Samenwerken als vertrouwens-<br>personen van de ondernemer
Niko Hostyn
& Ludo Van den Bossche
Sector - Finance &
Accountancy - Degroof
Petercam - KVABB

Samenwerken als vertrouwens-
personen van de ondernemer

Sector - Finance & Accountancy - Degroof Petercam - KVABB

We leven in moeilijke tijden: het is een openingszin die we de jongste jaren quasi standaard kunnen gebruiken boven elk economisch artikel. Ondernemers rekenen dan ook meer dan ooit op de knowhow van hun accountants en bankiers om hen goed te begeleiden. Reden genoeg om Ludo Van den Bossche (Koninklijke Vereniging van Accountants en Belastingsadviseurs - KVABB) en Niko Hostyn (Degroof Petercam) samen te brengen voor een babbel over de portemonnee van de bedrijfsleider. “We kunnen veel van elkaar leren.”

STERCK. De naweeën van corona, de torenhoge energieprijzen, stijgende personeelskosten, de inflatie: het is voor niemand een pretje. Merken jullie dat ondernemers daardoor meer dan ooit naar het financiële plaatje kijken?

Ludo Van den Bossche: “Absoluut. Je voelt dat velen in overlevingsmodus leven. Ze proberen het rendement te verhogen om geen verlies te lijden, wat geen sinecure is door extra kosten, (te) strenge regels en het personeelstekort. Om dat laatste op te vangen, zouden flexi-jobs een grote stap vooruit zijn. Omdat ze geen vertrouwen in de overheid meer hebben om oplossingen voor de energiecrisis te vinden, gaan bedrijfsleiders en kleine zelfstandigen zelf op zoek naar creatieve alternatieven. Zo zien we bijvoorbeeld dat bakkers massaal overschakelen op stookolie. Komt daarbij dat, als ze aankloppen bij banken om kredieten te verkrijgen, ze vaak van een kale reis terugkeren.”

Ludo_Van_Den_Bossche_KVABB

Niko Hostyn: “Ondernemers moeten inderdaad veel creativiteit en ondernemerschap aan de dag leggen om het hoofd te bieden aan de talrijke economische uitdagingen. Terwijl veel ondernemingen nog naar adem happen na de coronacrisis, krijgen ze nu de energiecrisis op hun bord. De marges en rendabiliteit staan enorm onder druk en geschoold personeel vinden, dat over steeds meer IT-vaardigheden moet beschikken, is extreem uitdagend. Vanuit het besef dat een recessie niet uit te sluiten is en dat de toekomst van hun bedrijf op het spel staat, spenderen veel ondernemers vermoedelijk meer tijd dan ooit aan hun business. Daarnaast leeft er ook bezorgdheid over de portefeuilles, al dan niet aangehouden in de vennootschap. De globale economische vooruitzichten en de gevolgen daarvan voor beleggingen, creëren extra ongerustheid.”

“Sommigen zijn geneigd om de overheid met alle zonden te beladen, maar daar moeten we voor opletten. In de coronacrisis heeft de overheid duizenden bedrijven gestut, met grote budgettaire tekorten als gevolg. De energiecrisis is trouwens van een dergelijke omvang, dat we niet kunnen verwachten dat de overheid dat probleem alleen en snel kan oplossen. Daar ligt het initiatief vooral op het niveau van de Europese Unie.”

Beleggingen in aandelenfondsen hebben zeker hun plaats in portefeuilles aangehouden door vennootschappen.

Comfortabele oude dag

STERCK.  Weerspiegelt zich dat in de vragen die jullie, als belangrijke partner voor klanten-ondernemers, krijgen?

Hostyn: “Inderdaad. Onze afdeling ‘estate planning’ krijgt tegenwoordig veel vragen van ondernemers over de overdracht van hun zaak aan hun kinderen of aan derden. Als de kinderen de zaak al willen overnemen, moet dat perfect worden georganiseerd. In de voorbereiding daarvan is het essentieel om alles uit te praten en te bekijken hoe (soms moeilijk verenigbare) persoonlijkheden vlot met elkaar kunnen samenwerken. Ook conflictmanagement is cruciaal: hoe kan je conflicten vermijden en, als er zich toch eentje aandient, zoiets het best aanpakken.”

“Andere thema’s zijn de bescherming van de langstlevende partner en hoe ze voldoende middelen voor een comfortabele oude dag opzij kunnen zetten. Vanuit de wetenschap dat we allemaal langer leven en er een kans bestaat dat we geestelijk niet meer in staat zullen zijn om beslissingen te nemen, rijzen er ook almaar meer vragen over het opstellen van een zorgvolmacht. In die volmacht staan dan richtlijnen waarmee de aangeduide vertrouwenspersoon rekening moet houden bij de keuze van een woonzorgcentrum, verzorging, een schenking, een eventuele verkoop van de woning, enzovoort. Last but not least, zien we ook een stijging van het aantal vermogensoverdrachten naar kleinkinderen.”

Van den Bossche: “Dat klinkt herkenbaar. Vermoedelijk is de huidige energiecrisis één van de aspecten die ertoe leiden dat oudere zelfstandigen sneller willen stoppen of hun zaak willen overlaten. Daardoor zijn ze erg begaan met de grootte van hun toekomstig pensioen en het veiligstellen van hun onroerende goederen voor kinderen of kleinkinderen. Successie is meer dan ooit een thema. Ook fiscale optimalisatie blijft vanzelfsprekend een prioriteit, zeker als er winst is geboekt.”

KVABB

De KVABB is de Koninklijke Vereniging van Accountants en Belastingsadviseurs van België. De professionele beroepsvereniging van cijferberoepers wil de schakel zijn tussen haar leden, het ITAA en de overheid. De organisatie is al meer dan een eeuw actief, stond op de barricaden bij de ontwikkeling van Teleseminar en de e-ID-registratie en staat in voor persoonlijke begeleiding van de stagiairs. “We bieden onze leden een groot netwerk van collega’s en houden regelmatig seminaries over de meest uiteenlopende onderwerpen.” Ludo Van den Bossche werd in 1988 ondervoorzitter van de KVABB, om in 1993 voorzitter te worden.Hij runt al bijna 43 jaar zelf een accountantskantoor in Gentbrugge.

Knelpuntberoep

STERCK. Welke tendensen maken het beroep van accountant extra uitdagend?

Van den Bossche: “Ook bij ons heerst de krapte op de arbeidsmarkt. Cijferberoeper is een knelpuntberoep geworden. Als de verantwoordelijkheden blijven groeien, zal dat zeker niet tot een aangroei van het personeel leiden. We krijgen extra taken voorgeschoteld, zoals het UBO-register. Meer zelfs: we krijgen hierbij de eindverantwoordelijkheid toegeschoven, waardoor de cijferberoeper in het dossier antiwitwaspraktijken de sleutelfiguur is geworden. De overheid zou het beroep net aantrekkelijker moeten maken met haalbare deadlines en een vermindering van de eindverantwoordelijkheden, anders zullen almaar minder mensen zich tot dit beroep aangetrokken voelen. Uitzend- en selectiebureaus vangen vragen naar extra personeel in onze sector vaak op door mensen weg te halen bij de ene werkgever, zodat ze ergens anders aan de slag kunnen aan betere voorwaarden. Daardoor verzwakt het ene bedrijf en versterkt het andere. Er zouden op dat vlak eigenlijk strengere regels moeten komen.”

“Daarnaast is er ook de digitalisering, die tegelijk ook veel kansen biedt. Doordat de accountant minder bezig is met basistaken zoals de input van gegevens, is er meer ruimte voor opvolging van bedrijfsresultaten, financiële rapportering en proactief advies. Zo krijgt de klant sneller – quasi in real-time – inzicht in zijn cijfers en kan hij gefundeerde bedrijfsbeslissingen nemen. De accountant wordt daarbij het klankbord en de vertrouwenspersoon van de klant. De automatisering van diverse processen en de digitalisering ervan, bieden accountants bovendien de mogelijkheid om zich grondig in bepaalde sectoren te gaan verdiepen.”

STERCK. Hoe verloopt de digitaliseringsgolf in accountancykantoren?

Van den Bossche: “De grotere spelers hebben op dat vlak vaak al de meeste stappen gezet, terwijl veel kleine kantoren niet volledig overtuigd zijn. Dat leidt tot een aanzienlijke discrepantie tussen die twee. In ons land zijn er nog altijd heel veel van die kleinere kantoren, waarbij veel mensen die daar actief zijn, vaak al veel jaren op de teller hebben of eigenlijk zelfs al pensioengerechtigd zijn. Zeker zij voelen zich niet altijd bereid om moderne technieken te implementeren, temeer omdat de digitalisering van de papieren administratie veel meer inhoudt dan het pure inscannen van papieren documenten. Je kan dat efficiënter aanpakken, bijvoorbeeld via een klantenportaal, maar dat impliceert een forse investering. Zelfs al doé je die investering, dan nog moet je je klanten overtuigen om daarin mee te gaan, want digitalisering is pas kostenbesparend als de klant ook meewerkt. Volgens mij berust hierin een belangrijke taak voor het ITAA (Institute for Tax Advisors and Accountants, red.).”

Niko_Hostyn_Degroof_Petercam

Evenwicht bewaren

STERCK. In welke mate is dat ook zo bij zakenbankiers?

Hostyn: “Digitalisering is bij ons eveneens aan de orde. Banken zijn al jarenlang genoodzaakt om daar enorm veel in te investeren. Toch is het belangrijk om een goed evenwicht te bewaren tussen enerzijds IT-begeleiding en anderzijds het persoonlijk contact met de klant, dat cruciaal is voor de rol als vertrouwenspersoon die de private banker vervult. Een vertrouwenspersoon zijn die families ontzorgt gedurende het hele traject dat ze afleggen, dat is wat klanten van een goede private banker verwachten. Ook de begeleiding bij de overdracht naar de volgende generatie toe is essentieel, en wel omdat een ‘next gen’ soms met heel andere uitdagingen te maken krijgt en ze vaak ook andere waarden heeft. Het is onze taak om daarin mee te evolueren. Dat vergt veel knowhow, maar evenzeer veel empathie en een pragmatische, oplossingsgerichte ingesteldheid.”

STERCK. Met Tax-on-Web, My MinFin en Intervat stelt ook de overheid softwareapplicaties ter beschikking. Welke ervaringen hebben jullie daarmee?

Van den Bossche: “We moeten durven zeggen dat die software niet altijd performant en stabiel werkt. Het vergt vaak uren en onnoemelijk veel pogingen om ingelogd te geraken. Als iets niet 100% goed functioneert, duurt het vaak enkele dagen vooraleer softwareleveranciers iets opnieuw geprogrammeerd krijgen. Zeker in deadlineperiodes vinden we dat niet kunnen.”

Hostyn: “De IT-dienstverlening door de overheid is niet perfect, maar wij hebben ook wel goede ervaringen met overheidssoftware, bijvoorbeeld voor de online registratie van schenkingen. Performante software is voor iedereen een heel grote uitdaging, ook voor privébedrijven trouwens.”

Beleggingsportefeuille

STERCK. Hoe belegt de doorsnee ondernemer vandaag?

Van den Bossche: “In de huidige situatie kiezen ze voor zekerheid, wat heel logisch is. Bij voorkeur investeren ze in hun zaak. Circa 20% van hen heeft een beleggingsportefeuille.”

In het dossier antiwitwas-praktijken is de cijferberoeper tot de sleutelfiguur uitgegroeid.

Hostyn: “Wij stellen vast dat vooral grotere kmo’s heel wat liquide middelen opstapelen, onder meer omdat ze verplicht zijn om bepaalde reserves in het bedrijf te houden door de toepassing van de liquidatiereserve. Daardoor informeren ze vaak naar hoe ze toch behoorlijk wat rendement kunnen behalen, rekening houdend met de hoge inflatie en de tot voor kort heel lage rente. Beleggingen in aandelenfondsen hebben zeker hun plaats in portefeuilles aangehouden door vennootschappen. Door de recente renteverhogingen stellen we vast dat er wat meer veiligheid wordt ingebouwd en dat er weer wat meer interesse is in obligaties. Belangrijk daarbij is dat beleggingen steeds moeten kaderen binnen het risicoprofiel van de klant.”

STERCK. Welke bancaire oplossingen spelen daar gevat op in?

Hostyn: “De dbi-bevek is een vaak gekozen product om in een vennootschap te kunnen beleggen. Dit zorgt ervoor dat je binnen de aandelencategorie een grotere spreiding van het beleggingsrisico kan realiseren, terwijl de fiscale druk beperkt blijft. Dbi-beveks zijn zo georganiseerd dat het grootste deel van de inkomsten – dividenden of meerwaarden – belastingvrij door de vennootschap kunnen worden verkregen. Bovendien vereenvoudigt dit het werk van de accountant in die zin dat hij maar één (of een paar) lijnen moet verwerken in de boekhouding. Geen overbodige luxe, gezien de verwerking van een grote portefeuille in de boekhouding van een vennootschap heel uitdagend kan zijn, zowel technisch als administratief.”

STERCK. Hoe staan bedrijfsleiders tegenover die evoluties en producten?

Van den Bossche: “Wie winst wil maken, staat meer open voor nieuwe technieken. Ondernemers die vooral werken om te overleven, zijn vooral dáármee bezig en zien niet meteen gebeuren dat hun situatie zou verbeteren. Risico’s nemen is iets wat zij volledig schuwen.”

Hostyn: “Vooral jonge mensen worden steeds mondiger en eisen meer betrokkenheid. Dat zie je ook bij de overdracht van ondernemingen. In functie daarvan is het belangrijk dat ondernemers hun kinderen vroeger bij het bedrijf betrekken, hen informeren én hen leren omgaan met een vermogen, met beleggen en met het managen van een bedrijf. Ze moeten ook grondig overleggen over de toekomst van de firma. Idealiter leggen ze alle afspraken en waarden vast in een familiaal document of een familiecharter.”

Degroof Petercam

Bank Degroof Petercam is een Belgisch verankerd familiebedrijf dat recent zijn 150ste verjaardag vierde als specialist in vermogensbeheer (zowel privé als voor institutionelen), als zakenbank en als partner voor private banking. De structurele synergie tussen die drie metiers zit in het DNA van het bedrijf. Het zorgt ervoor dat cliënten worden bijgestaan door een bankier die zowel ‘private banker’ als ‘corporate banker’ is, waardoor zowel de ondernemer als de onderneming in elke levensfase beroep kan doen op een adviseur die over de juiste expertise beschikt. Niko Hostyn fungeert binnen Degroof Petercam als Manager Estate Planning en heeft ook veel ervaring in internationale vermogensplanning, zeker op vlak van ‘legal and tax services’.

Fiscaal regime

STERCK. Leidt dit alles tot meer samenwerking tussen beoefenaars van jullie beroepen?

Van den Bossche: “Veel grote kantoren werken goed samen met banken, of beschikken zelf over eigen mensen die zich in die materie hebben verdiept. Kleinere kantoren hebben die specialisten niet in huis en rekenen daarvoor sowieso op de diensten van professionals.”

Hostyn: “Ik juich die groeiende samenwerking toe, want alles wordt technischer en moeilijker. Aangezien we ‘on the field’ met andere problematieken te maken hebben, kunnen we veel van elkaar leren. Zo hebben banken doorgaans een ruimere ervaring met financiële producten. Daarom is er heel vaak overleg over de vereiste behandeling en het fiscaal regime van bepaalde financiële oplossingen. Dat geldt onder meer voor roerende voorheffing en de effectentaks. Het laatste wat klanten willen, zijn problemen met de fiscus. Een heel correcte verwerking en de zo goed mogelijke documentering van het integrale vermogen zijn dan ook van primordiaal belang. Net daarom is het een goede zaak dat accountants en bankiers hun expertise bundelen.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels