Anticiperen op betonstop van 2040
Karel Derde SECTOR - Confederatie bouw

Anticiperen op betonstop van 2040

SECTOR - Confederatie Bouw

Waar je ook in Vlaanderen om je heen kijkt, overal gonst het van de bouwactiviteiten. Dat is zeker zo in Oost-Vlaanderen, dat binnen de Belgische Confederatie Bouw de sterkste provincie is. De kans is groot dat dit in de nabije toekomst zo blijft, al baren onder meer de aangekondigde betonstop en de moeilijke zoektocht naar personeel toch wat zorgen. Vraag het maar aan Karel Derde, sinds 23 april 2018 voorzitter van Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen.

Geen enkele provinciale ‘kamer’ van de Confederatie Bouw telt zoveel leden (3.018) als de Oost-Vlaamse afdeling, die daarmee 60 à 70 procent van de toegevoegde waarde in deze markt vertegenwoordigt. “Dat ledenbestand is een mooie mengelmoes van kmo’s en grote ondernemingen, zoals Denys (Wondelgem) en Jan De Nul (Hofstade). Daarnaast zijn ook heel wat grote familiale spelers bij ons aangesloten”, zegt voorzitter Karel Derde, die zich met zijn bedrijf Derde Construct specialiseert in de aanleg en renovatie van parkeerdaken.

STERCK. Hoe gaat het vandaag met de bouwsector in Oost-Vlaanderen?

Derde: “Net als in andere Vlaamse provincies boeren ook de Oost-Vlaamse bouwbedrijven goed. Zowel aannemers in algemene bouw, afwerking als wegenbouw hebben een goed gevuld orderboekje. Toch blijven we waakzaam, want onder meer door de stijgende grondstofprijzen moeten we alert zijn om voldoende marge te blijven maken. 
In de periode voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen, hadden zeker de wegenbouwers het traditiegetrouw zeer druk. De uitdaging voor hen bestaat erin om goed te anticiperen op de terugval die er na de verkiezingen altijd komt. Die cyclische beweging zien zij steevast terugkomen.”

Karel Derde

Betonstop

STERCK. Een viertal jaar geleden ijverde Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen ervoor meer woonuitbreidingsgebieden te voorzien. Leeft die vraag vandaag nog sterk?

Derde: “Vandaag is er uiteraard de uitdaging rond het BRV (Beleidsplan Ruimte Vlaanderen) van minister Schauvliege, dat als belangrijkste doelstelling de betonstop tegen 2040 nastreeft. Daar leeft bij ons toch heel wat bekommernis over. Onder meer projectontwikkelaars en aannemers zijn vragende partij om meer aan inbreiding te doen. Zo kunnen we bijvoorbeeld door de renovatie van oude panden het woonaanbod in de provincie verbeteren.”

“Daar hoeft niet per se extra (groene) ruimte voor aangesneden te worden, maar de overheid dient er zich wel van bewust te zijn dat het BRV zorgt voor rechtsonzekerheid bij heel wat bouwbedrijven. Het zet ook hun langetermijnplanning onder druk. Bovendien hebben we er herhaaldelijk op aangedrongen om het gegeven van die betonstop en de zorg over de ‘verharding’ van Vlaanderen wat te nuanceren. De prognoses die de aanleiding tot het BRV waren, baseren zich namelijk op de evolutie die de sector sinds de jaren zeventig en tachtig heeft doorgemaakt. Toen was er een heel andere aanpak op stedenbouwkundig vlak in vergelijking met hoe we nu werken. Plus: als de overheid minder open ruimte wil aansnijden, zullen we hoger moeten bouwen, wat voor een heel ander beeld in sommige dorpskernen zou zorgen. Misschien is de burger daar nog niet klaar voor. Daar moeten we toch allemaal rekening mee houden.”

Het belang van vrij nieuwe woonvormen, zoals co-housing en kangoeroewoningen, zal nog toenemen.

Gezond boerenverstand

STERCK. Zorgt die aangekondigde betonstop voor paniek onder uw leden?

Derde: “Dat niet, maar er wordt natuurlijk wel uitgebreid over gedebatteerd. De betonstop wordt opgelegd vanuit het Vlaams gewest, maar het zijn de gemeenten die het zullen moeten oplossen. De lokale overheden zullen budgetten moeten voorzien om planschade te bepalen voor percelen die niet langer bouwgrond zullen zijn, bijvoorbeeld omdat dergelijke gronden niet langer voldoen aan de watertoets. De vraag is: zullen er voldoende financiële middelen zijn om die kosten te dekken?”
“Kijk, 2040 is niet morgen, maar anderzijds toch ook niet zó veraf. Het wordt vooral een kwestie van het gezond boerenverstand te gebruiken en niet overhaast te gaan werken. Daarnaast is het nuttig een langetermijnvisie te ontwikkelen om ons op die trend voor te bereiden.”

STERCK. Op welke manier kan je de duizenden gezinnen die er zullen bijkomen toch allemaal een thuis geven op een beperkte ruimte?

Derde: “Het belang van vrij nieuwe woonvormen, zoals co-housing en kangoeroewoningen, zal nog toenemen. Er zijn nog heel wat mogelijkheden voor de opwaardering van het stedelijk gebied, alleen laten de regels van de ruimtelijke ordening niet altijd toe om creatief en inventief met de beschikbare ruimte om te gaan. Daarom lobbyen we ook bij de overheid om mee te brainstormen over nieuwe denkpistes en meer toe te laten, zodat effectief iedereen huisvesting kan krijgen. Zeker door het toenemend aantal nieuw samengestelde gezinnen en eenoudergezinnen wordt dat geen sinecure.”

Cruciale taken

Bij Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen zijn 26 mensen fulltime aan de slag om de belangen van de leden te behartigen, advies en opleidingen te geven en een netwerkforum aan te bieden. De nationale organisatie heeft afdelingen in drie gewesten en ‘kamers’ in negen provincies, die allemaal autonoom werken. Confederatie Bouw groepeert de federaties van de Belgische aannemers (VBA), algemene (ruwbouw)aannemers (FABA), de wegenbouwers (BFAW), afwerkingsbedrijven, de speciale technieken (TechLink) en van complementaire ondernemingen (Fedecom).

Belegging

STERCK. Vastgoed blijft een populaire belegging. Zal dat in de toekomst zo blijven?

Derde: “Dat is een tweeledig verhaal. Zeker gezien spaarboekjes amper nog opbrengen en ook op de beurs spelen niet zo eenvoudig is, blijft de Vlaming iemand die liever belegt in vastgoed dan in pakweg aandelen of obligaties. Alleen: de regelgeving voor verhuurders wordt almaar strenger. Tegen 2020 moeten alle woningen geïsoleerd zijn, tegen 2025 moeten alle huurwoningen over dubbel glas beschikken. Die regels zorgen voor de opwaardering van het huurpatrimonium, maar zetten het rendement wel onder druk. Dat gebeurt wel op een moment dat de vraag naar huurpanden groot is.”

Imago opwaarderen

STERCK. Momenteel woedt op de arbeidsmarkt de ‘war for talent’ in alle hevigheid. In welke mate is de bouwsector daar het slachtoffer van?

Derde: “Zowel bij arbeiders als bij bedienden wordt er bijna om mensen gevochten. De nood aan geschikte mensen is het hoogst bij de bediendenfuncties. Projectleiders, mensen die tekenwerk doen en werkvoorbereiders lijken wel witte merels, ook studiebureaus zijn bijna wanhopig op zoek naar ingenieurs. Het gaat bovendien om functies waarvoor onze bedrijven het liefst Vlamingen of Belgen aanwerven. Dat heeft alles te maken met hun goede scholingsgraad en het feit dat er geen taalbarrière is. Eindklanten willen op de werf graag mensen die letterlijk hun taal spreken. In dat opzicht zijn de maatregelen die de Europese Unie heeft genomen om de loonkloof met Oost-Europese landen te verkleinen, echt van goudwaarde. Daardoor zijn onze bedrijven nog sneller geneigd om lokale mensen aan te werven.”

Karel Derde

STERCK. Toch ziet de toe-komst er eerder somber uit als we kijken naar de beperkte instroom in scholen voor bouwopleidingen. Welke evoluties merkt u daar?

Derde: “Die instroom is met 15 procent gezakt. Dat is niet alleen penibel voor de bedrijven, maar brengt ook het voortbestaan van die opleidingen in het gedrang. Vorig jaar is er vanuit de Vlaamse afdeling van Confederatie Bouw al een imagocampagne opgezet om jongeren voor de bouw te sensibiliseren, onder meer door in te spelen op de ook in onze sector toenemende digitalisering. We moeten af van het oubollige imago dat de bouw een ergonomisch onvriendelijk beroep is dat draait rond zware fysieke arbeid. Als ik naar scholen bel om stageplaatsen aan te bieden, is de eerste perceptie nog te vaak dat we metselaars zoeken, terwijl er in de bouw toch zoveel meer te doen en te beleven valt.”
“Uiteraard kan bouwen nog een zwaar werk zijn, maar 
de technologieën en de persoonlijke beschermingsmiddelen zijn dermate geëvolueerd dat we op dat vlak toch al flinke stappen vooruit hebben gezet. Digitalisering, bijvoorbeeld door het stijgend gebruik van BIM(bouwwerkinformatiemodellen), leunt alvast meer aan bij de leefwereld van jongeren en kan ons mee afhelpen van ons conservatief imago. Helaas ziet het er naar uit dat het vinden van geschikt personeel nog lang een struikelblok kan vormen.”

Het is voor iedereen een slechte zaak dat de instroom voor bouwopleidingen met vijftien procent is gezakt.

STERCK. Onder meer in die zoektocht zijn jullie leden ook concurrenten van elkaar. Vormt dat een probleem voor een coherente samenwerking binnen Confederatie Bouw?

Derde: “Neen, onze leden zijn genoeg ‘down to earth’ om te beseffen dat er voldoende redenen zijn om zich te verenigen en bepaalde hete hangijzers collectief aan te pakken. De queeste naar de juiste mensen is vooral een uitdaging voor headhunters en selectiebureaus. Het zal onze goede werking niet beïnvloeden.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels