Maaslandse dynamiek
Jo Brouns, Lydia Peeters & Jan Creemer

Maaslandse dynamiek

Regio: Dilsen-Stokkem - Kinrooi - Maaseik

De drie meest Noordoostelijke gemeenten van België hebben elk een eigen economische profiel. Terwijl op de bedrijventerreinen van Dilsen-Stokkem veruit de meeste bedrijven gevestigd zijn, komt de werkgelegenheid in Maaseik voornamelijk van de zorgsector en het onderwijs. Kleine broertje Kinrooi trekt dan weer volledig de kaart van de land- en tuinbouw. STERCK. bracht de drie Maaslandse burgemeesters samen voor een gesprek.

STERCK. Dilsen-Stokkem is met 11 bedrijven goed vertegenwoordigd in Top 20?

Lydia Peeters: “We hebben twee bovenregionale bedrijventerreinen die samen goed zijn voor een 350-tal hectare aan ruimte om te ondernemen. Dat is uiteraard een belangrijk gegeven naar tewerkstelling toe. De crisis van 2008 heeft net zoals op andere plaatsen helaas wel voor wat problemen gezorgd. Maar dat betekent ook dat er nog wel wat beschikbare ruimte is. We zien de laatste jaren trouwens een duidelijke heropleving. Nieuwe bedrijven vinden de weg naar het Maasland en anderen breiden hun activiteiten uit.

Bij de grootste bedrijven zijn onder meer Vasco, Alro en Mecam die goed zijn voor flink wat tewerkstelling per bedrijf. Daarnaast is er ook een heel ruim aanbod aan kmo’s. Naast de twee bovenregionale bedrijventerreinen hebben we nog de kmo-zone Soerveld en twee kleinere kmo-zones waar een beperkt aantal bedrijven gevestigd zijn. Soerveld is op heel korte tijd ingevuld geraakt. Daaraan zie je dat er nog duidelijk potentieel is voor economische ontwikkeling. 

Voor het bedrijventerrein in Lanklaar hebben we door de goedkeuring van een RUP in 2015 bijkomende ruimte gekregen die we nog kunnen ontwikkelen. Het gaat dan over de site tussen de Vulexplas en het gebouw van Machiels waar op dit ogenblik het postdistributiecentrum gehuisvest is. Er is een 25 ha extra beschikbaar. De plannen voor wegenis zijn nu klaar en de werken zullen wellicht spoedig aanvatten. Het project is in handen van privé-ontwikkelaars.”

Burgemeester r e g i o d i l s e n - s t o k k e m - k i n r o o i - m a a s e i k

STERCK. Maaseik is de grootste stad, maar niet op het vlak van industrie? 

Jan Creemers: “Als je naar de geschiedenis kijkt is Maaseik verre van een industriestad. We hebben het altijd meer van een toeristisch perspectief moeten hebben om de mensen naar hier te krijgen. Maar dat brengt ook heel wat horeca met zich mee. Daarvan zijn we goed voorzien en die zaken draaien ook goed. De focus ligt in Maaseik voornamelijk op zorg en onderwijs. Het nieuwe ziekenhuis zal tegen het einde van het jaar klaar zijn en dan komt de campus van Bree erbij. Uiteindelijk werken er 600 mensen. En op het vlak van onderwijs hebben we duizenden leerlingen die naar Maaseik komen, ook van over de grens. Het is een belangrijke bron van  tewerkstelling. 

Qua industrie zijn we niet zo goed bedeeld. We beschikken onder meer over een provinciaal bedrijventerrein dat echter niet volledig is ingevuld. We hebben daar ook een paar tegenslagen gehad met onder meer het faillissement van ATM en van de champignonkwekerij Mefil. Gelukkig is het gebouw van ATM terug verkocht en zal zich daar opnieuw een bedrijf vestigen. Ook de champignonkwekerij is intussen terug opgestart. Je voelt daaraan dat er sprake is van een heropleving. Het is te hopen dat deze zich verzet.” 

STERCK: In Kinrooi is er nog een heel ander economisch beeld?

Jo Brouns: “Wij zijn een gemeente die in het buitengebied gelegen is. De industriële ontwikkeling is dus eerder beperkt. Het gaat om heel andere getallen. We hebben ook geen bovenregionale functie maar twee kmo-zones waarvan we er nu wel één met zes hectaren mogen uitbreiden. Natuurlijk zijn er een aantal sterke kmo’s zoals Schelfhout dat goed is voor bijna 250 arbeidsplaatsen en dat klaar is om de volgende jaren nog te groeien. 

Maar we proberen ons vooral te onderscheiden door specialisatie in bepaalde niches. Kinrooi is van oudsher een land- en tuinbouwgemeente en we trekken dan ook volledig de kaart van de landbouw. We tellen 110 land- en tuinbouwbedrijven op ons grondgebied. Dat is historisch gegroeid. We kunnen via een uniek irrigatienetwerk van 85 kilometer leidingen, met het water van de plassen die door de ontgrinding ontstaan zijn, onze akkers beregenen. Zo is er de omslag gemaakt van klassieke veeteelt naar groententeelt. Met het Agropolis-project ontwikkelen we nu 40 ha voor land- en tuinbouw, specifiek gericht op innovatie. We willen de motor zijn van de vernieuwing in land- en tuinbouw en hebben ook de erkenning gekregen om te starten met een incubatiefunctie. Startende ondernemingen in de brede land- en tuinbouw die mee aan de kar van vernieuwing willen trekken, krijgen bij ons alle kansen. Het hele project is ook duurzaam opgevat.” 

Burgemeester r e g i o d i l s e n - s t o k k e m - k i n r o o i - m a a s e i kBurgemeester r e g i o d i l s e n - s t o k k e m - k i n r o o i - m a a s e i k

Werkgelegenheid 

STERCK. Het cijfer van het aantal jobs in loondienst plus de zelfstandigen ligt in de drie gemeenten lager dan het Limburgs gemiddelde. Heel wat mensen werken buiten de gemeente?

Creemers: “We hebben hier gelukkig een grensovergang waar mensen op een relatief snelle manier op de bedrijventerreinen in Nederland kunnen geraken. Meer dan 8.000 mensen vanuit deze regio werken in Nederland. Alleen al in Kinrooi zijn er dat 1.000. Dat is heel veel. Er is het bedrijventerrein van Echt-Susteren dat serieus gegroeid is. En er is de industrie van onder meer Born die nog in volle ontwikkeling is en actief aan onze kant van de grens komt rekruteren. Als je de cijfers bekijkt is het een beetje een rare situatie. Onze bevolking blijft toch groeien. Dat betekent dat mensen ervoor kiezen om in deze regio te komen wonen. Maar de tewerkstellingsmogelijkheden volgen niet in dezelfde verhouding.”

Brouns: “In Kinrooi is bevolkingsgroei niet vanzelfsprekend. We zijn buitengebied wat ons beperkt naar woonmogelijkheden en naar industriële ontwikkeling toe. En dan is er de vergrijzing zoals we overal in het Maasland kennen. Naar woonmogelijkheden kan een stad als Maaseik haast onbeperkt groeien. Wij moeten op dat vlak echt een serieuze tand bijsteken om mee te kunnen. De inkomsten van een gemeente hangen ook voor een deel van de aanwezigheid van industrie af. Maar er is en blijft een grote werkloosheid in het Maasland. De verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal werkzoekend is nergens zo groot als in het Maasland. Tot zelfs 5 keer meer. 

Voor onze inwoners is het gelukkig geen afstand om bijvoorbeeld in Dilsen-Stokkem te gaan werken. Projecten zoals Terhills creëren ook heel wat tewerkstelling voor lager geschoolden. Daar hebben we allemaal baat bij, ongeacht op welk grondgebied het project ligt. Op dat vlak moet het kunnen om in het Maasland de grenzen weg te denken.”

STERCK. Intussen blijft mobiliteit een heikel punt?

Creemers: “Voor mij is dat een heel heikel punt. Je hoort daar ook veel mensen over klagen. We moeten zelfs strijden om de bussen tot aan de ingang van het nieuwe ziekenhuis te laten rijden, terwijl deze er speciaal voor uitgerust is. En los daarvan zitten we nog met onze N78 die een echt gedrocht is en waar een snelle verplaatsing op de spitsuren niet meer mogelijk is. Het hele mobiliteitsgebeuren voor onze regio in het kader van het Spartacus-plan is achteruit geschoven tot op de laatste plaats.”

Peeters: “In alles wat openbaar vervoer betreft zijn we steeds stiefmoederlijk behandeld. We zijn een blinde vlek op de landkaart. Ook voor verplaatsingen naar bijvoorbeeld Brussel of Antwerpen liggen we echt problematisch.”

Brouns: “Ik heb daar enigszins een dubbel gevoel bij. We zijn excentrisch gelegen en je kan onze regio niet zomaar verplaatsen. Ik denk dat we ons nog veel meer Euregionaal moeten positioneren dan we nu al doen. Het nieuwe Agropolis ligt echt in een uithoek van België maar richting Nederland en richting Duitsland is de locatie zeer goed. Daar moet je gebruik van maken en die markten bewerken. Puur op het vlak van mobiliteit van personen is er echter inderdaad wel een probleem. Al is het de vraag of we dat met de huidige klassieke middelen kunnen oplossen. Er gaan geen 10 buslijnen bijkomen. Het vraagt een mentaliteitswijziging. Zijn we bijvoorbeeld bereid om een stukje vrijheid af te geven om lege plaatsen in onze auto te vullen met andere passagiers? En als er nieuwe verkeersknooppunten komen, moeten we daar snel op kunnen aansluiten.”

Burgemeester r e g i o d i l s e n - s t o k k e m - k i n r o o i - m a a s e i k

Grindwinning

STERCK. Wat zijn de hoofdlijnen in jullie economische beleid voor deze legislatuur?

Peeters: “De grindwinning is voor ons absoluut een heel belangrijk verhaal. We hebben dit najaar met de grindwerken aan de Maas meegedaan aan de Openbedrijvendag. Dan valt op welk een immens groot werk van openbaar nut dat is. Voor de stad is het ook een belangrijke bron van inkomsten. Samen met de invulling van bijkomende stukken bedrijventerrein en de start van het Terhills project zijn dat drie hoofdlijnen in ons economisch beleid. We hebben nog ruimte om te ondernemen en waren in Vlaanderen zelfs de eerste die een vrijstelling op onroerende voorheffing heeft gegeven aan nieuwe bedrijven die zich bij ons kwamen vestigen. Dat is nadien overgenomen door andere gemeenten. Qua mobiliteit hebben we in Dilsen-Stokkem ook iets minder problemen omdat we pal aan de N75 en de E314 liggen. Maar voor mensen die geen auto hebben blijft het een groot probleem.”

Creemers: “Maaseik heeft sowieso sterk ingezet op de komst van het nieuwe ziekenhuis omdat we vonden dat de regio niet zonder dat zorgaanbod en die tewerkstelling kan. Daarnaast is de verdere opvulling van de kmo-zones belangrijk. Dat is quasi gerealiseerd, alleen blijft er nog het provinciaal bedrijventerrein Jagersborg waar nog ruimte is voor een aantal bedrijven. We hopen op interesse uit de bedrijfswereld. Als je hier de brug oversteekt zit je zo op de A2. Dat is wél een goede verbinding.”

Brouns: “Voor Kinrooi staat de ontwikkeling van Agropolis zeker in de top 3. Maar daarnaast heb je ook het waterrecreatiegebied met de grote jachthaven die we samen met Maaseik exploiteren via Marec. Daar gaan we met de middelen uit het Grindfonds en samen met Marec nog eens 4 miljoen euro investeren. Het is een belangrijk project waarmee we het toerisme willen versterken en nog meer mensen naar hier willen trekken. Ook ons rusthuis waa we van 64 naar 100 bedden gaan is een investering van 12,5 miljoen euro. Dat zijn echt wel strategische investeringen.” 

Peeters: “We hebben in Dilsen-Stokkem ook sterk ingezet op de ontsluiting van bijkomende woongebieden. Recent zijn er twee woonuitbreidings­gebieden aangesneden. De bouw en de infrastructuurwerken brengen ook tewerkstelling met zich mee. En anderzijds zijn we in het centrum van Dilsen volop bezig met de ontwikkeling van het centrumplein waarmee we het hele centrum een opwaardering willen geven.” 

Brouns: “Op het vlak van woonbeleid hebben we de afgelopen jaren een aantal zaken juridisch verankerd. In de toekomst gaan we als buitengebied namelijk waarschijnlijk nog strenger beoordeeld worden op het aansnijden van open ruimte. We hebben de uitbreidingsgebieden in de ruimtelijke uitvoeringsplannen verankerd zodat we deze kunnen aansnijden in de vijf kerkdorpen op het moment dat dit nodig is.

Toerisme

STERCK. Toerisme gekoppeld aan horeca en middenstand is ook een belangrijke economische factor? 

Brouns: “Het fietsroutenetwerk Limburg is het drukst bereden naast de Maas. Het aantal oversteken aan het veer in Ophoven ligt op 60 tot 80.000 per jaar en groeit. Dat zijn indrukwekkende cijfers. Ook het aantal overnachtingen neemt toe. Dat moeten we blijven stimuleren.” 

Creemers: “De B&B’s in onze regio doen het bijvoorbeeld ontzettend goed. Toerisme brengt heel wat activiteit met zich mee. En mensen komen van heinde en ver naar hier. We moeten ons aanbod goed actualiseren. Als de grindwerken rond de Maas klaar zijn wordt het een heel mooi plaatje. 

Brouns: “In jachthaven Marec tellen we het hoogste aantal boten sinds 15 jaar. Dat is ook een groeimarkt, die we goed voelen.” 

Peeters: “En dan mag je de impact van het Nationaal Park Hoge Kempen niet vergeten met Connectera als één van de bijkomende troeven. Men weet dat het hier heel groen en aangenaam is om te vertoeven. En er is nog Berk en Ven in Maaseik, het eilandje in Neeroeteren, … dat zijn allemaal troeven die toeristisch belangrijk zijn.” 

Netwerken

STERCK. De relatie met de ondernemers is goed?

Brouns: “Als kleinste gemeente van de drie, hebben we met Unizo Kinrooi een heel sterke ondernemers­vereniging. Het is zelfs de snelst groeiende ondernemersvereniging van Limburg. Daar hebben we een goede band mee. Het is belangrijk om een goed contact te houden met de ondernemers en zo maximaal te kunnen inspelen op hun vragen. Veiligheid van en diefstalpreventie op de bedrijfsterreinen is bijvoorbeeld zo’n issue. Het zit soms in kleine zaken. En het is ook goed dat ondernemers elkaar beter leren kennen via zo’n werking.” 

Creemers: “Het helpt ook om mensen uit het klaagcircuit te halen. We hebben een tijd geleden bijvoorbeeld de promobelasting ingevoerd. Voor elke euro die ondernemers inbrengen zetten wij ook een euro in. We geven hun dat geld. Zo kunnen ze via hun eigen structuur ‘In Maaseik’ zelf hun verantwoordelijkheid nemen en initiatieven ontplooien. Ook op Jagersborg hebben ze zich verenigd. Er is een bedrijfsmanager aangesteld om dat in goede bannen te leiden. Stilaan zie je de resultaten komen.” 

Peeters: “Die netwerking is heel belangrijk. Unizo organiseert ook ontbijtvergaderingen met de ondernemers van de drie gemeenten samen. Dat is zeker een mooi verhaal. Bij ons heeft Unizo nog maar recent een doorstart gemaakt en is er de vereniging Distoc die heel erg actief is met bijna maandelijkse vergaderingen, ook samen met het stadbestuur. We hebben de eerste keer een afterworkparty georganiseerd met Distoc, Unizo en de stad waar dik 1500 bezoekers waren.”.

Evolutie aantal
jobs in loondienst + zelfstandigen:
2003 – 2012

Dilsen-Stokkem 6,3 %
Kinrooi 0,9 %
Maaseik 4,4%
Limburg 9,5 %

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels