Knap uitgevist
Stijn Van Hoestenberghe Verhaal - AQUA4C

Knap uitgevist

Verhaal - AQUA4C

Verandering van spijs doet niet alleen eten, het is ook broodnodig als we de wereld willen redden. Die boodschap heeft Stijn Van Hoestenberghe al langer begrepen. De bioloog zag het onderwaterlandschap de voorbije twintig jaar grondig veranderen, helaas in negatieve zin. Het inspireerde hem in eerste instantie tot een doctoraat over duurzame viskweek. Dat resulteerde uiteindelijk in Aqua4C, de grootste Belgische producent van lokale, circulaire kweekvis voor consumptie.

Als je Stijn Van Hoestenberghe in zijn kinderjaren had verteld dat hij ooit een bedrijf zou leiden, had de Oost-Vlaming vermoedelijk eens hartelijk gelachen. De veertigjarige ondernemer is in eerste instantie een natuurmens.

“Ik ben in 2002 afgestudeerd als licentiaat bioloog en ging vervolgens eerst bij KU Leuven aan de slag. Daarna werkte ik in verschillende visvoederbedrijven en -kwekerijen, ook internationaal. Ik leerde er vooral dat je de meeste vissoorten eigenlijk niet op een duurzame manier kan kweken. Daarom besliste ik in 2009 om aan KU Leuven een doctoraat rond duurzame viskweek te doen. Daarvoor kreeg ik ook een beurs.”

Stijn_Van_Hoestenberghe_AQUA4C

STERCK. In welke mate heeft je duikerspassie je tot dit avontuur verleid?

Van Hoestenberghe: “Ik ben al meer dan twintig jaar duiker en merkte in die periode drie spijtige tendensen: de teloorgang van de koraalriffen, de groeiende aanwezigheid van plastic in de oceanen én de verarming van het visbestand, zowel qua volume als qua diversiteit. Dat laatste is het spijtige gevolg van de overbevissing van onze oceanen. Kweekvis vormt op zich een goed alternatief, maar meestal gebeurt het niet op een duurzame manier. Zo wordt er in dergelijke kweekprocessen bijvoorbeeld ontzettend veel water geloosd en krijgen de vissen vaak andere gemalen vissen als voeder. Dat kan niet de bedoeling zijn.”

STERCK. Hoe heeft dat geleid tot de opstart van Aqua4C?

Van Hoestenberghe: “Ik bouwde tijdens mijn doctoraat in Leuven een minikwekerij, waar we allerlei experimenten uitvoerden met voeders en leefomstandigheden. Doelstelling: de productie van een kweekvis die op een vegetarisch dieet leeft en zich goed in zijn vel voelt in gesloten systemen. Het moest een robuuste vis zijn die in scholen leeft, weinig graten heeft en snel groeit. Zo kwam ik terecht bij een subtropische vis uit de familie van de tijgerbaarzen, die in Australië wordt gekweekt. Ik ben aan de slag gegaan op basis van wat ik in die Australische kwekerijen heb geleerd. Na finetuning van de systeemtechnologie en de voeders ben ik omegabaars beginnen produceren. Op het moment dat ik mijn doctoraatsstudie afrondde, was de bouw van de kwekerij in Kruishoutem al begonnen.”

Zelf-ontplooiing als alibi

Zorg dragen voor de natuur: Stijn Van Hoestenberghe heeft het altijd evident gevonden. “Ik heb er geen problemen mee dat mensen voortdurend bezig zijn met zelfontplooiing, maar het gebeurt te veel op de kap van de natuur. Als fervent duiker en surfer is water altijd mijn natuurlijke biotoop geweest, vissen begeesteren me mateloos. Ik heb het er erg moeilijk mee dat de plasticproductie en overbevissing de teloorgang van veel vissoorten hebben ingeluid. Daarom ben ik ook gelukkig met elk positief nieuwsbericht over de zee, hoewel die momenteel niet zo talrijk zijn. Als ik door dit initiatief een inspiratiebron kan zijn en hiermee figuurlijk een steen in de oceaan kan verleggen, zou dat al super zijn.”

Risicofactor

STERCK. Vond je makkelijk investeerders voor je project?

Van Hoestenberghe: “Met Aqua4C beginnen, was geen evidente beslissing. Ik had een goed betaalde en comfortabele job, het vergde dus wel een gezonde dosis lef om dat aan de kant te schuiven voor een risicovolle carrièreswitch in functie van een goed doel. Ik nam sowieso een risico, want mijn nieuwe activiteit impliceert dat je een nieuw product maakt volgens een nieuw procédé. De banken wilden wel in mijn verhaal meestappen, maar staan zeker niet in voor het leeuwendeel van de investering. Hun bijdrage vertegenwoordigt niet meer dan tien procent. Gelukkig vond ik andere geldschieters die sterk in dit project geloofden en die er zich graag voor engageerden. We zijn in april 2015 met de productie begonnen en zullen dit jaar voor het eerst break-even draaien.”

STERCK. Hoe zorg je ervoor dat alle parameters van het duurzaamheidsverhaal kloppen?

Van Hoestenberghe: “Cruciaal in dat opzicht is de synergie met Tomato Masters, de tomatenkwekerij die naast onze site ligt. Voor onze activiteit hebben we uiteraard veel water nodig, maar ik wou daarvoor de natuur niet belasten. Grondwater is amper nog beschikbaar en was dus geen optie. Oppervlaktewater vertrouwde ik niet, omdat je de kwaliteit ervan niet onder controle hebt én omdat dat water volgens mij in eerste instantie bestemd moet zijn om watervogels te laven en als biotoop voor vissen. Daarom werken we uitsluitend met regenwater, dat opgevangen wordt op de daken van de serres van Tomato Masters. Een deel van dat water (10 tot 20 procent, afhankelijk van het seizoen) komt bij ons terecht en wordt continu gezuiverd en gerecycleerd. Dat hemelwater is op zich al van goede kwaliteit, want bij Tomato Masters houden ze hun daken continu proper om zoveel mogelijk zonlicht in hun serres te kunnen capteren. Dankzij onze waterzuivering hebben we veel minder afvalwater dan reguliere kwekerijen: bij hen is dat snel 20.000 tot 30.000 liter, bij ons amper 100 liter, die dan nog worden gebruikt voor en door de tomaten. Eigenlijk hebben we dus zelfs geen afvalwater.

Met Tomato Masters werken we trouwens ook nauw samen op het vlak van elektriciteit en warmte: we gebruiken een deel van de warmte van hun serres om ons water op een lagere temperatuur op te warmen en maken voor energie gebruik van hun warmtekrachtkoppeling. We halen dus geen elektriciteit van het net.”

STERCK. Hoe hoog is de levenskwaliteit van jullie vissen?

Van Hoestenberghe: “Ze krijgen als voer geen gemalen andere vis, maar eten een plantaardig visvoer, zonder vismeel en visolie. Gedurende de circa tien maanden dat ze leven, zwemmen ze vrij rond in een gigantisch bassin, zonder natuurlijke vijanden of stress. ’s Nachts laten we maanlicht in de bassins schijnen, omdat vissen zich niet goed voelen in volledige duisternis. Ik overweeg zelfs om muziek te laten spelen in de productieruimtes (lacht). Antibiotica, hormonen en groeipromotoren zijn uit den boze. De viskweek moet een zo natuurlijk mogelijk, ongeforceerd proces zijn. Net dat is het moeilijke aan onze productie: het is zinloos in meerdere shifts te werken, we hebben geen machines die we sneller of meer kunnen laten draaien. Het enige wat we kunnen doen, is meer vis kweken.”

We hebben geen machines die we sneller of meer kunnen laten draaien. Het enige wat we kunnen doen, is meer vis kweken.

Habbekrats

STERCK. Daar zijn jullie goed mee bezig, de productie is al gevoelig verhoogd.

Van Hoestenberghe: “Het komt erop neer dat we elk jaar onze productie verdubbelen: 30 ton in 2017, 60 in 2018, 120 dit jaar. Een nieuwe verdubbeling tegen 2020 zit er niet in, want de maximale capaciteit van deze site bedraagt 200 ton. Sneller kunnen we niet groeien, toch niet als we niet aan de levenskwaliteit van de vissen willen tornen. 200 ton lijkt heel wat, maar het vertegenwoordigt maar een onooglijke habbekrats van de totale jaarlijkse Belgische visconsumptie, die 300.000 ton bedraagt, een gemiddelde van circa 20 kilo vis (geleverd gewicht) per persoon. De ultieme doelstelling is om op termijn in te staan voor drie procent van die jaarlijkse visconsumptie in België. Daarvoor moeten we 10.000 ton produceren, wat het equivalent is van vijftig kwekerijen. We staan dus nog maar aan het begin van het verhaal, want eigenlijk is dit een pilootproject, waar we wel al heel wat van hebben opgestoken. Er zijn plannen voor een tweede vestiging, maar die staat zelfs nog niet in de kinderschoenen. Al kan het wel heel snel gaan, deze productie-unit hebben we per slot van rekening ook op een half jaar tijd gebouwd.”

Stijn_Van_Hoestenberghe_AQUA4C

STERCK. Jullie drijven het aanbod fors op, maar hoe zit het met de vraag?

Van Hoestenberghe: “Die overvleugelt het aanbod ruimschoots, in die mate zelfs dat we sinds een half jaar geen nieuwe klanten meer aanvaarden. Onze vier grootste klanten zijn drie Belgische supermarktketens en één Nederlandse supermarktketens, die we bevoorraden via groothandels. Die grossisten leveren ook aan de horeca en aan gespecialiseerde viswinkels, al liggen die volumes een stuk lager. Eigenlijk is die interesse van supermarkten er spontaan gekomen, wij hebben naar hen toe nooit actief prospectie gevoerd. We hebben zelf wel mee voor de tractie van de markt gezorgd.”

STERCK. Hoezo?

Van Hoestenberghe: “Door sterk op marketing in te zetten. Omegabaars is een vissoort die tot voor kort amper bekend was bij het Belgische publiek. Toen wij met de productie van deze vis begonnen, bedroeg die bekendheid amper 0,01 procent. Om de omegabaars bekend te maken, hebben we er heel wat ruchtbaarheid aan gegeven via folders, magazines en door samenwerking met bekende koks, zoals Jeroen Meus. We moeten daar vrij inventief in zijn, want als relatief kleine onderneming beschikken we niet over de marketingbudgetten van mastodonten zoals Nestlé, Coca Cola of Procter & Gamble. We communiceren ook veel via onze verpakkingen. Daarnaast beschouwen we het als een kerntaak om de consument goed over ons product te informeren. Zo hebben we hier de voorbije jaren al voor duizenden mensen rondleidingen georganiseerd. Die zijn noodzakelijk om de bij het brede publiek terecht negatieve connotatie over kweekvis om te draaien. We willen de mensen tonen dat het ook anders kan.”

STERCK. Dat duurzaamheidsverhaal is mooi en lovenswaardig, maar is dat ook de reden waarom meer mensen omegabaars gaan eten?

Van Hoestenberghe: “Neen. De duurzame aspecten van ons productieproces zijn op zich een complex verhaal dat we zo bondig en eenvoudig mogelijk trachten te verwoorden, maar in de praktijk vraagt de consument zich vooral af waarom hij uitgerekend deze vis zou moeten eten. Hij wil weten: ‘what’s in it for me?’ Uiteindelijk heeft hij vooral een boodschap aan het feit dat het om een gezonde, smaakvolle vis gaat die in een heel cleane omgeving kan opgroeien. Een recente steekproef wijst uit dat mensen onze informatie ook oppikken: één op de vijf Belgen (in Vlaanderen is dat zelfs één op vier) kent de omegabaars intussen al, vandaar ook de stijgende vraag. Het grootste compliment dat we krijgen, is de ‘bekering’ van verschillende vegetariërs: mensen die geen vlees of vis meer aten uit protest tegen de slechte leefomstandigheden van de dieren, maar die na een rondleiding bij ons merken dat we echt wel respect voor de vissen tonen.”

Via rondleidingen willen we de negatieve perceptie over kweekvis omdraaien.

Kennisdeling

STERCK. Welke waren de voornaamste uitdagingen bij de opstart van het bedrijf?

Van Hoestenberghe: “Het uitzoeken en finetunen van de synergie met Tomato Masters heeft heel wat tijd en energie opgeslorpt. Daarnaast zijn de productiekosten niet min: de loonkosten in ons land zijn nog altijd hoog, bovendien hangt aan duurzaam produceren sowieso een hoger prijskaartje, zeker gedurende de eerste jaren. Momenteel tellen we, mezelf inbegrepen, negen medewerkers: zeven in Kruishoutem, één in Zele (broedstock) en één persoon bij KU Leuven, die zich bezig houdt met research. Eenmaal ik mijn medewerkers had aangeworven, moest het belangrijkste werk – een gerichte opleiding – nog beginnen: door de specificiteit van ons productieproces moest ik iedereen alles van naaldje tot draadje uitleggen. Nu ze allemaal volledig mee zijn in het verhaal, wil ik hen zo goed mogelijk soigneren. Dit is geen ‘nine to five’-job, dus kunnen ze hun uren vrij flexibel invullen. Ze krijgen per maand ook een dag extra vakantie. Ik investeer liever daarin dan het risico te lopen dat er iemand plots vertrekt, want ik weet maar al te goed hoeveel energie het vergt om nieuwe mensen te moeten opleiden.”

Aqua4C in cijfers
  • 2013 Opstartjaar
  • 120 ton verwachte productie 2019
  • 650 ouderdieren (broedstock)
  • 2650 oppervlakte van de viskwekerij
  • 1 miljoen euro verwachte omzet 2019

STERCK. Uitbreiden zal je sowieso (moeten) doen. Hoe wil je dat aanpakken?

Van Hoestenberghe: “Als er productie-units – bij voorkeur gelegen in de omgeving – bijkomen, zal de vestiging in Kruishoutem de ‘pootvishub’ worden, waar we onze kleine visjes kweken. Op productieniveau is dat de taak waar ik me het meest mee bezig hou. Over de verdere expansie durf ik nog niet veel zeggen, we zien wel hoe het zal lopen. Het is een geruststelling dat we vanaf 100 ton productie winstgevend zijn, want uiteraard draait het daar nog altijd om. Toch blijft onze initiële doelstelling bewijzen dat viskweek wel degelijk op een heel duurzame manier kan.”

Het vergde toch wat lef om mijn goedbetaalde vorige job aan de kant te schuiven voor een risicovolle carrièreswitch.
Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels