De Fiets innovatie: Flanders’ Bike Valley
Marc Hufkens & Bert Celis

De Fiets innovatie: Flanders’ Bike Valley

Regio Beringen

Flanders’ Bike Valley opende op 1 april haar windtunnel en incubator in een gloednieuw gebouw op de site van Ridley in Beringen. Goed drie jaar na de oprichting maken 53 KMO’s en instellingen deel uit van het snel groeiende kenniscentrum rond alles wat te maken heeft met de fiets. Mede-oprichters Marc Hufkens en Bert Celis hebben de torenhoge ambitie om hun Flanders’ Bike Valley uit te laten groeien tot een wereldwijde referentie in open innovatie rond fietstechnologie in de brede zin van het woord. 

Marc Hufkens en Bert Celis kennen elkaar van de lange tijd dat Hufkens actief was als adjunct van Ridley-CEO Jochem Aerts. Celis was als adviseur van het Innovatiecentrum Limburg betrokken bij verschillende projecten in de fietsindustrie. “Het idee van Flanders’ Bike Valley komt uit verschillende hoeken”, legt Bert Celis uit. “Bij mensen zoals Jochem Aerts, onszelf, het Agentschap Ondernemen en bedrijven zoals Lazer, Bioracer en Ridley groeide het idee om de kennis en ervaring rond aerodynamica samen te brengen in een cluster en de samenwerking verder vorm te geven.”

Hufkens: “Die oprichtende bedrijven behoren elk op hun domein bij de wereldtop op vlak van aerodynamica. Toen we hen voor het eerst samenbrachten was iedereen verwonderd over de kennis die er bij de andere partijen aanwezig was. Ze waren dan ook snel overtuigd dat als we die kennis zouden samenbrengen, ze een verdere voorsprong konden nemen die niemand nog kon inhalen.Zo zijn we gestart. 

Flanders' Bike Valley heeft zelf geen agenda. We baseren onze prioriteiten op de ‘roadmaps’ van onze meer dan 50 leden en de doelstellingen die zij binnen 3 tot 5 jaar willen bereiken. We kijken hoe we bepaalde ontwikkelingen kunnen helpen versnellen en problemen kunnen oplossen door er andere partijen bij te betrekken. Voor een bedrijf is het soms moeilijk om met innovatieve ideeën zelf de markt op te gaan, omdat ze dan hun strategie en doelstellingen moeten prijsgeven. Maar wij kunnen in alle onafhankelijkheid en vertrouwen op zoek gaan naar geschikte technologieën en knowhow, die trouwens heel vaak uit andere sectoren. Zo kunnen onze leden de ontwikkelingstijd van hun innovaties van 3 jaar terugbrengen tot soms minder dan een jaar.”

Het clusteren van kennis rond aerodynamica geeft ons een voorsprong die niemand nog kan inhalen.

 

STERCK. Het doel is dat daar producten uitkomen die wereldwijd schaalbaar zijn?

Celis: “We mikken niet alleen op producten maar ook op diensten. Zo is toerisme en recreatie één van onze zes pijlers en daar vallen heel wat servicebedrijven onder. De fietssector is veel breder dan alleen de industrie en het maken van fietsen. Je moet dat opentrekken omdat je veel kan leren van andere sectoren die dicht op de markt zitten.” 

Marc_Hufkens_Bert_Celis.jpg

Early adopters

STERCK. Toerisme en topsport liggen toch vrij ver uit elkaar?

Hufkens: “De echte professionele topsport is een sponsoringsverhaal van A tot Z waar je economisch moeilijk kan overleven. Je zit hier in een regio met heel veel recreanten die met hetzelfde materiaal willen fietsen en van dezelfde voordelen willen genieten als professionele renners. Daar kan je een economisch verhaal op bouwen. 

Hier in Vlaanderen hebben we ontzettend veel zogenaamde ‘early adaptors’. Wereldwijd bestaat de perceptie dat – net als chocolade - het wegwielrennen in onze regio zijn bakermat heeft. De Champions League van het wielrennen wordt in Vlaanderen georganiseerd. Dat is een enorme rijkdom. We hebben Flanders Investment en Trade kunnen overtuigen om dat internationaal ook zo in de markt te zetten en dat werkt echt. We kunnen innovatieve ondernemers ondersteunen door hun tractie te geven en gemakkelijker wereldwijd toptalent naar hier te halen. Bovendien helpt de clustering om ‘privat equity’ en risicokapitaal aan te trekken. Financierders zijn veel sneller geïnteresseerd in bedrijven die ingekapseld zitten in een ecosysteem.”

Celis: “We zijn met aerodynamica gestart maar hebben dat al snel opengetrokken naar andere sectoren zoals mobiliteit, toerisme, veiligheid en gezondheidszorg. Zo zijn we rond fietsinfrastructuur bijvoorbeeld betrokken in een Europees project rond ‘cycling highways’. De toekomstige ‘fietsostrades’ zullen mogelijk een belangrijke rol spelen op het vlak van mobiliteit. En zeker in Limburg zijn toerisme en recreatie erg belangrijk. Fietsen is een beweging die je heel lang kan blijven doen.” 

Hufkens: We hebben een coördinerende rol en zijn de draaischijf tussen de verschillende actoren. We brengen hen met elkaar in contact en zoeken naar overlappende gebieden.” 

Celis: “Bioracer produceert bijvoorbeeld kleding maar het gaat ook over reflectoren, veiligheid, … er is veel kruisbestuiving. Van composieten, batterijtechniek, aerodynamica, … tot zelfs de dronetechnologie in Sint-truiden voor het filmen van wedstrijden en trainingen.” 

Hufkens: “In die overlappingen focussen we op alles wat met de fiets te maken heeft. Het is belangrijk dat een regio keuzes maakt waarin men goed is. Als je ‘smart specialisation’ op het gebied van fietsen wil claimen, moet je bedrijven hebben die mee aan de top staan en die ook de beslissingsbevoegdheid hebben om te ondernemen. Niet gewoon de dochteronder­nemingen van een grote multinational. En die hebben we volop.”

Open innovatie

STERCK. Bestaat er geen koudwatervrees om in zo’n open innovatie je bedrijfsgeheimen prijs te geven?

Hufkens: “Tot 80 procent van de bedrijven heeft daar inderdaad schrik van, maar eens ze het geproefd hebben, zijn ze een enorme voorstander. Vaak werkt een bedrijf aan een specifieke component zoals Velocite uit Taiwan dat zich specialiseert in aero-racefietsen en het volledig automatisch produceren van carbonvelgen. Ze kunnen qua innovatie complementair zijn met andere bedrijven. Als je echt met nieuwe materialen bezig bent, en wilt samenwerken met grote partijen zoals een 3M, is het ook interessant om je met meerderen te bundelen en zo voldoende schaalgrootte te genereren.”

Celis: “Soms is het trouwens interessant is om je concullega’s dicht bij je te hebben waardoor je sneller gaat groeien. We hebben bijvoorbeeld twee relatief kleine bedrijfjes die beiden met een intelligent fietsslot bezig zijn. Die hebben elkaar na een tijd leren kennen waardoor ze nu alle twee sneller gaan ontwikkelen. Met relatief kleine bedrijven lukt dat prima. Je moet in zo’n open innovatietraject ook eerst de taart delen voor je ze gemaakt hebt. Het is een kwestie van op voorhand goede afspraken te maken, zeker rond IP en dergelijke. Als je eerst de taart maakt wil iedereen uiteindelijk een groter stuk. Die initiatie en project­coördinatie is onze rol.  Bovendien werken we bottom-up waarbij de richting uitgezet wordt door de deelnemende bedrijven zelf. We zijn geen sectororganisatie die alles van bovenuit vastlegt.

Ook het vermarkten krijgt veel aandacht bij ons. Dat is de stap na het prototype. De meeste bedrijven hebben wel veel goede ideeën, maar 80 tot 90 procent van de innovaties falen op het moment dat ze in de markt gezet worden. We hebben bijvoorbeeld met een aantal leden gezamenlijk een beursstand op Eurobike, de grootste fietsbeurs ter wereld. Een starter geraakt daar gewoon niet binnen. Met de Ronde van Vlaanderen gaan we events doen om mensen tot hier te trekken. We willen de markt zo dicht mogelijk bij de nieuwe ontwikkelingen brengen.”

STERCK. Jullie hebben heel sterke internationale ambities?

Celis: “De rol van de ‘early adopters’ is daar belangrijk in. Iedereen weet dat je als IT-bedrijf met internationale ambities in Silicon Valley moet zitten. Wel, in de fietsbranche moet je in de toekomst in onze regio zitten. We hebben al copycats gehad in Roemenië en Portugal, maar hun fundamenten waren niet sterk genoeg omdat er geen ‘early adopters’ zitten. Wij hebben die cultuur wel. En daarvoor is het concept van een incubator en de naam Bike Valley ook ideaal. Dat verstaat iedereen waar ook ter wereld.”

Hufkens: “En alle bedrijven in de wereldwijde branche weten dat Lazer, Bioracer en Ridley wereldtoppers zijn op het vlak van aerodynamica. Ze zien met welke snelle ontwikkelingen en innovatie die bedrijven komen en dat trekt ook aan.” 

STERCK. Waar willen jullie binnen 5 jaar staan?

Hufkens: “We moeten afgerekend worden op het feit dat het aantal jobs in de fietsgerelateerde economie zal toegenomen zijn. Ook het aantal toeristen dat naar hier komt kan een indicator zijn. Een fiets kost misschien 2000 euro en gaat 5 jaar mee, maar op die 5 jaar wordt er door die fietser een veel groter bedrag uitgegeven aan uitrusting, horeca, …. Voor ons is dat één geheel en zijn dat twee dingen die elkaar kunnen versterken. 

We verwachten op jaarbasis toch een 35.000 bezoekers voor de windtunnel en de daaraan gekoppelde bedrijven. Shimano, de grootste naam in de fietsindustrie, heeft een paar maanden geleden besloten dat ze op 35 km van hier een fiets-experience center gaan bouwen in Valkenburg. Alleen zij al verwachten 75.000 bezoekers per jaar. We kunnen elkaar perfect aanvullen. En daarin kunnen ook heel wat jobs voor laaggeschoolden gecreëerd worden. 

Celis: “Ook het fietsgebeuren op het circuit van Zolder en het fietsroutenetwerk sluit daar perfect op aan. Dat moeten we als één geheel in de markt kunnen zetten. Onze voornaamste rol daarin is om de fietsindustrie te koppelen aan dat toeristisch verhaal. En daarnaast is ook mobiliteit een enorm belangrijke groeipool voor de fietssector. We kijken vooral naar de industriële kant met een aantal nieuwe ontwikkelingen rond infrastructuur die exporteerbaar zijn en die inspelen op het woonwerkverkeer. We willen tijdswinst genereren voor fietsers zoals met ontkoppelpunten op 10 of 15 km van Antwerpen waar je een park & bike organiseert vanwaar je dan tegen 30 à 40 km/u tot in het hart van de stad kan fietsen en exact weet om hoe laat je gaat aankomen. De grote uitdaging is om snelheid en tijdswinst te creëren op die fietsostrades. Dat zijn relatief lage investeringen waarmee je een grote impact op het verkeer kan hebben.”

Windtunnel

STERCK. De nieuwe windtunnel opent dan weer perspectieven op heel andere domeinen?

Hufkens: “We willen bijvoorbeeld specialist worden in het meten van atleten in de windtunnel, maar dat kan ook uitbreiden naar bijvoorbeeld de ski- en alpinesport waar luchtweerstand gigantische resultaatverschillen kan geven. We hebben een nieuwe technologie ontwikkeld om één op één dummy’s te maken volgens de lichaamsbouw van atleten. Samen met de mensen van het Europees Platform voor Sportinnovatie denken we aan een sportinnovatiecentrum waar we op vlak van aerodynamica dé referentie kunnen worden.” 

STERCK. Zelfs voor de maakindustrie zien jullie nieuwe mogelijkheden?

Hufkens: “De industriële maakproductie die de afgelopen 25 jaar naar het Verre Oosten is verdwenen, kunnen we terughalen als we evolueren naar hoog geautomatiseerde productie. Dankzij nieuwe 3D-scantechnologie kan een fiets in de toekomst volledig op maat van de koper gemaakt worden. Met nieuwe technologieën en de ineenstorting van de prijzen van de robots, kan je hier gaan automatiseren. Dan kom je in een proces dat je eerst je product gaat verkopen, dan je klant scant en vervolgens start met productie op maat. ‘Quick Respons Manufacturing’ heeft een toekomst in Europa. 

STERCK. Jullie zijn wel héél ambitieus. 

Celis: “Als je de meest ambitieuze bedrijven wil aantrekken, dan moet je zelf de lat ook hoog genoeg leggen. Wereldwijd hebben we nu de eerste fietswindtunnel. Daarmee onderscheiden we ons van andere regio’s.”

Hufkens: “Met open innovatie kan je ontzettend veel verder komen dan wanneer iedereen in zijn eentje R&D zit te doen. Dat is al bewezen. KMO’s kunnen hun R&D capaciteit verdrievoudigen zonder dat dit hun geld kost. We hebben de afgelopen 20 jaar in Vlaanderen al veel toegepast onderzoek uitgevoerd zoals bij IMEC dat wereldwijd top is. Maar als je gaat kijken wie die technologie gebruikt, dan kom je uit bij een Samsung en een Apple. Maar die produceren niet hier hè. En toch ligt Vlaanderen aan de basis van heel die ontwikkelingen. We hopen op dat vlak een aantal concrete resultaten te boeken.”.

Flanders’ Bike Valley

is in 2013 opgericht als een open innovatiecentrum voor de fietsindustrie en is bottom-­ up georganiseerd. De vijf Belgische partners die aan de wieg van het initiatief stonden zijn op wereldvlak leidend in hun kennis van aerodynamica:

  • BioRacer (fietskleding) 
  • Lazer Sport (helmen)
  • Ridley (racefietsen)
  • Voxdale (aerodynamica)
  • Flanders Make (kenniscentrum voor de maakindustrie)
Flanders’ Bike Valley richt zich op 6 grote domeinen
  • Mobiliteit
  • Sport
  • Veiligheid en gezondheidszorg
  • Wetenschap en technologie
  • Industrie en overheid
  • Toerisme
Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels