Ruimte voor  ondernemen
Jaak Fransen, Nele Gutschoven Regio Overpelt

Ruimte voor ondernemen

Regio: Overpelt

Met net geen 15.000 inwoners behoort Overpelt tot de kleinste van de middelgrote Limburgse gemeenten. Maar het herbergt met Nolimpark wel één van de grotere industrieterreinen van de provincie. Overpelt is een echte woon- én werkgemeente. Burgemeester Jaak Fransen en schepen van economie Nele Gutschoven hebben een duidelijke visie over de rol die het gemeentebestuur moet spelen om het economisch weefsel te versterken.

STERCK. Overpelt is een gemeente waar er nog ruimte is voor bedrijven?

Jaak Fransen: “We hebben ongeveer 400 ha industrieterrein waarop een dikke 200 bedrijven gevestigd zijn. Nolimpark is volzet in de zin dat nagenoeg alle percelen bebouwd of ingenomen zijn. Maar er zijn bijvoorbeeld ook een aantal percelen die eigendom van de gemeente waren en waar een vervuilingsproblematiek is opgelost. Die zijn nu terug verkocht, maar moeten nog opnieuw in gebruik genomen worden. Daarnaast zijn er op Nolimpark ook een aantal oudere bedrijven die niet meer al hun gebouwen gebruiken. Bepaalde onderdelen worden verkocht en gerenoveerd. We hebben die vernieuwing nodig. Nolimpark zit dus niet vol maar moet op sommige plaatsen een andere invulling krijgen.”

Overpelt is een echte woon-werkgemeente.

STERCK. Het gemeentebestuur tracht die herontwikkeling te stimuleren?

Fransen: “Een goed voorbeeld daarvan is de samenwerking tussen gemeentebestuur, de POM en Nyrstar in de Brownfield convenant die we zijn opgestart voor de zone tussen de Fabriekstraat en het kanaal. Dat is de Nyrstar-site van in totaal 100 hectare. Daarvan hebben we 50 hectare in die convenant zitten. We proberen met de verschillende betrokken partijen tot afspraken te komen om dat oude industriële erfgoed te herontwikkelen.”

Jaak Fransen

Revitalisering

STERCK. Jullie spelen daar als overheid een actieve rol in?

Fransen: “We hebben als intercommunale Nolimpark een revitaliseringsstudie laten maken. Daaruit zijn een aantal zaken naar voor gekomen en die proberen we nu een voor een uit te voeren. De Brownfield convenant is daar één voorbeeld van. Maar zo is er ook het project No Limit, een verwijzing naar Nolim. We proberen daarin de grenzen op te zoeken van de efficiëntie van onze bedrijven en helpen hen om die te verbeteren. In samenwerking met de POM werken we bijvoorbeeld aan een rest-stromenonderzoek. Samen met Infrax kijken we of het mogelijk is om een warmtenet aan te leggen waarmee warmte kan uitgewisseld en gerecupereerd worden in plaats van het zelf op te wekken. Op die manier willen we onze bedrijven verankeren en versterken. Dat doe je door ze aan elkaar te connecteren als dat een meerwaarde heeft voor hen.

Maar het zit soms ook in kleinere voorbeelden. Zo kijken we naar de mogelijkheid tot gezamenlijke aankopen en gaan we ook werk maken van zoveel mogelijk vrijliggende fietspaden op de grote assen op het industrieterrein. Het zijn een aantal acties die we één voor één gaan uitvoeren.”

Uitbreiding

STERCK. Er is ook sprake van uitbreiding het industrieterrein?

Fransen: “Er is een nieuwe KMO-zone in de maak van een 15-tal hectare. Die noemt Nolim Noord en bevindt zich op de locatie van de vroegere voetbalclub Overpelt Fabriek. We beginnen daar volgend jaar met de aanleg van de wegenis. Het is een vervanging van enkele oudere KMO-zones die omgezet zijn naar woonzone, of nog omgezet zullen worden. Het gaat om de KMO-zone in de Veldstraat die tegen de ring ligt, en waar nu al bewoning is. Daarnaast heeft Matexi ook heel wat grond verworven op en rond de voormalige Willem II-sigarensite aan de buitenkant van de ring. Ook dat gaat woonzone worden omdat het een centrumversterkend effect heeft. De derde zone is De Dries die we omgevormd hebben tot een zone voor meer grootschalige winkels die we in het centrum toch niet kwijt krijgen zoals een Vatana, een Albert Heijn, ... De zone bevindt zich tussen de twee dorpskernen van Overpelt en Neerpelt. Er is ruimte voor in totaal 15.000 m2 extra winkelruimte.”

Nele Gutschoven: “De kleinere KMO’s hebben nu niet echt een plaats in de gemeente. Het is de bedoeling om ook voor hen ruimte te creëren. Ook om de bedrijven die in woonzones ontstaan zijn, de kans te geven om zich te herlokaliseren en door te groeien.

STERCK. Dat kan ook op het toekomstige Nolim Oost?

Fransen: “Dat is de site van het voormalige stort. Deze ligt in de oksel van de A24 en de N71, de baan naar Lommel, langs de Profel-groep. De OVAM heeft een attest afgegeven dat het terrein niet meer gesaneerd moet worden. Het is op het gewestplan aangeduid als industriegebied en we willen dit ook verder gaan ontwikkelen en toevoegen aan Nolimpark. Er zijn zeker nog enkele tientallen hectaren beschikbaar maar er is werk aan. Het is niet zomaar braakliggende grond die klaar is voor gebruik.”

We willen bestaande terreinen revitaliseren en nieuwe industrieterreinen toevoegen.
Gutschoven: “Samenvattend kan je stellen dat we enerzijds willen werken aan de revitalisering van de bestaande terreinen en anderzijds een aantal nieuwe terreinen willen toevoegen. In het Noorden van de provincie hebben we een goede ligging, dichtbij de grote invalswegen en de Ijzeren Rijn. Tussen spoor en kanaal situeert zich straks alle vernieuwing.”

Tewerkstelling

STERCK. Hoe zit het met tewerkstelling in de gemeente?

Fransen: “We hebben natuurlijk vooral maakindustrie op ons bedrijven-
terrein. Het is moeilijk om lokaal over exacte cijfers te beschikken maar ik heb het gevoel dat het op het vlak van tewerkstelling terug beter gaat met onze bedrijven. De afgelopen 4 à 5 jaar zag je geen verkoop van terreinen. En die zie je nu wel terug aantrekken.

We hebben de laatste tijd wel een duidelijke verschuiving van tewerkstelling gezien. Enerzijds een daling op het bedrijventerrein met bedrijven die verhuisd zijn of failliet gegaan zijn. Maar anderzijds is de tewerkstelling in het onderwijs en de gezondheidszorg wel weer sterk gestegen. Met het rusthuis, het Mariaziekenhuis, de MS-kliniek, … hebben we tal van grote zorginstellingen in de gemeente. Er werken in Overpelt in totaal meer dan 2.000 mensen in de zorg. Het ziekenhuis is van 700 medewerkers in 2005 naar actueel 1.100 gegaan. Dat is behoorlijk spectaculair. Ook in de winkels creëren we bijkomende tewerkstelling. Het is voor onze gemeente een zegen dat de mensen zo kort bij huis kunnen werken.”

Nele Gutschoven

STERCK. Ook toerisme en horeca groeien als economische factor?

Gutschoven: “Het toeristische luik begint zich uit te breiden waarbij we verschillende hotel- en B&B-uitbaters hebben die hier een markt vinden. Samen met de gemeenten Lommel en Hechtel-Eksel en de Vlaamse Overheid zijn we ook actief in het project Bosland. Dat is voor ons de kapstok om de toeristische sector én de horeca kansen te bieden.”

Fransen: “Het nieuw aangelegde plein in het dorpscentrum speelt daar ook op in. De mensen kunnen er rondlopen en zitten. Er is plaats voor terrassen. Ook de heraanleg van de Leopoldlaan heeft een dynamiek op gang gebracht voor horeca om zich daar te vestigen.

We spelen als gemeentebestuur daarin een faciliterende rol. Je moet zorgen dat de mensen ruimte en zin hebben om gebruik te maken van het openbare domein. We hebben het grote voordeel dat we de ruimte hebben in onze dorpskern. Als je op publiek domein iets doet volgt de rest wel. Dat zijn de instrumenten die de lokale overheid heeft en de rol die ze moet spelen. En daarnaast voeren we ook een stimulerend ruimtelijk beleid. En dat werkt goed. Ik doe dat liever dan geld uit te delen voor een gevelrenovatie.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels