Ondernemingsgroep Hasselt
Stijn Leën

Ondernemingsgroep Hasselt

Het draagvlak verruimen

De Industriegroep Hasselt veranderde begin dit jaar haar naam naar Ondernemingsgroep Hasselt. Een wijziging die meer dan symbolisch is. “Slecht dertig procent van onze 130 leden komt nog uit de maakindustrie. De vlag dekte dus niet langer de lading,” stelt Stijn Leën. De zaakvoerder van drukkerij Leën nam in maart de voorzittershamer over van Frank Peeters (Omnibeton). Hij hoopt het draagvlak van de Ondernemingsgroep de volgende jaren verder uit te breiden.

Het fundament van het vernieuwde beleid dat de Ondernemingsgroep Hasselt wil voeren, werd gelegd na een strategische denkoefening eind 2013. Stijn Leën: “We hebben de duidelijke ambitie uitgesproken om te groeien. Ongeveer één derde van de Hasseltse bedrijven is lid. Dat zou de helft mogen worden. Al is dat niet evident omdat heel wat bedrijven hun administratieve hoofdzetel in de provinciehoofdstad hebben, zonder dat ze lokaal veel activiteit doen. Als netwerkorganisatie willen we de contacten tussen onze leden bevorderen, de handel stimuleren en het imago van de Hasseltse ondernemingen positief bevorderen.”

STERCK. Het Hasselts ondernemerslandschap is grondig veranderd?

Leën: “Vijftien tot twintig jaar geleden had je nog veel maakindustrie zoals de jeneverstokerijen van Smeets en Frijns, de dagbladdrukkerij van Concentra, Philips, …. Het zijn allemaal bedrijven waar veel mensen werkten en die verdwenen zijn. Van de andere kant zijn er heel wat dienstenjobs bijgekomen met het Vlaams Huis, de recente uitbouw van de Corda Campus, … Je moet durven toegeven dat de leemtes goed ingevuld zijn. De verloren jobs zijn vervangen door andere. Al worden de pure arbeidsplaatsen echt schaars. Daardoor krijg je binnen je leefgemeenschap ook een ander publiek. Je ziet de woongebieden veranderen. Maar Hasselt is een mooie en leefbare stad gebleven in vergelijking met veel andere steden.”

Er is nog veel mogelijk als er echt een wil is, dat zie je wel in het dossier Ikea. 

STERCK. Ruimte om te ondernemen is een belangrijk issue?

Leën: “Hasselt is redelijk volgebouwd, er zijn nauwelijks mogelijkheden om nog nieuwe bedrijven aan te trekken. Bovendien zijn de industrieterreinen sterk versnipperd. Dat hebben we ook vertaald in de samenstelling van ons bestuur. We hebben vijf clusters van industriegebieden gemaakt en elk cluster heeft zijn afvaardiging binnen het bestuur. Op die manier betrekken we een brede laag van de bedrijven. Ook Tom Vandeput als schepen van economie en Lien Beck, die voor de stad de KMO’s opvolgt, zetelen in ons bestuur. Een stafmedewerker van VKW verzorgt ons secretariaat. Dat is goed voor de samenwerking. Het is ook een stap vooruit dat er bij de stad voortaan één economiste is vrijgesteld voor de KMO’s en de grote ondernemingen. Ze is daar heel actief mee bezig.“

STERCK. Hasselt kent een wachtlijst van bedrijven die zich hier willen vestigen?

Leën: “We hebben in elk geval gevraagd om eens lijst te maken met de noden aan industriegrond die er zijn. Veel bedrijven die willen uitbreiden zitten te krap op hun huidige locatie. De groep Leroi Glas is daar een goed voorbeeld van. Daarnaast willen er nog nieuwe bedrijven naar hier komen. Er komen nu wel enkele stukken industrieterrein bij, maar het is de vraag of dat voldoende is. We moeten systematisch nagaan of vraag en aanbod met elkaar overeenstemmen. Ongeveer de helft van Hasselt is landbouwgrond, maar zoveel landbouw is er niet meer. Er is nog veel mogelijk als er echt een wil is. Dat zie je wel in het dossier van Ikea. Alles hangt ervan af waar je met Hasselt naartoe wil.”

Diensteneconomie

STERCK. De nadruk ligt nu op de creatieve en innovatieve economie? 

Leën: “Daar zijn we zeker niet tegen en het schept ook werkgelegenheid, maar je moet toch kijken naar de evolutie op lange termijn. We zitten in een stad waar de diensteneconomie sterk vertegenwoordigd is maar we streven toch best naar een evenwicht. Al moet je ook niet te zeer strijd voeren tussen gemeenten onderling om industrie aan te trekken. De totaalsom van Limburg is belangrijker dan de deelsom Hasselt.”

STERCK. Ook opleiding en vorming zijn rechtstreekse doelstellingen van jullie vereniging?

Leën: “Het is zinvol om ondernemerschap te stimuleren en jongeren aan te zetten tot ondernemen vanaf het lager onderwijs. We krijgen daarvoor vragen uit de onderwijswereld zelf. We willen ook trachten om voldoende stageplaatsen aan te bieden aan leerlingen en studenten en via projecten ondernemerschap in de kijker te zetten.”

STERCK. Jullie doen op heel wat vlakken aan belangenvertegenwoordiging?

Leën: “Door de link met VKW Limburg zijn we ook interregionaal actief en hebben we goede contacten met de provincie en de gewesten. We komen op tweemaandelijkse basis samen met de Contactgroep Limburgse Industrieregio’s en doen ook een jaarlijks evenement met de Vereniging van Industriëlen Genk (VIG). Het is inderdaad aangewezen om over je muurtje te kijken. Uiteraard blijft de interactiviteit tussen onze leden een van onze belangrijkste doelstellingen. Kleinere netwerkevents binnen bepaalde clusters zijn meestal heel leerrijk. Men kent vaak zijn eigen buurman niet.”.

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels