Maandag 21 maart 2022, rond de middag, berichtten verschillende nieuwsapps over de nakende benoeming van Marc Overmars als nieuwe sportief directeur bij ‘den Antwerp’. Nog voor de club hierover kon communiceren op een persconferentie, regende het op sociale media reacties over de controversiële transfer. Antwerp maakte een owngoal door Overmars te snel een tweede kans te bieden en daarbij onverschillig te zijn voor de gevoeligheden van de betrokkenen.
Zonder al te diep in te gaan op de zaak Overmars, doet de publieke verontwaardiging me wel vragen stellen bij de wijze waarop we als maatschappij willen omgaan met mensen die zich hebben bezondigd aan grensoverschrijdend gedrag. Of meer in het algemeen, hoe we als maatschappij willen omgaan met mensen die strafbare feiten hebben gepleegd.
Zo boden in 2018 de twee experten die de hervorming van het Strafwetboek moesten voorbereiden hun ontslag aan, nadat er ingrijpende politieke wijzigingen aan hun ontwerptekst waren aangebracht. Er zou meer worden ingezet op gevangenisstraffen en recidivisten kregen minder uitzicht op de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dat terwijl de experten op basis van wetenschappelijke inzichten hadden aangetoond dat langdurige gevangenisstraffen een contraproductief effect hebben. De politiek bezweek echter onder de druk van het electoraat.
De publieke opinie wil immers strenge straffen, zoveel is duidelijk. De dader moet minstens zo veel lijden als het slachtoffer. Maar wat daarna? Willen we dat een Marc Overmars nooit meer in de voetbalsector aan de slag kan? Willen we criminelen uitsluiten van elke mogelijkheid tot rehabilitatie? Moeten daders voor eeuwig gebrandmerkt blijven en verstoten worden van de maatschappij of zijn we bereid hen opnieuw (onder voorwaarden) in de armen te sluiten?
Dader en slachtoffer hebben immers nog een rol te spelen in de maatschappij waarin ze allebei straks opnieuw rondlopen. We hebben er alle belang bij dat dit op een gemoedelijke manier gebeurt. Een tweede kans moet uiteraard ook verdiend worden. Er moet sprake zijn van schuldinzicht. Sommige daders hebben echter feiten gepleegd die dermate zwaarwichtig en brutaal zijn dat we als maatschappij getraumatiseerd zijn en enige rehabilitatie volstrekt uitgesloten is.
Niettemin is het vreemd dat we als kind worden aangeleerd om iedereen een tweede kans te gunnen, maar dat we die mildheid verliezen en vervallen in absoluutheden naarmate we ouder worden. Zou het niet omgekeerd moeten zijn? Zouden we als maatschappij – wijzer wordende met de jaren – niet moeten beseffen dat het ook anders kan en misschien wel moet?
Het staat buiten kijf dat er fouten zijn begaan bij de aanstelling van Overmars bij Royal Antwerp FC. Zoals een communicatieconsultant het stelt: het is een goed idee om de bladzijde om te slaan, maar je kan dit niet voor de betrokken stakeholders doen, je moet dit samen met hen doen. Maar dat een gezonde maatschappij op een gegeven ogenblik de bladzijde effectief omslaat, ook dat staat vast.