stappen. Werkgevers willen wel, maar worden tegengehouden door de torenhoge loonbijslagen die zij moeten betalen om van het heilige nine to five af te wijken. Bedrijven zoals Decathlon verhuizen hun logistiek omdat zij in België geen nachtarbeid kunnen invoeren. Verstarring alom. Er is geen enkele politieke visie van vakbonden en werkgeversorganisaties. En de overheid kijkt toe en blijft in gebreke. Wanneer staan er echte staatslieden op, die eens heftig aan de boom schudden?

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels