Bouwen aan een volledig zelfbedruipend gebouw
Werner Goris Studie 10

Bouwen aan een volledig zelfbedruipend gebouw

Praktijck - Studie 10

Het Lierse ingenieursbureau Studie 10 werkt in Genk aan een gebouw dat volledig zelf instaat voor haar energievoorziening. Het gaat om de laboratoria van een school op de Thor Park site. Werner Goris van Studie 10 licht de structuur toe.

Het gaat om een experiment waarbij we willen dat het gebouw volledig zelfbedruipend is. Hiermee bedoelen we dat het volledig zelfstandig kan instaan voor haar energieverbruik. Het gaat om technieken die eigenlijk in elk gebouw toegepast kunnen worden.

Warmte

De eerste stap die we zetten is via een intelligent gebouwontwerp de natuurlijke energie optimaal gebruiken. Het gaat onder meer over de inplanting ten opzichte van de zon, het optrekken van labo’s aan de noordkant, de keuze voor extra zonnewering waar nodig en het vermijden van de installatie van actieve koeling in het gebouw tenzij er geen enkele andere optie meer is.

We experimenteren met decentrale warmteopwekking, waarbij we warmte uit afvalwater gaan recupereren en deze in een buffer bewaren. Daarna wordt de warmte doorgestuurd en gebruikt om koud aangevoerd water te verwarmen. Het gebouw is dus als het ware producent én afnemer van warmte.

Omdat het om een testcase gaat, is nog niet duidelijk hoeveel warmte we hier juist uit kunnen recupereren. Voorlopig wordt de warmte nog niet omgezet in koeling, die investering is te duur en te ingewikkeld voor dit gebouw dat met een beperkt budget wordt opgetrokken. We zijn de techniek om warmte in te zetten voor koeling ook volop aan het uittesten op andere werven.

Het labogebouw wordt duurzaam door de aanwezigheid van fotovoltaïsche cellen en ook de keuze van de gebruikte materialen zorgt voor maximale warmterecuperatie. Er komt vloerverwarming en daarnaast werken we met stralingsverwarming zodat geen warmte verloren gaat.

Luchtstromen

In de laslabo’s worden de warme dampen via ventilatiesystemen gerecupereerd en hergebruikt om andere delen van het gebouw te verwarmen. De grote atriumruimte wordt verwarmd door middel van een chaotische luchtstroom. Er is geen tochtgevoel doordat koude en warme luchtstromen meteen in elkaar overgaan en zorgen voor een aangename temperatuur. De druk en temperatuur worden goed op mekaar afgestemd en ook is er geen kanaalwerk nodig. Omdat sommige lokalen nood hebben aan extra verwarming, zal het gebouw voorzien worden van warmtepompen die hierin kunnen voorzien. Waar nodig komt ook een koelingspomp.

De grootste energieverbruiker blijft de verlichting, maar liefst 40 tot 60 procent van het totale energieverbuik van een gebouw. Om hier op in te spelen zullen we zo veel mogelijk gebruik maken van de aanwezigheid van natuurlijk licht. Daarnaast worden lichtstromen gestuurd en maken we enkel gebruik van duurzame verlichting.

Deze expertise werd aangeboden door  Studie 10

 

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels