Sterke fundamenten, innovatieve groeier
Wim Dries REGIO - Burgemeester Genk

Sterke fundamenten, innovatieve groeier

REGIO - Burgemeester Genk

Genk investeert. Genk innoveert. Sinds de sluiting van Ford zit de stad duidelijk in een transitiefase. Nieuwe projecten - groot en klein - schieten als paddenstoelen uit de grond. Met onder andere C-mine en Thor Park maar ook LABIOMISTA en de herbestemming van de Ford-site door Genk Green Logistics. De man die het schip recht houdt? Wim Dries (CD&V). Hij draagt zijn burgemeesterssjerp intussen al bijna tien jaar en doet er met veel plezier een nieuwe ambtstermijn bovenop.

Het economisch landschap is de laatste jaren fors veranderd. Bij twee industriële revoluties stond Genk op de eerste rij. De mijnen trokken heel wat arbeiders naar de groenste centrumstad van Vlaanderen. En in de jaren zestig - tijdens de tweede industriële revolutie - stond Genk vooraan met Ford en Aperam (het vroegere ALZ). Dertig jaar geleden sloten de mijnen en het is intussen ook al zes jaar geleden dat Ford Genk de sluiting aankondigde. Transities drongen zich meermaals op. Ze waren uitdagend, maar Genk hield wel het hoofd boven water. “Die transities hebben onze stad tegelijkertijd groot én fragiel gemaakt. Sinds de derde industriële revolutie in de jaren negentig hebben we logistiek omarmd en ik denk dat we daar nog steeds sterk in zijn. Maar het is nu tijd om de transitie naar Industrie 4.0 te maken”, schetst burgemeester Wim Dries. 

STERCK. Hoe zit het vandaag met de werkloosheidscijfers?

Wim Dries: “De werkloosheid is nog te hoog in Genk. We zitten nu met 9,5% en dat is het hoogste cijfer van Limburg, maar het is beduidend lager dan net na de sluiting van Ford. We zitten zelfs op één van de laagste percentages sinds de sluiting van de mijnen. We hebben ooit op 5.000 werklozen gezeten, vandaag zitten we rond 2.600. Dat is nog te veel, maar er is wel een positieve tendens. Een ander belangrijk gegeven uit het verleden: het gemiddelde inkomen ligt nog altijd erg laag in Genk. Tot 20% minder dan in de rest van Vlaanderen. Tenslotte ­kampen we ook nog met een lage werkzaamheidsgraad. Ook dat is een kenmerk uit het verleden dat we nog niet helemaal hebben verwerkt. Er zijn dus nog heel wat inspanningen nodig, maar daar werken we aan.”

Genk in cijfers
  • 66.000 inwoners
  • 15 eventlocaties
  • 70 meetingruimtes
  • 7 zakenhotels
  • +50 restaurants
  • 3500 bedrijven

STERCK. Ondanks die uitdagingen staat Genk niet stil.

Wim Dries: “Nee, ­integendeel. Vandaag zien we dat er nieuwe economieën ontstaan op onze oude fundamenten. Letterlijk zelfs: zowel op de oude mijnterreinen als op de Ford-site gebeurt er vanalles. We willen opnieuw die economische motor voor de toekomst zijn. Vergeet niet dat we hier zo’n 36.000 arbeidsplaatsen hebben. Als je louter naar de industriële arbeidsplaatsen kijkt, zitten we zelfs nog altijd in de top vier van Vlaanderen. We delen een plek met Mechelen. Antwerpen en Gent staan respectievelijk op nummer één en twee. We willen die secundaire sector ook blijven koesteren. Uiteraard zien we wel een stijging in de tertiaire en quartaire sector.”

STERCK. Dat is een trend: de dienstensector wint aan populariteit.

Wim Dries: “Absoluut. Kijk maar naar ZOL Genk. Maar ook de dienstenchequesector doet het erg goed. Itzu alleen is al goed voor zo’n 800 jobs. En dan heb je nog de sociale economie. Die is goed voor 1.200 arbeidsplaatsen. Wij hebben daarom besloten om onze toekomst op de fundamenten van het verleden te bouwen. We willen het bestaande industrieel weefsel versterken en de hele stad optillen. Genk is altijd een stad geweest van grote bedrijven, maar we evolueren naar meer en meer kmo’s. De top vijf van grootste werkgevers? ZOL Genk, Essers, Aperam, Nitto en Stad Genk.”

STERCK. En dan is er nog de ontwikkeling van de oude Ford-Site.

Wim Dries: “Met Genk Green Logistics - de joint-venture van Intervest Offices & Warehouses en Group Machiels - ­willen we inzetten op logistiek met toegevoegde waarde. Ik zou van het Ford-terrein een soort business development zone willen maken samen met Bilzen, Diepenbeek en Zutendaal. Samen kunnen we de dienstverlening naar de bestaande bedrijven versterken en ondersteunen.
Er zitten honderden ­bedrijven met een goede basis, maar ze zijn te weinig bezig met samenwerken, kennisdelen, innoveren, … Genk Zuid is een heel breed industrieterrein en we willen daar fors inzetten op de maakindustrie en logistiek.”

Wim_Dries

STERCK. Hoe zit het met C-mine?

Wim Dries: “Die site willen we vooral inzetten voor de ­creatieve economie. Dat is een sector die hand in hand gaat met innovatie en cross-overs tussen harde en zachte sectoren. Er zitten nu zo’n 250 ­mensen - los van Euroscoop en het C-mine Cultuurcentrum - verspreid over ruim 40 bedrijven. De grote namen zijn Painting With Light, Deusjevoo, White Light en C-mine Crib. We ­gebruiken C-mine ook om bestaande bedrijven te laten inspireren. Om hun producten, ­processen of diensten te laten ­doorlichten. En LUCA School of Arts vormt een kennislink.”

STERCK. Thor Park krijgt nu veel aandacht?

Wim Dries: “Thor staat voor hernieuwbare energie, technologie en maakeconomie. We kiezen in Genk bewust voor een Triple Helix-model. Dat wil zeggen dat we kennisinstellingen, overheid en bedrijven laten samenwerken. Vandaag voeg ik daar vaak zelfs de burger aan toe en zo kom ik tot een Quadruple Helix-model. We werken bijvoorbeeld samen met de vier ­strategische onderzoekscentra Imec, VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, nvdr.), VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie, nvdr.) en Flanders Make. Samen willen we een ­maakcampus bouwen rond adaptive ­manufacturing. Een soort pilot plant om de maakindustrie samen te brengen met Sirris en Flanders Make. De T2-campus speelt ook een belangrijke rol. Daar willen we samen met Syntra en VDAB arbeidsgerichte opleidingen in de verf zetten. En dat gaat van HVAC en elektriciteit tot drones en gaming. Thor Park is 90 hectare groot, maar er is nog maar 10 hectare ingevuld. We hebben hier samen met de overheid en verschillende bedrijven in totaal 150 ­miljoen euro geïnvesteerd. Nu is het de uitdaging om de ­industrie mee te krijgen op Thor.”

STERCK. Er zijn ook nog verschillende kleinere kmo-zones en dienstenparken?

Wim Dries: “Dat klopt, er is bijvoorbeeld nog het industriegebied in Winterslag waar Essers zit. En in Zwartberg vind je veel kmo’s. In totaal is er in Genk nog zo’n 250 hectare industriegrond beschikbaar. In vergelijking met andere steden is dat ontzettend veel. En dan heb ik het nog niet over de dienstensector gehad. Want er is ook nog LABIOMISTA van Koen Vanmechelen. En tegenover de Limburghal is er Xentro: daar hebben we de afgelopen tien jaar 25.000 m2 kantoorruimte gevuld. Aan de Weg Naar As hebben we dan ook nog Portavida: de welzijnscampus met onder andere de hoofdzetels van Het Wit-Gele Kruis, CAW en LITP. En Synaps Park is de overkoepelende naam van het ZOL, de Limburgse Zorgacademie (LiZa) en KPC. Ook daar is trouwens nog ruimte voor bedrijven rond de 3 c’s: comfort, cure en care.”

Wij hebben besloten om onze toekomst op de fundamenten van het verleden te bouwen.

STERCK. Kun je ook een beeld schetsen van de middenstand en horeca?

Wim Dries: “De horeca en retail situeren zich vooral in het centrum. Ook in de Stalenstraat, Vennestraat, Hoevezavellaan, Hasseltweg en Bosdel vind je heel wat winkels, restaurants en cafés. We zijn de tweede grootste stad op het vlak van handel in Limburg.”

STERCK. Hoe zit het met leegstand in Genk?

Wim Dries: “In de industrie was de leegstand erg hoog door de sluiting van Ford. Daar zijn we mee bezig. Voor de rest merken we dat er een goede dynamiek is. We stimuleren om bestaande fabriekshallen over te nemen in plaats van nieuwe gronden aan te snijden. Op de woningmarkt is de leegstand niet zorgwekkend."

Er is veel rotatie en de nieuwbouwprojecten lopen goed. Zoals elke centrumstad hebben we wel wat leegstand in de handel en horeca. Tien jaar geleden zaten we op 10%, vandaag is dat percentage opgelopen tot 14%. Maar als je dat vergelijkt met de leegstand in Hasselt valt het nog mee: daar zaten ze tien jaar geleden op 2% en vandaag op 10%. Die stijging is dus veel groter. In absolute cijfers zitten Hasselt én Genk allebei rond 30.000 m2 en dat cijfer moét omlaag. We doen dan ook de nodige inspanningen.

Er zijn drie speerpunten. Ten eerste blijven we stimuleren om handel aan te trekken. We ondersteunen lokaal bijvoorbeeld door starters ruimte te geven via De Stadsfabriekjes. Ik geloof dan ook erg sterk in het Latte-principe: Lokaal, Authentiek, Traceerbaar, Trouwhartig en Etisch. Pop-ups en projecten zoals De Molenstraat kunnen natuurlijk ook, maar dat speelt vooral in op beleving, minder op duurzaamheid. Ten tweede willen we de bestaande horeca en handel versterken en klaarmaken voor de uitdagingen van de toekomst. Dat doen we bijvoorbeeld door master­classes te organiseren over onderwerpen zoals e-commerce. Ten slotte bekijken we hoe we bestaande handel kunnen afbouwen. Kijk naar de leegstand in Shopping 2. Misschien is daar een andere invulling nodig, zoals ­diensten of woningbouw.”

STERCK. Zijn er specifieke inspanningen voor starters?

Wim Dries: “Uiteraard, op vijf verschillende manieren. Onze afdeling Economie doet sowieso véél om ­ondernemers richting te geven en te ontzorgen. Dan heb je nog C-mine Crib en de Incubathor. We zijn daarbij erg betrokken als stad. Ten derde ­hebben we ook het project ‘De BeGenkers’; een Europees project waarmee we samenwerken met de LUCA School of Arts en UCLL. Het doel is om jongeren te inspireren, hun ondernemende kwaliteiten aan te scherpen en hun netwerk uit te ­breiden onder leiding van ervaren ondernemers. We willen een match maken tussen studenten en bedrijfsleiders. Andere inspanningen voor starters zijn er via onze participatie in het Bluehealth Innovation Center. Hier helpen we start-ups op weg die vooral bezig zijn met HealthTech. En dan is er tenslotte ook nog onze samenwerking met onder andere Imec en VLAIO.”

De troeven van Genk voor bedrijven en handelaars
  • Nog 250 hectare industriegebied beschikbaar
  • Goed uitgeruste industriezones
  • Centraal in de Euregio
  • Sterke MICE-faciliteiten
  • Goede verbindingen via de snelwegen, spoorwegen en het kanaal
  • One-stop dienstverlening via de stad
  • Lage belastingen (Onroerende Voorheffing van 850 opcentiemen)
  • Hoge levenskwaliteit
  • Grote beschikbaarheid van arbeidskrachten
  • Autoluw handelscentrum
  • Voldoende parkeermogelijkheden voor klanten

STERCK. We hebben het nog niet over de verschillende congres- en eventlocaties gehad. Want dat aantal is aanzienlijk in Genk.

Wim Dries: “Voor de MICE (Meetings, Incentives, Conventions and Exhibitions, nvdr.) is er via het Belgian Limburg Convention Bureau een samenwerking tussen Genk, Hasselt en Lommel. Het BLCB wordt aangestuurd door de drie Limburgse steden en Toerisme Limburg. In Genk zijn er in ieder geval héél wat mogelijkheden. Aan de ene kant heb je Bokrijk en Hangar 58 als erg grote eventlocaties, maar er is ook de cvba M@G. Die is verantwoordelijk voor de uitbating van onder andere de Limburghal, Thor Central, C-mine Barenzaal en de verhuur van C-mine Basic. Op C-mine is er dan ook nog het Cultuurcentrum. Voor de ­hotelovernachtingen zijn er gekende spelers zoals Carbon Hotel, M Hotel en Stiemerheide. Onder andere ZOL, EnergyVille en Koen Vanmechelen trekken immers veel congres­mogelijkheden aan.”

STERCK. En nu? Wat brengt de toekomst?

Wim Dries: “We willen de economische motor van Limburg blijven. Door de transitie van ons economisch weefsel ­verder vorm te geven. Samen mét partners. Op een innovatieve en creatieve manier. En ik hoop dat we nog meer lokale mensen kunnen laten starten door een goede voedingsbodem te zijn. Daarnaast hoop ik dat we onze positie in een globaliserende wereld alleen nog maar versterken. Niet alleen door export, maar ook door linken te leggen in de ELAt (Eindhoven-Leuven-Aken triangle, nvdr.) en met Nederlands-Limburg.”


Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels