Voorlopig zijn het nog twee gemeentes: Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek. Vanaf 1 januari 2019 fusioneren ze tot Oudsbergen. Met een oppervlakte van 116 vierkante kilometer wordt dat dan onmiddellijk de grootste Limburgse gemeente. Hoog tijd om de twee burgemeesters - Lode Ceyssens en Benny Spreeuwers - samen aan tafel te zetten. Ze schetsen de huidige en toekomstige troeven van de fusiegemeente.
“Opglabbeek heeft vandaag een industriezone van om en bij 220 hectare. Je vindt er onder andere Veldeman Bedding, Scania, DHL, Group Machiels, Yazaki Europe en onze eigen technische dienst. Het bedrijventerrein werd uitgebreid met nog zo’n 31 hectare. Op het vlak van kmo-zone zitten we in Opglabbeek dus erg goed. En er worden op korte termijn nog heel wat wegen vernieuwd. Goed voor een investering van zo’n 10 miljoen euro”, zegt Benny Spreeuwers (CD&V), burgemeester van Opglabbeek.
“In Meeuwen-Gruitrode ziet de situatie er ietwat anders uit”, valt burgemeester Lode Ceyssens (CD&V) bij. “We hebben een bedrijvenlandschap met een sterke kmo-traditie. Er is één grotere kmo-zone, de rest zijn kleinere bedrijvensites. Je treft er voornamelijk bedrijven die generatie na generatie gegroeid zijn. Denk maar aan Altez Group en Building Group Jansen. Opmerkelijk is dat heel wat groeibedrijven door de jaren heen ook naar Opglabbeek trokken. Mathieu Gijbels, Hoogmartens Wegenbouw en Elmech Services, bijvoorbeeld. Hun roots liggen in Meeuwen-Gruitrode, maar intussen hebben ze zich in de buurgemeente gevestigd.”
STERCK. Welke sectoren zijn voornamelijk actief in jullie gemeentes?
Lode Ceyssens: “Naast behoorlijk wat bouwgerelateerde bedrijven vind je ook nog flink wat land- en tuinbouw in Meeuwen-Gruitrode. Er zijn belangrijke melkvee- en vleesveebedrijven, maar we hebben ook verschillende paardenhouderijen en bedrijven uit de tuinbouwsector.”
Benny Spreeuwers: “Ook bij ons is de bouwsector goed vertegenwoordigd. Daarnaast zijn er heel wat logistieke bedrijven. De nabijheid van de autosnelweg is een belangrijke factor. En we zien ook meer en meer healthcarebedrijven opduiken.”
Interessant belastingregime
STERCK. Wat zijn de belangrijkste troeven voor bedrijfsleiders in jullie gemeentes?
Spreeuwers: “Dat is zeker de ligging en de belastingcultuur. Met 838 opcentiemen op de onroerende voorheffing zitten we een flink stuk onder het provinciegemiddelde. Bovendien heffen we geen belasting op drijfkracht. Nog een andere belangrijke troef is de relatie met OCO, de ondernemersclub van Opglabbeek.”
Ceyssens:“De belastingen in beide gemeenten werden inmiddels op mekaar afgestemd. Daarnaast hebben we nog uitbreidingsmogelijkheden van onze kmo-sites. En een grote troef voor de detailhandel, de horeca en het toerisme is de nabijheid van de Duinengordel én Sentower Park.”
STERCK. Hoe zit het met de detailhandel in Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode?
Ceyssens: “Je hoort overal berichten over de nefaste gevolgen voor de detailhandel door de e-commerce. Ik heb de indruk dat de detailhandel in Meeuwen-Gruitrode vrij stabiel is. Opvallend is dat heel wat handelaars echt inspelen op de beleving. Die vind je online niet. Neem nu Visser Chocolade in het centrum. Daar vind je altijd nieuwe dingen. Ze spelen in op trends en organiseren atelierbezoeken. Dat werkt. Hetzelfde geldt voor de conceptstore Jools. Ook met de horeca gaat het erg goed. Voor het aantal inwoners, iets meer dan 13.000, hebben we best wel veel horecazaken. Af en toe opent er een nieuwe zaak, maar voor de rest is het erg stabiel. Leegstand kennen we nagenoeg niet.”
Spreeuwers: “Ook bij ons doet de middenstand het goed. We hebben alle faciliteiten: bakkers, slagers, verschillende supermarkten, … De horeca is ietwat minder gecentraliseerd maar doet het ook goed. Enkel wie een volledige dag wil gaan shoppen, trekt naar Genk of Hasselt.”
Ceyssens: “Het centrum was jaren geleden ietwat aan het verloederen. Door de omleidingsweg is alles in een stroomversnelling gekomen. Projectontwikkelaars vinden het centrum nu ook ontzettend interessant. Er zijn na de nieuwe centrumvisie van 2003 meer dan 200 woongelegenheden bijgekomen.”
Spreeuwers: “In het centrum van Opglabbeek staan ook nog fikse werken gepland. We verwachten dit jaar nog een bouwaanvraag voor een nieuw woonzorgcentrum met assistentiewoningen en kinderopvang.”
STERCK. Zijn er veel familiebedrijven in jullie gemeentes?
Ceyssens: “Absoluut. Denk maar aan Haex Bouwonderneming, Schreurs Project, Drukkerij Paesen, Hoogmartens Wegenbouw, Mathieu Gijbels, … Ik vergeet er ongetwijfeld nog heel wat. Ze zijn generatie na generatie uitgegroeid tot gevestigde waarden. Er heerst hier ook een gezonde mentaliteit: wat we in eigen gemeente kunnen doen, doen we ook. We zitten goed omsloten en hebben heel wat inwoners die in de eigen gemeente tewerkgesteld zijn.”
STERCK. Wat stond er allemaal in het beleidsplan? Is dat inmiddels allemaal verwezenlijkt?
Spreeuwers: “We hebben erg hard gewerkt aan de herinrichting van het industrieterrein en de verkeersveiligheid. Met succes. Met ons rioleringsplan scoren we het allerhoogst in de provincie, denk ik. En het ziet ernaar uit dat het nieuwe woonzorgcentrum er ook snel zal komen.”
Ceyssens: “Wij hebben in Meeuwen-Gruitrode gefocust op het fietspadenproject. Onder andere naast de gewestwegen zijn er nieuwe fietspaden aangelegd. Ook de verdere uitrol en de ontwikkeling van Meeuwen-centrum was een prioriteit. En er is een plan voor de herbestemming van de Commanderij van Meeuwen-Gruitrode. Ook dat zorgt voor een nieuwe drive.”
STERCK. Vanaf 2019 fusioneren Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek tot één gemeente: Oudsbergen. Welke gevolgen heeft dat voor de ondernemers?
Ceyssens: “We doen er alles aan om de fusie zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Zo hebben we de nieuwe straatnamen ruim op voorhand al gecommuniceerd. En voor de wijzigingen in het Belgisch Staatsblad bieden we hulp aan. In principe moet de fusie ook de bedrijven performanter en efficiënter maken. Je moet weten dat alle werkgeversorganisaties voor de fusie gepleit hebben. Dit is dus een strategische zet.”
Uit het fusieonderzoek blijkt dat de fusie tussen Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek meer dan een goede zaak is. Het leidt met zekerheid tot meer schaal, meer personeel, meer middelen en een groter netwerk. Die extra capaciteit zal snel winst opleveren op het vlak van een betere dienstverlening, een goed gestructureerde organisatie en extra financiën. Op korte termijn is er bijvoorbeeld de schuldovername door de Vlaamse overheid. De twee gemeentebesturen kunnen zo elk tot 500 euro per inwoner overdragen aan de Vlaamse overheid. Dat is een financiële buffer waarmee het nieuwe gemeentebestuur vanaf 2019 aan de slag kan.
Spreeuwers: “We hebben onlangs nog een info-ochtend georganiseerd met de ondernemersclubs. Daar hebben we allerlei diensten aangeboden om de bedrijven te begeleiden. We zien duidelijk dat de ondernemers enthousiast zijn. We hadden de naam Oudsbergen nog maar net bekendgemaakt en we zagen al dat verschillende bedrijven creatief uit de hoek kwamen.”
STERCK. En wat verandert er voor de inwoner?
Spreeuwers: “Ze zullen weldra in een grotere gemeente wonen. Het is de bedoeling dat de inwoners zo weinig mogelijk last hebben van de fusie. De twee gemeentehuizen blijven geopend. We hebben meer middelen om in te zetten op digitalisering. Dat komt de burger ongetwijfeld ten goede.”
Ceyssens: “Je mag gerust stellen dat alles wat er zal veranderen, simpelweg beter zal worden. We maken ons volop klaar voor de dienstverlening van de toekomst.” Er zal wel maar ruimte zijn voor één burgemeester?
Spreeuwers: “Daar zijn we ons uiteraard ook van bewust. We hebben allebei het volste vertrouwen in de kiezer. Zowel Lode als ik hebben al een mooi parcours afgelegd. We geloven steevast in Oudsbergen. Er is in deze fusie geen enkele hindernis die niet te overwinnen is.”