Aartselaar, Kontich en Wilrijk zijn welvarende gemeenten met een hoge tewerkstellingsgraad. Hun ligging vlakbij Antwerpen is tegelijkertijd een zegen en een vloek. De huidige mobiliteitsproblematiek weegt enorm door op de leefbaarheid en de verkeersveiligheid. De burgemeesters van de drie gemeenten vragen om dringend werk te maken van een mobiliteitsbeleid voor de komende decennia.
STERCK. Wilrijk is geen zelfstandige gemeente maar behoort als district tot de stad Antwerpen. Wat zijn jullie bevoegdheden?
Kristof Bossuyt (districtsburgemeester Wilrijk): “Wilrijk telt 41.000 inwoners, het equivalent van een centrumstad. We hebben evenwel minder bevoegdheden dan een gemeente. De voornaamste budgetten en bevoegdheden betreffen het openbaar domein. We hebben daarnaast nog adviserende bevoegdheden vooral in het kader van sport, jeugd, cultuur, senioren en mobiliteit.”
STERCK. Hoe ziet het economisch landschap eruit in Wilrijk?
Kristof Bossuyt: “In Wilrijk zijn 3.570 ondernemingen actief, wat ongeveer 7 % uitmaakt van het totaal aantal ondernemingen in de stad Antwerpen. Samen genereren ze een omzet van 4,8 miljard euro en zijn ze goed voor een tewerkstelling van 20.400 mensen. In de industriezone Terbekehof vinden momenteel werken plaats in het kader van gescheiden riolering maar er wordt ook een mini-warmtenet aangelegd. De nabijgelegen bedrijven zullen warmte aangeleverd krijgen via afvalenergiecentrale ISVAG. Eén grote speler uit de bedrijvenzone gaat daardoor op jaarbasis 1 miljoen kubieke meter aardgas niet meer hoeven te verbranden. Naar bijkomende bedrijventerreinen is niet echt een vraag maar er is wel nood aan optimalisatie en valorisatie van de huidige zone.”
STERCK. Kan je de economische bedrijvigheid schetsen in Kontich dat in 1977 fuseerde met Waarloos?
Bart Seldeslachts (burgemeester Kontich): “Onze gemeente telt 21.000 inwoners. In Kontich zijn er circa 2.300 btw-plichtige ondernemingen. We beschikken over vier grote bedrijventerreinen – Satenrozen, Veldkant, Brouwersveld en Blauwe Steen – die zo goed als volledig zijn ingenomen. Nieuwe terreinen zijn niet meer voorhanden, beter invullen van huidige zones kan nog soelaas bieden. Er is wel altijd vraag naar bijkomende kmo-units. De nieuwbouwontwikkeling Gate 7 met een mix van labo’s, showrooms, kantoren en kmo-units speelt hier volledig op in. Kontich kent een jobratio van 121 %. Dat is een mooi cijfer. Daarnaast kampen we nog met een beperkte structurele werkloosheid.”
STERCK. Aartselaar stond vroeger bekend als het ‘Glazen dorp’ met heel veel tuinbouw en serres. Hoe ziet het economisch landschap er anno 2019 uit?
Sophie De Wit (burgemeester Aartselaar): “Aartselaar is eerder een kleine gemeente met 14.200 inwoners. De jobratio bedraagt 120 %, de aanwezige 1500 ondernemingen, verspreid over 13 kleinere en grotere bedrijventerreinen, zijn goed voor een tewerkstelling van 11.000 jobs. De werkloosheid in Aartselaar is bijzonder laag, het aantal leefloners is beperkt ook al vanwege ons activeringsbeleid. Langs de A12 zijn autobedrijven steeds prominenter aanwezig. Veel nieuwe opportuniteiten voor bijkomende industriezones zijn er niet, we proberen zoveel mogelijk de beperkte leegstand op te vullen.”
Lokale handelskernen
STERCK. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen op het vlak van de lokale handelskernen?
Seldeslachts: “Kontich beschikt over een zeer levendige handelskern, er zijn nog heel veel middenstanders met een ruim productenaanbod. Om de handelskern te bewaken wensen we geen detailhandel op de invalswegen in de ruime omgeving. We zetten ook in op een parkeerbeleid dat het centrum aantrekkelijk maakt. We zoeken momenteel naar een tweede parking waarover we in onderhandeling zijn met de federale overheid om een terrein aan te kopen. Mocht dit niet lukken dan overwegen we een ondergrondse parkeeroplossing.”
De Wit: “Wij zetten alle middelen in om de leefbaarheid van de kern te behouden. Bij nieuwe bouwvergunningen in de handelskern stimuleren we de vestiging van handelszaken op de benedenverdieping. Momenteel zijn we bezig met de herinrichting van ons centrum met participatie van de lokale handelaars. Als gemeente willen we de regie meer in handen nemen op het vlak van mobiliteit en parkeerbeleid. Wat betreft de vestiging van kmo-bedrijven beschikken we over een kmo-verordening met strikte bepalingen over oppervlaktes en bestemmingen om onze middenstand en detailhandel in de kern beter te beschermen.”
Bossuyt: “Uit de cijfers van de stad Antwerpen prijkt Wilrijk op de tweede plaats als beste handelscentrum met een gezonde mix van grote ketens en gespecialiseerde lokale handelaars. In Wilrijk kan je nog altijd gratis parkeren, op dat vlak voelen wij ons nog een Asterix & Obelix-dorp. Op het bist- en mastplein hebben we wel de ‘blauwe schijf’ ingevoerd. Met de baanwinkels in onze gemeente is de zondagsopening een aandachtspunt. De huidige zes zondagsopeningen worden nu bepaald in functie van de centrumwinkels maar dit soort winkels – genre IKEA – hebben op dat vlak heel andere noden. Tot een conflict hoeft dit echter niet te leiden.”
Om de lokale handelskern te bewaken wensen we geen detailhandel op de invalswegen in de ruime omgeving.
Wie heeft de oplossing voor A12?
STERCK. Wat zijn jullie verzuchtingen op het vlak van mobiliteit?
Bossuyt: “De mobiliteitsproblemen in de regio zijn gigantisch met als trieste koploper de A12, goed voor 55.000 autobewegingen per dag. Mobiliteit en verkeer kan je vergelijken met de bloeddoorstroming in het lichaam. Als een slagader – zoals de A12 – dichtslibt, dan is er een fundamenteel probleem. De huidige remedie – de verkeerslichtenregeling – is erger dan de kwaal. De doorstroming van het verkeer, voornamelijk van de zijstraten van de A12 en het kruisen van de A12 via de N177, verloopt bijzonder traag. Wachttijden in de zijstraten van soms meer dan 40 minuten zijn geen uitzondering. De bedoeling van het Agentschap Wegen en Verkeer met de nieuwe regeling was de verkeersveiligheid op de A12 te verbeteren maar we zien dat de verkeersonveiligheid alleen maar toeneemt. De frustraties hierover lopen heel hoog op.”
STERCK. Had AWV dan geen voorafgaande studies gemaakt over de effecten van de verkeerslichtenregeling?
De Wit: “Er wordt van bovenaf te veel vanuit een ivoren toren geredeneerd. De computermodellen van AWV houden helaas geen rekening met het menselijk gedrag. Als er op één plaats overtredingen gebeuren dan is het wel op de A12. De verkeerslichtenregeling was nog geen half uur van kracht of de eerste verkeersovertredingen waren al een feit, het sluipverkeer nam meteen toe, ook in onze dorpskern.”
STERCK. Wat zijn de gevolgen van de verkeersproblemen op de A12 voor de leefbaarheid en de economische bedrijvigheid?
Bossuyt: “De stilstand van auto’s en vrachtwagens is nefast voor de luchtkwaliteit en zorgt voor extra emissies in de omgeving. Ook economische gevolgen blijven niet uit. Ik hoor voorbeelden van bedrijven aan de A12 die een fysieke verplaatsing moeten maken naar de overkant van de A12 en bijna een uur kwijt zijn om slechts 900 meter te overbruggen. Klanten en leveranciers hebben moeite om bedrijven te bereiken en wijken uit naar andere locaties. Bij diverse ondernemingen raken vacatures niet meer ingevuld. Potentiële medewerkers willen niet aan de slag in een bedrijf dat slecht bereikbaar is. Het water zit aan de lippen van de bedrijven aan de A12. Er moét snel iets veranderen.”
De Wit: “De grootste frustratie als lokale overheid is onze onmacht. Voor burgers zijn wij het eerste aanspreekpunt als het gaat over de verkeersellende, maar helaas is onze beslissingsmarge zeer gering. De ganse problematiek heeft me de laatste maanden heel wat slapeloze nachten gekost. Wij hebben al diverse pistes gelanceerd – onder meer een noodbrug – maar er is nood aan een structurele oplossing. Minister Weyts heeft het dossier vorige legislatuur gereactiveerd. Er wordt nu een studie uitgevoerd rond de A12 waarbij ‘intunneling’ van gevaarlijke kruispunten tot de mogelijkheden behoort. Er moet nu een keuze gemaakt worden waar we decennialang mee verder kunnen.”
STERCK. Wat zijn de belangrijkste mobiliteitsproblemen in Kontich?
Seldeslachts: “Vier jaar geleden hebben wij de verkeerscirculatie in het centrum volledig gewijzigd wat het beste compromis was voor de middenstand en zelfstandigen. Voorts hebben wij de bewegwijzering van onze bedrijventerreinen aangepakt om het vrachtverkeer langs de juiste wegen te leiden. Wij hebben nog vier structurele opportuniteiten voor onze verkeersproblemen. In de eerste plaats wensen wij een doortrekking van de expresweg N171. Daaraan gekoppeld willen we een nieuwe ontsluiting maken voor het bedrijventerrein Satenrozen. Later in de tijd moet er een optimalisatie komen van het afrittencomplex aan de E19. Tenslotte wensen we nog een noordelijke verbinding rond ons dorp heen, vooral in functie van doorgaand verkeer en vrachtwagens.”