Duurzaam drinkwater  voor iedereen
Jacob Bossaer BOSAQ

Duurzaam drinkwater voor iedereen

Over de grenzen - BOSAQ

Kraantjeswater? Dat is de evidentie zelve toch, zeker in ons land? Het overgrote deel van de Belgische gezinnen is inderdaad aangesloten op het drinkwaternet, maar duizenden woningen in landelijke gebieden zijn dat niet. Ook in Afrika, Oost-Europa en Noord-Amerika moet er in rurale gebieden nog heel wat gebeuren om iedereen van drinkbaar water te voorzien. BOSAQ, gevestigd in Zwijnaarde, speelt hier naadloos op in met een decentraal, door hernieuwbare energie aangestuurd mobiel drinkwaterzuiveringssysteem. “In onze nichemarkt willen we doorgroeien tot de wereldwijde nummer één. Tegen 2035 hopen we 35 à 40 miljoen mensen van drinkwater te voorzien”, zegt CEO en stichter Jacob Bossaer.

De Prinses Elisabethbasis op Antarctica: daar werden de spreekwoordelijke fundamenten van het huidige BOSAQ gegoten. Er zijn banalere plaatsen denkbaar om de eerste pennentrekken van een businessplan te schetsen. Vijf keer was Jacob Bossaer daar. Afgestudeerd als ingenieur en met een jaar vrijwilligerswerk in Costa Rica achter de kiezen, bouwde hij een verkeerd gedesignde installatie die nooit had gewerkt op Antarctica om tot een moderne, zelfvoorzienende installatie op basis van zonne-energie.

Jacob_Bossaer_BOSAQ

Twee kapitaalsverhogingen

“Door dat project uit te werken, besefte ik: als het mogelijk is om op zo’n locatie, in toch vrij extreme omstandigheden, zo’n volledig CO2-neutraal systeem te bouwen, dan kan het overal”, legt Jacob Bossaer uit. “In functie daarvan heb ik in 2015 BOSAQ opgericht, maar het duurde tot 2017 voor we echt operationeel waren. Het eerste jaar heb ik bijna integraal besteed aan de ontwikkeling van een businessplan, in juni 2017 kwam met mijn goede vriend Pieter Derboven een medevennoot aan boord. Datzelfde jaar hebben we onze eerste twee medewerkers aangeworven en twee kapitaalsverhogingen doorgevoerd. Vandaag tellen we een tiental mensen.”

STERCK. Wat maakt jullie systeem zo speciaal?

Bossaer: “Het is een decentraal systeem, dat integraal op hernieuwbare energie draait én dat gereinigd wordt zonder chemicaliën. Bovendien is de marktbenadering ook vrij specifiek. We richten ons met deze gepatenteerde technologie vooral op de ‘business to government’-markt, waarbij overheden dus onze belangrijkste klanten zijn. Overheden als klanten:  het is iets waar de doorsnee start-up of kmo doorgaans niet voor staat te springen, omdat de beslissingstermijnen langer zijn en er erg veel tijd kruipt in sensibilisering en lobbywerk. Zowat 70 procent van mijn tijd gaat daaraan op, maar voor wat wij doen, is het de juiste benadering.”

Over vijf jaar willen we één miljoen mensen via onze systemen van drinkbaar water voorzien.

STERCK. Hoe erg is de drinkwaterproblematiek in eigen land?

Bossaer: “Het is een probleem dat schromelijk wordt onderschat. Drinkwater staat ook in Vlaanderen heel zwaar onder druk, onze grondwaterstanden zijn erg kritiek. Weinig mensen weten dat, maar Vlaanderen staat gecatalogeerd als een regio met extreme waterschaarste. Dat komt door de combinatie van een hoge bevolkingsdichtheid en de verharding, waardoor water amper in de bodem sijpelt, vooral in de riolering terechtkomt en zo naar zee vloeit. Zo gaat er erg veel water verloren. Via de Blue Deal, waarvoor Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir in eerste instantie 75 miljoen euro vrijmaakt, wil Vlaanderen het pad bewandelen van minder verharding, meer ‘vernatting’ en maximaal circulair watergebruik. Dat is een nobel streven, maar voorlopig is het niet meer dan een druppel op een hete plaat. Op langere termijn zullen er miljarden nodig zijn om die situatie recht te trekken.”

Van toilet- naar drinkwater

STERCK. Draaien er momenteel al BOSAQ-installaties in België?

Bossaer: “Neen, maar dat is op termijn absoluut wel de bedoeling. Omdat het bij onze bevolking nog geen acuut probleem is, is de ernst van de situatie nog niet doorgedrongen. Bij het overgrote deel van de bevolking blijft er drinkwater uit de kraan komen. In tegenstelling tot corona, dat plots de hele samenleving kwam domineren, is het nog geen acuut probleem maar iets dat op de achtergrond lijkt te sluimeren. Toch is het absoluut hoognodig om te werken aan sterke langetermijnoplossingen.”

STERCK. Waarop focussen jullie zich momenteel dan op de thuismarkt?

Bossaer: “De realisatie van een eerste pilootproject bood potentiële klanten een goed beeld van wat zoal mogelijk is met onze technologie. We gingen aan de slag voor een restaurant in Kuurne, voor wie we alle afvalwater, inclusief toiletwater, zuiverden tot gebotteld water van hoge kwaliteit. Dat tijdelijk project heeft ons heel wat visibiliteit opgeleverd. We zijn ook in gesprek met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en werken mee aan onderzoeksprojecten van drinkwaterbedrijven zoals De Watergroep en water-link. De data die we op die manier genereren, kunnen van cruciale waarde zijn voor het aanpassen van het wetgevend kader.”

STERCK. Hoe fel leeft het gebrek aan kwalitatief drinkwater wereldwijd?

Bossaer: “2,2 miljard mensen hebben minstens één keer per jaar geen normale toegang tot drinkwater. Liefst 2,3 miljard mensen moeten het af en toe stellen met gecontamineerd drinkwater. Zowat 850 miljoen mensen hebben zelfs nooit toegang tot gezond drinkwater. Dagelijks sterven 10.000 mensen, vooral kinderen, door een tekort aan drinkwater. Ter vergelijking: sinds maart dit jaar zijn in ons land tot nu toe ongeveer evenveel mensen, vooral ouderen, aan corona gestorven.”

Sociale impact loont

Jacob Bossaer en Pieter Derboven hadden weinig moeilijkheden om het team tot twaalf mensen uit te breiden en verwachten dat de aanwerving van extra medewerkers ook vlot moet kunnen gaan. “Ik heb de indruk dat veel jongeren de sociale en maatschappelijke relevantie van hun werk(gever) minstens even belangrijk achten als hun loonbriefje. Ingenieurs willen een verschil maken met wat ze doen, daarom hoop ik dat we vrij vlot mensen zullen kunnen blijven aanwerven. Misschien wordt dat iets moeilijker voor administratieve en marketingfuncties, al rekenen we er stiekem op dat de meerwaarde die wij voor mensenlevens bieden, ook voor hen een doorslaggevende rol in hun jobkeuze zal spelen.”

STERCK. Hoe kijk je terug op de eerste jaren van BOSAQ?

Bossaer: “In tegenstelling tot de meeste bedrijven, die zo snel mogelijk producten of diensten willen commercialiseren, wist ik dat snelle winst in ons verhaal onmogelijk was. De eerste jaren genereerden we amper omzet. Toch had ik nooit het gevoel onverantwoorde risico’s te nemen, integendeel. Je weet wel dat de eerste jaren geen vetpot zullen zijn, maar ik had er – mede door mijn jeugd in een sociale woonwijk – geen probleem mee om gedurende een tijdje in heel sobere omstandigheden te leven. Dat druist misschien wat in tegen het te veel geromantiseerde beeld van de startende ondernemer, maar je moet vooral bereid zijn om keihard te werken. Bovendien besef je dat we door onze activiteiten een heel positieve sociale impact hebben. Iedereen bij ons deelt die mindset. Over vijf jaar willen we één miljoen mensen via onze systemen van drinkbaar water voorzien en 35 miljoen omzet genereren. Tegen 2035 streven we naar circa 40 miljoen eindklanten en een zakencijfer van 1 miljard euro. In 2019, toen onze focus nog volop op ontwikkeling lag, haalden we 260.000 euro omzet. In onze kapitaalintensieve business was de steun van investeerders gedurende die eerste jaren dus meer dan welkom.”

Duale impact

STERCK. Door jullie ‘business to government’-benadering was internationalisering vanaf dag één een ambitie?

Bossaer: “Als elk land wereldwijd een potentiële klant is, kunnen we maximaal 196 klanten bedienen (lacht). De praktijk is anders: als we een markt willen betreden, moeten we ons in eerste instantie focussen op de nationale overheid. Om vervolgens terecht te komen bij de lokale overheden, wat je klantenportfolio vergroot. Daarnaast verzorgen we in eigen land ook onafhankelijke consultancy voor industriële klanten.”

Jacob_Bossaer_Pieter_Derboven_BOSAQ

“Uiteraard bemoeilijkt de coronacrisis nu onze expansie: politici overtuigen en deals voor grote projecten sluiten doe je in een face-to-facegesprek, niet via Skype. Door de maatregelen die wereldwijd genomen zijn, is de internationale business zo goed als lamgelegd. Er is gelukkig ook een positieve kant aan het verhaal: bij corona draait alles om hygiëne. Je handen wassen doe je het best met proper, kwalitatief water. De huidige pandemie heeft het belang van hoogwaardig drinkwater nog eens geaccentueerd.”

STERCK. Welke waren en de eerste projecten in het buitenland?

Bossaer: “Internationaal konden we ons visitekaartje voor het eerst afleveren in Suriname. De federale overheidsdienst Finexpo maakte het mogelijk om voor dat land een contract te tekenen voor vijf decentrale waterzuiveringsunits. Intussen zijn er daar nog tien bijgekomen. Momenteel verzorgen we er de waterbevoorrading van 15.000 mensen. Onze units staan in community’s die langs de rivier destijds zijn opgericht door gevluchte slaven. De lokale politiek investeert er, terecht, zwaar in basisbehoeften voor de vrij kwetsbare bevolking in het binnenland. Intussen weten we maar al te goed dat water, naast elektriciteit, een strategisch product is dat politiek heel gevoelig ligt. Toch moeten we voorzichtig zijn: het is niet omdat een contract effectief getekend is, dat alles in kannen en kruiken is. Het financiële plaatje kan plots barsten vertonen, er kan een nieuwe regering aan de macht komen…”

STERCK. Hoe wapen je je als bedrijf daartegen?

Bossaer: “Als we naar een overheidsinstantie stappen, doen we dat met een zorgvuldig voorbereid en waterdicht plan waarin ook de financieringsmogelijkheden zijn opgenomen. Daarnaast is aan elke installatie een onderhoudscontract verbonden dat idealiter gedurende de hele legislatuur loopt. De financiering van dergelijke projecten is vaak in handen van ‘development banks’, die dat doen aan een lage rente. Voldoende geld vinden voor (grootschalige) projecten voor waterbevoorrading is doorgaans nooit een probleem, omdat het voorzien van drinkbaar water een cruciale pijler is binnen de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.”

Vlaanderen staat gecatalogeerd als een regio met extreme waterschaarste, maar weinig mensen weten dat.

Techtransfer

STERCK. Terug naar Suriname: hoe pakken jullie zo’n project praktisch aan?

Bossaer: “Het design en het bouwen van de installaties gebeurt in ons atelier in Kruisem. Eenmaal ze klaar zijn, worden ze verscheept naar het land van bestemming. Specialisten van ons gaan ter plaatse om de montage in goede banen te leiden. Doorgaans is dat werk binnen de twee dagen klaar, vermits het om plug-and-playinstallaties gaat. Onze mensen benutten hun tijd ter plekke ook om lokale partners, die de hele montage hebben kunnen volgen en de installatie zo leren kennen, een degelijke opleiding over het systeem te geven. Het onderhoud is in handen van die zorgvuldig geselecteerde partners, die onze visie delen. Bewust werken we momenteel niet met resellers: gezien de aard en de hoge kwaliteitseisen van ons product, hebben we daar op dit ogenblik weinig vertrouwen in. De sleutel ligt in de opleiding van en de samenwerking met lokale partners. Bovendien maken we door zo’n techtransfer niet alleen de plaatselijke specialisten slimmer, we ondersteunen er ook de lokale economie mee.”

STERCK. Welke landen bewerken jullie nog?

Bossaer: “We hebben contacten op het hoogste niveau (met de president, red.) in Liberia, waar momenteel amper 4 procent van de bevolking toegang tot leidingwater heeft. Hoewel het voor dat land geen sinecure was om het financiële plaatje rond te krijgen, hebben we daar toch gepaste oplossingen voor gevonden. Meestal gaat het dan om overheidsinstanties die langetermijnfinanciering tegen een lage rente ter beschikking stellen in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Zo geraken ze in landen als Liberia vrij goedkoop aan leningen die de staatsschuld niet extra omhoog stuwen.”

Confronterende bezoeken

Tijdens zijn bezoeken aan vooral Afrikaanse landen, kwam Jacob Bossaer al regelmatig in confronterende situaties terecht. “Als je in Afrika ergens naartoe rijdt, doe je dat met een chauffeur. Je kan er niet omheen dat je daar als vrij groot blank persoon opvalt, en je je zowat een neo-kolonisateur voelt. Vaak word je, vooral door de oudere plaatselijke bevolking, ook zo bekeken. Ik zie er vaak schrijnende toestanden als het op waterbevoorrading aankomt, maar vergis je niet: Afrika evolueert en innoveert in sneltreinvaart. Op sommige vlakken, zoals betalen per telefoon, staan ze veel verder dan we denken. We mogen ons in Europa dan ook niet bezondigen aan een superioriteitsgevoel: in Afrika staat een sterke, jonge generatie klaar die hoogopgeleid en ambitieus is. Het is heus geen toeval dat landen als Frankrijk en Nederland fors in Afrika investeren – zowel financieel als via tech­transfers – zodat ze op termijn mee de vruchten kunnen plukken van de economische bloei daar.”

“Daarnaast zijn we, via onze ‘Source Zero.’-afdeling, ook volop bezig in Zuid-Afrika. Source Zero. levert hoogwaardig water voor de hospitalitymarkt. Het komt erop neer dat we voor een etablissement in het Kruger National Park een miniwaterfabriek bouwden waarbij we hervulbare glazen flessen hergebruiken, wassen en grondig spoelen. Op die manier vermijden we niet alleen het gebruik van plastic flessen, we elimineren ook de grote logistieke inspanningen omdat alles lokaal gebeurt. Na het zuiveringsproces is het water eigenlijk te puur om te drinken, maar door toevoeging van specifieke mineralen kunnen we er inspelen op elke gezondheidsbehoefte. Voor dit project stapten we in een joint venture met een lokale partner. Om in Zuid-Afrika voor de overheid te kunnen werken, moet een bepaald percentage van de zwarte bevolking participeren, een doelstelling die we graag steunen.”

STERCK. Waar mogen we jullie in de toekomst nog verwachten?

Bossaer: “We kijken onder meer naar Oost-Europa, vooral naar Bulgarije, Roemenië, Moldavië en Oekraïne. Hopelijk kunnen we in één van die landen op vrij korte termijn met een eigen filiaal starten. Die ambitie hebben we ook in West-Afrika, al zal onze uitvalsbasis daar zeker niet in Liberia liggen. Via een kapitaalsverhoging met een Amerikaanse investeerder hopen we ook de Noord-Amerikaanse markt te betokkelen. In eerste instantie dachten we aan Californië, vanwege de plaatselijke waterproblematiek. Omwille van de moordende concurrentie en de hoge loonkosten voor ingenieurs zal het vermoedelijk een andere staat worden.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels