Innoveren om te exporteren
Wim Smet

Innoveren om te exporteren

Over de grenzen

Het Desselse familiebedrijf Smet Group is sinds 1900 gespecialiseerd in ondergrondse technieken. De afgelopen decennia diversifieerde de groep geleidelijk haar activiteiten en zette het verder in op internationalisering. Van Scandinavië en Antarctica tot het Midden-Oosten. “Export is geen keuze, het is een noodzaak”, zegt CEO Wim Smet, die als vierde generatie het bedrijf leidt.

De grote baas wordt in het bedrijf gewoon met de voornaam aangesproken. De 450 medewerkers noemt hij zelf consequent collega’s. Ligt het aan de familiale sfeer die er ondanks de schaalgrootte nog heerst, of is het Kempense bescheidenheid? Voor Wim Smet is er alvast één constante die als een rode draad door het bedrijf loopt: “Innovatie zit in onze genen. Nadenken over betere en meer creatieve oplossingen motiveert onze mensen. Het is onze drive. Al 115 jaar lang. Onze ingenieurs kicken op vernieuwing.”

Export is geen keuze, het is een noodzaak.

De activiteiten van Smet Group situeren zich op 4 domeinen: grondwatertechnieken, het boren van tunnels, gespecialiseerde funderingstechnieken en de bouw en het onderhoud van machines die in deze drie domeinen worden ingezet. Het zijn stuk voor stuk kapitaalsintensieve activiteiten waar grote machines en complexe technieken aan te pas komen. Een belangrijk element is puur vakmanschap, stielkennis en de ervaring van de boorspecialisten. Tegelijk ontwikkelt Smet Group ook nieuwe activiteiten die sterk inspelen op duurzame energie zoals in de geothermie. Daarbij wordt grondwater gebruikt om gebouwen en processen af te koelen of op te warmen, en eventueel zelfs elektriciteit op te wekken.

“Eigenlijk is Smet Group op zich een eenvoudig verhaal”, schetst Wim Smet.  “We zijn een ingenieursbedrijf dat inzet op innovatie. We zijn constant op zoek naar een technisch beter ontwerp of een vernieuwende toepassing die we in het ontwerp van een project kunnen steken. Ook in ons exportverhaal proberen we steeds iets te brengen dat lokaal als een meerwaarde wordt ervaren. Een creatieve oplossing voor een probleem.”

Smet Group was in eigen land onder meer betrokken bij de Diabolo-tunnel onder de luchthaven in Zaventem, de tunnelboringen voor de hogesnelheidstrein onder het centraal station van Antwerpen en de droogzuiging voor de Liefkenshoektunnel. In Loenhout realiseerde het voor Fluxus een boring van 600 meter diep voor ondergrondse gasopslag. In opdracht van het Niras gebeurde vorig jaar een verkenningsboring van 900 meter diep om de mogelijkheid tot diepteberging van nucleair afval te onderzoeken.

STERCK. Jullie zoeken in elk dossier naar een innovatieve invalshoek?

Wim Smet: “Begin deze maand hebben we de opdracht toegewezen gekregen voor de renovatie van een aantal kaaimuren in de Antwerpse haven. Daarbij heeft de bouwheer onder meer voor ons gekozen omdat ons voorstel beter is op vlak van techniekvernieuwing en innovatie. Het gaat om een omvangrijk project van 8 miljoen euro. Dat is een mooie opdracht.”

BLAUW GOUD

Waterbehandeling is een belangrijke groeipool voor Smet Group. “Dat is ook een duurzaamheidsactiviteit”, zegt Wim Smet. “Water is niet voor niets het blauwe goud van de planeet. We bouwen onder meer productiefaciliteiten om zuiver drinkwater te maken: pompstations, zuiverings-installaties en ook alles wat het behandelen van afvalwater betreft: pompstations, rioolzuiveringsinstallaties, … Ook hier zorgen we voor totaaloplossingen. ‘Turn-key-solutions’ zoals men dat noemt. Die activiteiten draaien dermate goed dat we voorlopig in Vlaanderen onze handen vol hebben met de groei."

Geothermie

STERCK. Wat moeten we verstaan onder de geothermische projecten?

Wim Smet: “Dat is een vorm van duurzame energie die je kan onderverdelen in diepe en ondiepe geothermie. De ondiepe geothermie situeert zich op dieptes van 100 meter waarbij je twee waterputten boort. Eén voor koud water waaruit je in de zomer water gaat pompen om je gebouw op economische wijze te koelen. Het water dat je daarmee opwarmt ga je stockeren in een geïsoleerde warmwaterput zodat je er in de winter je gebouw dan weer mee kan verwarmen. Het is letterlijk een kringloopsysteem waarbij je alleen nog maar elektriciteit nodig hebt om je pompen aan te drijven. 

De innovatie zit soms ook in de commerciële insteek voor je oplossing.

We doen dit al 10 tot 15 jaar en richten ons vooral op kantoorgebouwen en ziekenhuizen. Bijna 80% van de nieuwe ziekenhuizen zijn met het systeem uitgerust. Voor het veelbesproken Meandergebouw van de Vlaamse Gemeenschap op de site van Tour & Taxis realiseren we nu zelfs het totaalconcept. Van ontwerp, engineering en het voorbereidende werk tot het onderhoud achteraf. We garanderen gedurende 18 jaar een vaste opbrengst.” 

STERCK. Die resultaatsverbintenis is een belangrijk verkoopsargument?

Wim Smet: “De klant is vaak nog een beetje bevreesd voor dit soort nieuwe oplossingen. Met een resultaatsverbintenis stellen we hem gerust en helpen we hen over de drempel. Als we het beoogde rendement niet halen lossen wij het zelf op. Steeds meer ziekenhuizen, rusthuizen maar ook kantoorgebouwen en industriehallen worden met een geothermische oplossing uitgerust. Voor een industriële toepassing die dag en nacht draait kunnen we een terugverdientijd van twee tot vier jaar garanderen. Voor een plastic spuiterij in het Limburgse Lommel hebben we het productie-
proces van een traditionele elektrische koeling naar een geothermische koeling gebracht met de garantie dat de investering van 500.000 euro op 3 jaar was terugverdiend. Zo’n resultaats-
garanties werken. De innovatie zit soms ook in de manier waarop je je oplossing commercieel in de markt zet.” 

STERCK. Op het vlak van diepteboring werken jullie in Mol aan een Belgische primeur?

Wim Smet: “Samen met het Vito en een Duitse partner boren we daar een put met een diepte van 3,6 km. De wetenschappers hopen er water aan te treffen van 124 °C. Heet genoeg om er elektriciteit mee op te wekken en duizenden gezinnen in Mol en Dessel van energie te voorzien. Begin oktober zaten we al op een diepte van 1,5 kilometer en het gaat bijzonder goed. Zo diep hebben we nog nooit geboord. 

Er staan nog verschillende projecten voor diepe geometrie in de steigers zoals voor Janssen Farmaceutica en voor Energyville in Genk. De Vlaamse overheid heeft beloofd dat ze tegen het einde van het jaar de nodige wetgeving op het vlak van concessierecht in orde zal brengen. Dan zullen er nog meer projecten volgen. Het is technologie die onder meer in Duitsland al zijn waarde bewezen heeft. Het kan voor ons zelf ook een exportproduct worden.”

4

activiteiten van Smet Group


  1. Grondwatertechnieken (boortechnieken, geothermie en waterbehandeling)

  2. Boren (en innovatieve renovatie) van tunnels voor riolering, leidingen, spoorwegverkeer, … 

  3. Gespecialiseerde funderingstechnieken zoals bouwputten voor parkeergarages en kaaimuurversterkingen. 

  4. Bouw en onderhoud van gespecialiseerde machines voor de verschillende takken van het bedrijf.

Export als noodzaak

STERCK. Die export wordt steeds belangrijker voor jullie?

Wim Smet: “Op dit moment komt van onze totale omzet van 70 miljoen euro toch 10 tot 15 miljoen uit export. Dat is behoorlijk veel voor een middel-
groot aannemersbedrijf zoals het onze. Maar we exporteren niet voor ons plezier. We doen dat zoals veel bedrijven om de lokale conjunctuurschommelingen op te vangen. Die zijn hier te groot. De wegenbouw en de grote infrastructuurwerken zijn met 30 procent teruggevallen. Het Oosterweel-project loopt grote vertraging op. De NMBS en Infrabel investeren veel minder. De Antwerpse haven heeft al 10 jaar een tweede spoorontsluiting nodig, in Brussel is de noodzakelijke Noordzuidverbinding al een tijd geleden stilgelegd, …

We proberen in export een meerwaarde te bieden in technieken waarin ze lokaal minder goed zijn.

Export is geen keuze, het is een noodzaak. Bovendien hebben we voor een aantal technische activiteiten een groter draagvlak nodig om te kunnen innoveren, mensen op te leiden en te investeren in machines en technieken. De nationale markt is bijvoorbeeld te klein voor de tunnelboormachines.” 

STERCK. Hoe pakken jullie die export aan?

Wim Smet: “De rode draad is opnieuw innoveren om te exporteren. We kijken naar een bepaalde regio waar we een meerwaarde kunnen bieden in technieken waar ze lokaal minder goed in zijn. Zo doen we dat voor aantal grote bouwprojecten in het Midden-Oosten en Noord-Europa. We mikken daarbij ook zoveel mogelijk op duurzaamheidstoepassingen zoals het boren van stormbergingstunnels die een enorme hoeveelheid water kunnen opvangen. Dat is een oplossing die in grote steden steeds meer nodig zal zijn. In Denemarken werken we momenteel aan een tunnelboring voor een collectief stadsverwarmingsnet. En in het Midden-Oosten hebben we bijvoorbeeld een aantal projecten waarbij we oplossingen aanbrengen om de grondwaterreserves te vrijwaren bij bouwwerken. Er is een enorm tekort aan grondwater en drinkwater en wij zorgen dat er ondergronds gebouwd kan worden zonder dit in het gedrang komt." 

Creatief ontwerp

STERCK. Met de Belgische loonlasten kunnen jullie nooit de goedkoopste zijn in buitenland?

Wim Smet: “(lacht) Toch is het bij overheidsopdrachten altijd een kwestie om de goedkoopste te zijn. Maar je kan dat ook zijn door een creatiever ontwerp te bedenken waarmee je bespaart op de uitvoeringstermijn of op de uitvoeringskosten. Door te zoeken naar een beter en creatiever ontwerp ga je niet alleen de kwaliteit verbeteren maar vaak ook kosten reduceren.

We hebben bijvoorbeeld een tijd geleden een eerste tunnel geboord in Denemarken. Dat was zo’n stormbergingstunnel. De boortechnologie die we gebracht hebben was in die mate vernieuwend voor zowel bouwheer als overheid, dat we al direct een Scandinavische award gewonnen hebben. Dat creëert vertrouwen. Het was boortechnisch een heel goede oplossing. 

STERCK. Jullie werken met hooggeschoold technisch personeel die soms veel in het buitenland moeten zijn. Vind je nog zulke mensen?

Wim Smet: “Dat is zeker één van de grote uitdagingen. Het is essentieel om te kunnen werken met collega’s die het graag doen en de goesting hebben om in het buitenland te werken. Export is sowieso tijdsintensiever en vaak moeilijker. Men moet het graag doen. Die profielen zijn er wel, maar het is een constante zoektocht. We hebben permanent tussen de 20 en 40 collega’s in het buitenland zitten. Ze werken ter plaatse met lokale partners, interim-medewerkers of mensen die tijdelijk op onze payroll staan. Alle vormen zijn mogelijk.”

STERCK. In hoeverre vergt een project in het Noorden of het Zuiden van Europa een andere aanpak?

Wim Smet: “Elk land heeft zijn eigenheid en is verschillend. Als bedrijf pas je je daaraan aan. De cultuur kan dermate verschillen dat je merkt dat sommige collega’s meer geschikt zijn voor de noordelijke landen en andere meer voor de zuidelijke. In Noord-Europa is men veel meer stipt, open, meer transparant qua communicatie, meer Angelsaksisch gericht ook. Een afspraak is een afspraak. Hoe meer je naar het zuiden gaat hoe meer iets onderhandelbaar is en opnieuw onderhandelbaar. Alles is er per definitie een onderhandeling. In het noorden verloopt het vaak professioneler en transparanter. Je moet rekening houden met die cultuurverschillen. Maar het belangrijkste blijft toch dat iemand graag in het buitenland moet willen werken.

Veelzijdige exportprojecten


Smet Group realiseert momenteel ongeveer 15 miljoen euro omzet in het buitenland. Enkele voorbeeldprojecten: 

  • Tunnel van 350 meter in Denemarken
  • Projecten voor fundering van windmolens op zee
  • Een afvalwatertunnel van 1 kilometer onder de Rijn
  • Verkenningsboringen in een Franse kalksteengroeve
  • Waterremmende bodems voor een parkeergarage in het Midden-Oosten.
  • Permanente droogzuiging om waterpeil te laten zaken in het Midden-Oosten
  • Verankering van het Belgische weerstation op Antarctica

 

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels