We moeten niet meer herhalen dat de rente vandaag op een dieptepunt staat. Ook verzekeraars worstelen met dat probleem. Bedrijfsleiders die een aanvullend pensioen opbouwen in een individuele pensioen toezegging (IPT) krijgen tegenwoordig via hun verzekeraar de melding dat de rente op de toekomstige stortingen in hun plan daalt. Bij de meeste verzekeraars daalt deze naar 1,5%. Heel wat bedrijfsleiders stellen dan ook de vraag of er geen alternatief is voor deze beperkte opbrengst.
De meeste verzekeraars bieden vandaag ook de mogelijkheid om geheel of gedeeltelijk de premies te beleggen in een al dan niet eigen, of extern beleggingsfonds. Uiteraard moet de klant beseffen dat er op dat gedeelte dus geen kapitaals-, noch rendementsgarantie bestaat en dat deze formule dus niet voor iedereen is weggelegd.
Indien je kort voor je pensioen staat, is dit zeker af te raden, maar heb je nog een lange loopbaan voor de boeg, dan valt het te overwegen om een gedeelte (bijvoorbeeld 50%) van de premies in tak 23 te investeren. Deze premies blijven ook fiscaal aftrekbaar binnen de fameuze 80%-regel.
Maar wat als de beurs zou dalen? Dan heb je er alle belang bij om vol te houden en te blijven sparen. Door regelmatig, en dat kan dan maandelijks of trimestrieel zijn, te storten in je plan, koop je op regelmatige basis, units van één of meerdere fondsen. In een dalende markt, koop je dus steeds meer units aan. Het is dus een kwestie van vol te houden. Het zijn juist die units die je op het einde van je loopbaan het meeste zullen opbrengen. Wens je op een bepaald moment toch uit je tak 23 te stappen, dan kan je altijd je reserves transfereren naar je tak 21-gedeelte.
Maar laat ons duidelijk zijn: het is niet voor iedereen weggelegd en spreiden is de boodschap! Laat je dus zeker goed begeleiden voor je aanvullend pensioen.
Paul Fornoville, is zaakvoerder bij Life Plan bvba, een onafhankelijk pensioenplanner voor zelfstandigen en ondernemers.