Zeventig jaar is Fons Mertens intussen. Zevenenveertig jaar staat hij in het vak. Maar dat is er niet aan te merken als je de gedreven ondernemer-architect bezig ziet. Hij zet nog elke dag mee de lijnen uit. Van ’s morgens tot ’s avonds. Samen met zoon Stijn Mertens vormt hij een stevige tandem die het multidisciplinaire kantoor met 40 architecten bracht waar het nu staat. Een topkantoor met een voetafdruk die de Antwerpse regio ver overstijgt.
Bouwen zit bij de familie Mertens uit Stabroek duidelijk in het bloed. Vader Louis was aannemer. Zoon Fons volgde een architectuuropleiding en vestigde zich als zelfstandig architect. “Ik kon in mijn beginjaren wel werk krijgen vanuit het aannemingsbedrijf, maar welk soort werk was dat? Als je afgestudeerd bent kan je kiezen: alles bouwen wat ze vragen of je eigen weg gaan. Ik ben terug naar Leuven getrokken, heb daar mijn stage gedaan en ben er een tijd blijven werken. In de jaren ‘70 was het verschrikkelijk moeilijk om op een alternatieve manier bezig te zijn. Maar ik heb me erdoor geworsteld. Door die keuze hebben we steeds kunnen bouwen voor een bepaald publiek. De klassieke fermettes, dat was niet zo mijn ding. We bouwden indertijd eigentijdse huizen die met de huidige EPB-wetgeving al lang niet meer zouden mogen. Grote ruimtes met vides, opvallende glaspartijen, …”
“Op een bepaald moment ben ik met een andere jonge architect beginnen samenwerken, Jan Borgonjon. We hebben een bvba opgericht en 27 jaar samengewerkt. Het kantoor telde na verloop van tijd 10 mensen. Toen Jan 47 jaar was, werd hij zwaar ziek. Hij is snel beginnen aftakelen, maar is nog zo lang als hij kon komen werken. Omdat hij het graag deed. Het was een zware klap. Jan was een deel van de familie, zat ’s middags bij ons aan tafel. De kinderen zijn met hem opgegroeid. Op dat moment had Stijn net zijn architectenopleiding voltooid en is hij zonder veel voorbereiding mee in de zaak gestapt. Hij heeft nog even dubbel kunnen draaien met Jan en daarna hebben Stijn en ik, na het overlijden van Jan het kantoor verdergezet."
Stabroek
Mertens Architecten is vandaag een gerenommeerd multidisciplinair architectenkantoor met 40 medewerkers dat over heel Vlaanderen en een stuk van Nederland prestigieuze projecten uitvoert. De roots zijn evenwel altijd in Stabroek gebleven.
“Mijn ouders woonden hier in het huis langs de Dorpsstraat waar Stijn en zijn gezin nu woont. Ik ben in het huis ernaast op een zolder begonnen. In de loodsen waar mijn vader vroeger zijn atelier had, zijn nu onze kantoren gevestigd. We hebben die stelselmatig moeten uitbreiden: een stukje bijgebouwd, het huis van de buurman bijgekocht, ... Het stond hier vroeger vol met tekentafels. De hele zolder ligt nog vol met kalktekeningen. Eerst tekende je met potlood, daarna met inkt. Als je een fout maakte of het gebouw een halve meter breder werd, moest je opnieuw beginnen of met een mesje gaan krabben. Meten deed je met twee man en een meter. En lastenboeken werden op een typemachine uitgeschreven. Ik ben blij dat Stijn er al was toen het hele computergebeuren op ons afkwam. Dat was meer zijn ding.”
Veel grote projecten zijn het gevolg van oorspronkelijk kleine opdrachten.
“Stijn is als kind in het kantoor opgegroeid. Hij studeerde en zag wat wij er allemaal voor moesten doen. Hij heeft zelf de keuze gemaakt om architectuur te studeren. Dat kan je je kinderen niet opleggen. In de beginjaren was de confrontatie met de realiteit best wel stevig voor hem denk ik. Nu is dat allemaal goed onder controle, maar het blijft een zware stiel. Het hele digitale verhaal en vooral de politieke regelgeving veranderen tegenwoordig constant. Hij kan daar beter tegen dan ik (lacht). De regelgeving wordt alleen maar strenger en complexer. Ze maken niets simpeler.”
Organische groei
Was het altijd het plan om tot een groot kantoor uit te groeien?
Fons: “We konden bijna niet anders. We hebben veel vaste opdrachtgevers en die schuiven ook door naar de volgende generatie, net zoals bij ons. Bovendien brengt Stijn nog bijna elke dag nieuwe klanten aan.”
Stijn: “Voor veel opdrachtgevers werken we vaker. Soms vier tot vijf projecten per jaar. Ook voor particulieren. We hebben een goede relatie en evolueren mee in de projecten die ze doen. Van het een komt het ander.”
Fons: “Als je je vaste opdrachtgevers niet volgt, loop je het risico dat je hen verliest. Daardoor zijn wij samen met hen blijven groeien. Indien iemand zich kandidaat stelt om hier als architect met of zonder ervaring te komen werken en er is een klik tussen beiden, dan kan die hier starten. Al wil niet elke jonge architect in onze harde wereld meedraaien. Sommigen gaan na verloop van tijd liever voor een stadsbestuur of iets dergelijks werken.
We zijn ooit begonnen door kleine verbouwingen en opdrachten uit te werken. In tegenstelling tot veel andere grotere bureaus, doen we die nog steeds. Je staat er niet bij stil hoeveel grote projecten het gevolg zijn van een kleine opdracht die je eens voor een particulier gedaan hebt. We doen het allemaal: kleine opdrachten voor particulieren, grote projecten voor projectontwikkelaars, en ook in de haven zijn we erg actief. En dat deint allemaal nog verder uit. Toen het indertijd alleen rond mij draaide, werkten we vooral rond de kerktoren en in Antwerpen. Maar met Stijn erbij zitten we in het hele land: van de kust tot Brussel en Limburg. Ook Zeeland en een stuk van Nederland is erg belangrijk geworden.”
Jullie houden de focus bewust heel breed?
Stijn: “Vaak koopt een opdrachtgever een stuk grond met de vraag aan ons wat er gerealiseerd kan worden. Dan moet je het bouwprogramma mee opstellen, een heel plan maken. En als dat klaar is moet het gebouwd worden. Daarna volgt soms nog het interieur, …"
Teamwerk
Hoe is nu de taakverdeling tussen jullie?
Fons: “De kleinere particuliere opdrachten neem ik nog voor mijn rekening. Ik neem rustig de tijd om met die klanten te babbelen en delegeer dan in het kantoor. En er zijn ook een aantal grotere projecten die ik nog volg. Al zit 80 procent van de grotere projecten bij Stijn. Ik ben meer op kantoor dan Stijn. Dan krijg je niet alleen vragen van technische aard, maar ook van persoonlijke aard. Daar zijn we ook voor. Stijn heeft daar vaak minder tijd voor, maar het blijft belangrijk. Je moet de groep bij elkaar houden. We doen veel activiteiten samen, gaan op weekend, en als er iemand verjaart is er altijd een feestje.”
Je moet zowel architect zijn als bedrijfsleider van een flinke kmo?
Fons: “We hebben intussen een goed middenkader uitgebouwd van architecten die hier 10 tot 15 jaar werken. Dat zijn onmisbare krachten. Ze volgen zelf een aantal klanten op en nemen nieuwe medewerkers onder hun hoede. De vragen worden veel meer getrieerd voor ze bij ons komen. We hebben ook iemand die de planning en werkverdeling opvolgt. Die structuur moeten we verder vorm blijven geven.”
Stijn: “We zetten vaak een ervaren kracht en iemand met weinig ervaring samen. De ervaren kracht kan zo een aantal dingen doorgeven waardoor hij/zij minder werkdruk heeft. En de jonge architect leert ontzettend veel bij op korte tijd. Je ziet stagiairs hier op twee jaar tijd enorm groeien. Op het einde hebben ze een werf onder controle. Je investeert er veel in, maar op het einde van de rit draaien ze wel mee. Als je er geen energie in stopt, krijg je ook niets terug. En dankzij onze schaalgrootte kunnen mensen hier ook specialiseren: meer particuliere projecten of meer projectontwikkeling, de haven of de zorgsector, … Zo heeft iedereen zijn of haar interesses.”
Procedures
Planning is altijd een heikel gegeven in de bouwsector?
Fons: “Dat is nog een voordeel van een schaalvergroting. Met een groot kantoor kan je gemakkelijker gaten opvullen als een groot project even stilvalt.”
Stijn: “Als je met twintig projecten tegelijk bezig bent, zijn er altijd wel een paar die moeilijk lopen. Maar dat is niet zo erg als de rest wel vooruit gaat. Het is heel moeilijk om een planning te maken in onze sector: veel hangt af van de timing van goedkeuringen, van bezwaarprocedures, de timing van de aannemer, … Soms ligt een dossier 3 of 4 jaar stil. Ineens komt dat erdoor en dan moet alles zo snel mogelijk vooruitgaan. Omgekeerd kan ook. Je bent klaar om te bouwen en dan begint ineens een buurman te procederen. Daar moet je flexibel mee om kunnen gaan. De mensen onderschatten vaak hoeveel werk er kruipt in alle procedures en hoeveel verloren werk er soms is. Als architect kan je daar niet altijd iets aan doen. Een bouwvergunning voor een huis was vroeger een paar A4’tjes. Nu is dat een stapel papieren met een hoop extra tekeningen.”
Fons: “De druk bij de opdrachtgever is soms groot. En daar zitten wij altijd tussen als spilfiguur. Wij moeten er uiteindelijk voor zorgen dat alles draait. Het is een harde stiel. De uren die je moet draaien, de verantwoordelijkheden en risico’s die je neemt en de kosten die er zijn. Daar mag je niet te veel over nadenken.”
Als ik 14 dagen weg ben, begint het te kriebelen.
Gezondheid
U bent nu 70 jaar maar nog steeds van ’s morgens tot ’s avonds bezig?
Fons: “Ik heb mijn vrouw gezegd dat ik dit blijf doen, maar neem meer vakanties per jaar dan vroeger. Al moeten deze vakanties niet te lang duren (lacht). Als je een maand weg bent, mis je teveel. Als ik 14 dagen weg ben, begint het trouwens al snel te kriebelen en wil ik terug. Alles hangt natuurlijk af van je gezondheid. Vorige maand is een goede vriend waarmee we veel samenwerkten plots overleden. Hij was net 70 geworden en nog heel actief en had net als ons een familiebedrijf met verschillende generaties. We kenden elkaar 40 jaar. Dat was een shock.”
U heeft nog een andere zoon?
Fons: “Die heeft ook een eigen bedrijf. Hij was geïnteresseerd in mechaniek en technieken en is in de haven een bedrijf gestart voor het onderhoud, de verkoop en verhuur van heftrucks, stellingen, containers, … Hij is ook van nul begonnen. Ondernemerschap zit precies in de familie (lacht).”
Het komt niet zo vaak voor dat een groot architectenbureau een familiebedrijf is?
Stijn: “Er is er nog één dat ik ken. Maar de meeste grotere bureaus hebben inderdaad vaak meerdere vennoten zonder familiebanden. Je ziet ook dat veel grotere architectenkantoren het meeste werk binnenhalen via openbare aanbestedingen. Wij doen dat ook weleens, maar het is niet onze hoofdactiviteit. Bij ons komt het werk bijna altijd via een ander werk en dat is vaak persoonsgebonden.”
Fons: “De persoonlijke band is bij ons ontzettend belangrijk. Iedereen kan hier gewoon binnenstappen als we er zijn. Ook de particulieren.”