Jos Aerts
Jos Aerts

Jos Aerts

Karackter

Na een carrière van 43 jaar bij de gerenommeerde bouwgroep Van Roey gaat bestuurder Jos Aerts (65) werken aan wat hij het liefste doet … het netwerk van groep Van Roey onderhouden, jawel. Kortom: je kan hem uit het bouwen halen, maar het bouwen niet uit hem. Al moet hij eerst nog wel het grootste compromis uit zijn carrière sluiten; dat met zijn echtgenote. “Ik zal toch wat moeten zien dat ik mijn beloftes houd”, zegt hij, alvast klinkend op de toekomst met een blond abdijbier.

Jos Aerts startte in 1972, direct na zijn studies als technisch ingenieur, bij het familiebedrijf Van Roey dat toen in volle expansie was. Hij heeft er alle kansen gekregen en ook gegrepen en daar zijn zowel het bedrijf als hijzelf wel bij gevaren. 

Vroeger loste
één werkman met één werkbak alle problemen op een werf op

“Ik ben al vele jaren met onze visie en missie bezig, met netwerken en het zoeken naar alternatieve financieringsmethodes. De puur technische kant van de zaak was op den duur minder en minder aan mij besteed: daar hadden we zeer bekwame projectleiders voor. In de jaren negentig werkte elk lokaal bestuur nog met pure aanbestedingen waar de prijs zowat de enige doorslaggevende factor was. Midden jaren negentig werd er meer en meer met offerteaanvragen gewerkt waarbij andere criteria dan louter prijs meer aandacht kregen." 

"In het begin van deze eeuw werden dan de bouwteams geïntroduceerd waarbij vaak een plafondbudget met winstverdeling gold. En sinds 2005 zijn we ons meer en meer gaan toeleggen op publiek-private samenwerkingen (PPS). In 2002 hielden we daar al een seminarie over, in samenwerking met het toen net opgerichte Vlaams Kenniscentrum PPS en de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeente. Vanaf 2012 heeft o.a. de Vlaamse Confederatie Bouw allerhande provinciale symposia georganiseerd rond PPS. Om maar te zeggen dat we onze tijd eigenlijk ver vooruit waren (lacht).” 

Architect van de toekomst

Om in bouwtermen te spreken: Aerts is bij groep Van Roey een van de architecten van de toekomst geweest en introduceerde al termen als PPS of DBFMO (ontwerpen, bouwen, financieren, onderhouden, exploiteren) voor ze gemeengoed werden. Op die manier kon groep Van Roey zich specialiseren in het bouwen aan de toekomst met de lokale besturen als partner en zelfs in een zwaar concurrentiële markt door de crisis laveren. 

“De vraag van de overheden is tegenwoordig bijna altijd dezelfde: hoe kunnen we meerdere projecten realiseren binnen budget, timing en beleidsdoelstellingen zonder de eigen diensten en financiën te overbelasten?”, vertelt Aerts. “Wij hebben daar intussen al talrijke realisaties voor die als inspirerend voorbeeld kunnen dienen: het Europees hoofdkantoor voor AGC in Louvain-la-Neuve, de E-cube in Oostende, meerdere sites in het hart van Zoersel, be-MINE in Beringen, De Notelaar in Malle, verschillende Sportoase-sites, de Cultuurfabriek in Ieper (waar op de vroegere Picanol-site een academie en bibliotheek komen) of het winkelcomplex K in Kortrijk. Daar zorgde de overheid zelf voor de noodzakelijke openharttransplantatie die nodig was voor de revival van de kleinhandel in de binnenstad." 

"Tegenwoordig leidt dit in de meeste dossiers tot DBFMO-overeenkomsten, maar even vaak bouwen we publieke gebouwen in combinatie met bouwlagen die privé worden verkocht of verhuurd, of op gronden die verpacht worden voor een bepaalde looptijd en dergelijke meer. Op die manier wordt het een stuk betaalbaarder. Soms vertrekt een bouwheer ook van de omgekeerde vraag. Voor een woonzorgcentrum wordt bijvoorbeeld vooraf de dagprijs bepaald en van daaruit wordt dan terug gerekend wat het bouwbudget is en welke zorg hiervoor kan geboden worden. Kortom: de traditionele aanbestedingsvormen komen minder en minder voor.” 

Complex

Wie meer dan veertig jaar in het veld heeft gestaan met de laarzen aan, heeft de bouw ongetwijfeld bijna zienderogen zien veranderen. “Begin jaren zeventig was er nog veel te doen in infrastructuurwerken. De E19 en de E34 werden aangelegd, er moesten zeven, acht bruggen gebouwd worden. In die veertig jaar is de bouwsector alsmaar complexer geworden." 

"Er is de organisatorische dimensie van twee disciplines naar meerdere, er is de technische dimensie van 50 materialen naar - bij wijze van spreken - 5 miljoen soorten en er is de strategische dimensie waar we van enkelvoudige belangen naar talrijke belangen zijn gegaan. Dat vergt van alle partijen een heel andere benadering.”

“We deden in de beginjaren ook bijna alles zelf, terwijl we nu meer en meer met onderaannemers werken. Van Roey telde toen 20 bedienden en 500 arbeiders, nu zijn dat 294 bedienden en nog 400 arbeiders. Toen kon een werkman met één werkbak zowat alle problemen op de werf oplossen, nu zijn daar gesofisticeerde machines en bedrijven voor nodig. Maar elke ‘generatie’ heeft zijn charme.”

Relaties en netwerken

“In een sector als de onze zijn relaties, netwerken en vertrouwen enorm belangrijk. Het is belangrijk om een goede, langdurige relatie op te bouwen met je klanten. Voor een bedrijf als Umicore, het vroegere Metallurgie Hoboken, heeft groep Van Roey 40 jaar constant gebouwd. Ook met Brouwerij Moortgat hebben we intussen een relatie, net als met o.a. de familie Vanherpe (La Lorraine, Panos). Onze bouwheren zijn trouwens bedrijven die al wel eens de manager van het jaar hebben afgeleverd. Dat kan toch geen toeval zijn (lacht)." 

“Tegelijk merk ik dat bij heel veel administraties of ambtenaren de alternatieve financieringsmogelijkheden nog te weinig bekend zijn. Het komt er dus op aan om ze één voor één te overtuigen. Ik rijd daarom zowat heel Vlaanderen af met mijn roadshow (lacht). Het grote voordeel nu is natuurlijk dat we al een lange erelijst hebben. Het Sportoase-complex op de grens van Brasschaat en Schoten bijvoorbeeld. Dat verving het oud openluchtzwembad. Dankzij PPS hebben we een nieuw modern sport- en zwemcomplex gebouwd. Intussen blijkt dat er bijna 400.000 zwemmers per jaar meer komen. Zo’n cijfers zijn de beste verkoopsargumenten.”

Innovatief

Vandaag omvat groep Van Roey acht bedrijven: Van Roey, Staalbeton, Vastgoed, vanhout.pro, Sportoase, Maes, Nys-Driesen en Architon. “Van Roey is een bedrijf met een lange traditie. We bestaan dit jaar 275 jaar. We denken ook nog als een hecht familiebedrijf. Een onderzoek van Cobouw uit 2013 heeft trouwens aangetoond dat familiebedrijven gemiddeld beter presteren. Er was bij groep Van Roey ook altijd heel veel ruimte voor initiatief en in zo’n omgeving is het inspirerend om te werken. In de jaren zeventig onderscheidden wij ons vooral in uitvoeringstechnieken. In de jaren tachtig hebben we heel veel tijd, energie en geld gestoken in de eerste informaticatoepassingen. In de jaren negentig focusten we ons op offertevraag en bouwteam. In de jaren 2000 waren we als groep Van Roey trekker in Vlaanderen wat betreft PPS. Nu zijn we innovatief op veel vlakken, maar we hebben vooral een grote voorsprong in een alternatieve aanpak van dossiers, door PPS en DBFMO. Bouwen is voor ons meer een onderdeel van DBFMO.”

Stercke punten

“Ik ben altijd een people manager geweest. Ik geloof heel erg in het principe dat je ideeën en ontwikkelingen van beneden uit moet laten opborrelen in plaats van top-down. Bij groep Van Roey hebben we in de loop der jaren al meerdere brainstormsessies gehad, met of zonder externe begeleiding. Zo hebben we recent nog met 70 werknemers in kleinere groepjes nagedacht over onze ambitie en zo de visie tot 2022 uitgetekend. Net zoals een overheid voor haar projecten eerst een draagvlak moet creëren – kijk maar wat er fout gegaan is met Uplace – moet je dat ook binnen je bedrijf doen. Iedereen heeft zijn inbreng en voelt zich daardoor ook meer betrokken. Innovatie moet een opdracht voor elke medewerker zijn en deel uitmaken van je bedrijfscultuur. We geven daarrond ook interne workshops met alle projectleiders.”

Innovatie moet
een opdracht
voor elke medewerker
zijn

En nu?

“Ik stop als bestuurder bij groep Van Roey, maar op commercieel vlak blijf ik in overleg met het commerciële team toch nog actief, al zullen de deadlines voor het schrijven van visieteksten en dergelijke misschien wel wat opschuiven. Ik kan het gewoonweg niet loslaten. Vroeger heb ik wel wat gesport, maar dat sporten staat momenteel op een laag pitje. Ik vrees dus dat mijn werk ook een beetje mijn hobby is geworden en zal blijven. Mijn liefde voor techniek is ook altijd gebleven. Ontwerpen en bouwen en iets van nul zien tot stand komen, is bijzonder boeiend. Groep Van Roey beschouw ik echt voor een deel als mijn kindje. Er valt nu elke week wel een boek in de bus over PPS en andere alternatieve financierings- en samenwerkingsvormen. Al zal ik er ook op letten dat ik vooral wat meer thuis ben. Ik heb dat immers beloofd (lacht).”.

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels