Siberië aan de Durme
Filip & Johan De Groote Hout De Groote

Siberië aan de Durme

Regio - Hout De Groote

Hout De Groote in Lokeren was oorspronkelijk een lokale wagenmakerij, maar groeide in vier generaties uit tot een groothandel die voornamelijk de Franse markt bedient. Filip De Groote neemt de honneurs waar voor dit interview, terwijl zijn vennoot en neef Johan De Groote elders in het bedrijf de teugels strak houdt. Twee handen op één buik, zo blijkt.

Aan de buitenkant lijkt Hout De Groote in de Eekstraat in Lokeren op een klassieke, bescheiden houthandel voor particulieren, maar schijn bedriegt. Achter de rustige façade gonst het van de bedrijvigheid. Ook op de tweede locatie, op het industrieterrein iets verderop, draaien de machines op volle toeren en zijn de houtdroogovens tot het uiterste gevuld. De twee sites samen zijn goed voor een bedrijfsoppervlakte van 34.000 m2. 

STERCK. Hoe is het allemaal begonnen?

Filip De Groote: “We zijn een familiebedrijf, van de vierde generatie intussen. Mijn overgrootvader is begonnen als karrenbouwer en is vrij vroeg gestorven. Zijn vrouw bleef alleen achter met zeven kinderen: zes meisjes en één jongen. Karren maken zat er plots niet meer in. Ze zijn dan handel beginnen drijven in onder meer hout, kolen, textiel, enzovoort. Na verloop van tijd heeft mijn grootvader alles wat niets met hout te maken had, afgestoten. Ook hij stierf relatief vroeg, waardoor mijn oom (Frans De Groote, red.) vervroegd met school stopte en in het bedrijf stapte. Hij heeft toen de verkoop naar zich toegetrokken. Al gauw bleek dat de oudere generatie niet langer de noodzakelijke investeringen wou doen, waarop mijn oom en zijn broer André – mijn vader – beslisten om samen verder te gaan, hier in de Eekstraat. We zitten hier sinds 1969 als ‘Hout De Groote’.”

Hout De Groote in cijfers
  • 2 locaties
  • 4 generaties
  • 25 werknemers
  • 34.000 m2 bedrijfsoppervlakte
  • 35.000 m3 hout/jaar

STERCK. Waar lag de focus toen?

Filip: “André en Frans De Groote zijn begonnen met een traditionele houthandel voor particulieren en aannemers. Het afzetgebied was beperkt: ze gingen tot Stekene en Sint-Pauwels. Het is uiteindelijk mijn oom die het initiatief nam om hout te importeren uit Frankrijk. Er was toen veel vraag naar eik vanuit de meubelindustrie. Daarna zijn we gaan importeren uit Scandinavië. Rond die periode - begin de jaren tachtig - is mijn neef Johan het bedrijf komen vervoegen. Na verloop van tijd bleek de weg naar Scandinavië verzadigd: te veel agenten leverden rechtstreeks aan grootverbruikers en dat heeft ons genoopt om andere oorden op te zoeken: Rusland, meer bepaald het noordwesten, tegen de Finse grens, van waar we naaldhout importeren.”

Rusland

STERCK. Opboksen tegen die agenten was geen optie?

Filip: “Die agenten werkten op commissiebasis en dat is voor een groothandel niet werkbaar, omdat wij stock moeten aanleggen en manipulatiekosten hebben. We zijn in Rusland terechtgekomen omdat het hout daar goedkoper was. Op die manier hadden we weer een concurrentievoordeel, maar makkelijk was het beslist niet. Rusland was toen nog volledig gesloten, het heeft circa vijf jaar geduurd vooraleer we de eerste vruchten van ons Russisch avontuur konden plukken.”

STERCK. Waarom zijn jullie beginnen exporteren?

Filip: “Mijn neef zat twee jaar op school in Frankrijk en is, toen hij hier begon, meteen de Franse markt gaan verkennen. De vraag naar hout was daar vrij groot. Wij hadden intussen de knowhow van het drogen in de vingers, waardoor we kwalitatief gedroogd vuren en grenen konden uitvoeren naar Frankrijk. Ons grote succes bleek op termijn het extra gedroogd vuren – gedroogd tot 12% – dat onder meer als basis dient voor gelamelleerde balken. Je vindt die op plaatsen waar grote overspanningen nodig zijn, zoals sporthallen. Daar zat onze meerwaarde: wij voerden het hout nat in en droogden het zelf tot een product dat het geweldig doet in de lijmindustrie. Overigens worden bij de heropbouw van de gewelven van de Notre-Dame in Parijs gelamelleerde overspanningen gebruikt, waarvoor wij het hout hebben gedroogd. Daar zijn we best trots op.”

Filip_Johan_De_Groote_Hout_De_Groote

STERCK. Hoe lang hebben jullie dat momentum kunnen vasthouden?

Filip: “Het duurde niet lang voor de Scandinaviërs zelf extra gedroogd hout begonnen te leveren, waardoor de markt opnieuw onder druk stond. Op dat ogenblik waren wij ook al lariks aan het invoeren uit Rusland. Dat is de hardste naaldhoutsoort die er is, even zwaar als eik. Er is ook Europese lariks, maar de lariks die wij uit Siberië importeren, is van een andere orde. Dat traject liep niet altijd van een leien dakje, maar we hebben doorgezet waardoor we nu grote volumes lariks nat invoeren en hier in Lokeren deskundig drogen. Daarvoor voerden we gedroogde lariks in, maar die dienden we uiteindelijk nog na te drogen tot een kwalitatief product. Dan was het logischer om het hout gewoon nat in te voeren.”

STERCK. Aan welke landen leveren jullie het meest?

Filip: “Frankrijk is onze grootste afnemer, maar we zagen vrij vroeg in dat we met ons product ook andere markten konden aanboren. Via gespecialiseerde beurzen in het buitenland zijn we in contact gekomen met andere afzetgebieden. Na Frankrijk is Duitsland een grote afnemer, maar we leveren ook in Engeland, Oostenrijk, Tsjechië en hebben een aantal overzeese klanten. Recent hebben we nog een lading verscheept naar Nieuw-Zeeland en projecten gedaan in Qatar en Dubai. We realiseren zowat  80% van onze omzet in het buitenland.”

STERCK. Wat is jullie concurrentievoordeel in landen als Engeland en Duitsland, traditioneel veeleisende afnemers?

Filip: “Ons hout is allemaal FSC- of EPFC-gecertificeerd. Dat is een niet onbelangrijke troef, zeker ten opzichte van tropisch hardhout dat een minder goede reputatie heeft. Bovendien hebben wij de knowhow van het drogen en de capaciteit. Hout dat in Rusland wordt gedroogd, heeft niet dezelfde kwaliteit als het hout dat hier bij ons in Lokeren naar de klant vertrekt.”

STERCK. Staat de volgende generatie al klaar in de coulissen? 

Filip: “Mijn zoon is 13, die van Johan twaalf. Het enthousiasme is er, want ze staan te popelen om te helpen in de zaak. We zien wel wat het zal geven. Feit is dat dit bedrijf zijn succes te danken heeft aan dat familiale karakter. Dat wensen we uiteraard zo te houden. Mijn neef en ik zijn twee handen op één buik. Ondanks het feit dat we elk onze verantwoordelijkheden hebben, kennen we elkaars takenpakket perfect. Als één van ons twee uitvalt, kunnen we gewoon verder.”

Voor de heropbouw van de Notre-Dame in Parijs hebben wij het hout gedroogd en geleverd voor de gelamelleerde overspanningen.

Corona

STERCK. Hoe kijk je terug op het coronajaar?

Filip: “Heel eerlijk: we hebben er geen last van gehad, buiten de personeelsproblematiek natuurlijk. We hebben uiteraard moeilijke situaties gekend waarbij medewerkers uitvielen of in quarantaine moesten, maar tegelijkertijd was onze business ‘booming’. Op zich is dat niet zo vreemd, omdat de budgetten voor vakantie plots anders werden besteed. Iedereen begon te investeren in de eigen woning, de tuin, enzovoort. Sinds corona is de vraag naar hout voor buitengebruik aanzienlijk gestegen. Ook de prijzen gingen omhoog, omdat de invoer werd bemoeilijkt. Minder volumes, grotere vraag, het verhaal is bekend.”

STERCK. Je bent voorzitter van de VLI (Vereniging Lokerse Industriëlen). Hoe kijken ze daar tegen de gevolgen van de pandemie aan?

Filip: “Door corona hebben we de afgelopen tijd geen meetings meer gehad. We hopen die in september te kunnen hervatten. Toch spreken we elkaar nog, want we delen dezelfde kopzorgen. Wat ik hoor, is dat iedereen – behalve horeca-uitbaters en zelfstandigen in de evenementensector – het razend druk heeft. We zien dat de ondernemers flexibel met corona zijn omgesprongen. Heel veel van de bedrijven hier in de buurt zijn Vlaamse familiebedrijven die heel snel kunnen schakelen, zo is gebleken. Kortom: Lokeren kijkt positief naar de toekomst, de orderboekjes staan goed vol.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels