Een beschermd idee is er twee waard
Patrick Van Varenberg & Dirk Caluwaerts

Een beschermd idee is er twee waard

Dossier octrooien en patenten

Het jaarlijks aantal ingediende eerste octrooien varieert in België van 700 tot 1.500. In een vergelijkbaar land zoals Nederland ligt dat aantal gemakkelijk 5 keer hoger. Grote landen zoals de VS of Japan zijn jaarlijks zelfs goed voor 300.000 tot 600.000 dossiers. Brengen onze Belgische ondernemers en uitvinders dan zoveel minder op de markt? Wellicht niet. Zijn we minder goed beschermd? Vast en zeker wel. Ingenieur Patrick Van Varenberg van merken-en patentenbureau Bockstael zet voor STERCK. Magazine op een rijtje waar u toch best even bij stilstaat voor u uw nieuwste verbetering of product in de markt zet. Een beschermd idee is er immers twee waard.

Een octrooi of patent is een eigendomstitel die verleend wordt door de overheid en die de aanvrager of degene die het octrooi verkrijgt, bescherming biedt. Het laat de octrooihouder toe om derden te beletten om zijn of haar uitvinding toe te passen (te vervaardigen, te verkopen, aan te bieden, in te voeren, te gebruiken, in voorraad te hebben, …) of om derden de uitvinding net wel te laten gebruiken mits een vergoeding. Een octrooi gaat altijd over iets technisch, een verbetering van product of een nieuwe werkwijze of gebruik. Het kan door de rechthebbende gebruikt worden als een monopolie op een bepaald stuk techniek.

Er zijn twee belangrijke criteria om een octrooi al dan niet toe te kennen: de beoordeling van nieuwheid en de beoordeling van inventiviteit. Een uitvinding moet per definitie nieuw zijn om beschermd te kunnen worden. Het is de overheid die onderzoekt of de uitvinding aan beide criteria voldoet.

“Een octrooi wordt land per land verleend”, legt Patrick Van Varenberg uit. “Je kan voor elk land een octrooi hebben. Voor Europa bestaat er echter ook een Europees octrooi waarbij 38 landen een groepering vormen. Dat zijn de 28 landen van de Europese Unie met nog tien andere landen zoals Turkije, Zwitserland, Noorwegen, IJsland …. Voor België doet het Ministerie van Economische Zaken de toekenningen. Voor Europa is dat het Europees Octrooibureau, in de VS de US Patent Office,… Maar wereldwijd gelden nagenoeg dezelfde criteria van nieuwheid en inventiviteit.” 

STERCK. Waarop baseert men zich voor de toekenning? 

Van Varenberg: “Op enkele uitzonderingen na wordt voor elke octrooiaanvraag een nieuwheidsonderzoek uitgevoerd door de overheid. Naast opzoekingen in de octrooiliteratuur wordt er gekeken in een technische databank en wordt soms ook het internet geconsulteerd. Men gaat na of het idee dat ingediend wordt, al bekend is uit iets dat al voor de indiening gepubliceerd of bekendgemaakt werd. Dat kan een officiële publicatie zijn, maar evenzeer een mondelinge overlevering of een vermelding in – bij wijze van spreken - een parochieblad in Burkina Faso of eender waar ter wereld en in om het even welke taal. Elke vorm van eerdere bekendmaking is voldoende om een octrooi te kunnen kelderen of niet toe te kennen. Zelfs als die publicatie gebeurd is door de octrooiaanvrager zelf. Als ondernemers met een octrooiaanvraag wachten tot het product marktrijp is, is het soms al te laat. Het product moet niet tot in het kleinste detail ontwikkeld zijn om een octrooi aan te vragen. Of iets met een vijs M8 of M18 vastzit maakt niet uit voor een octrooi.”

STERCK. Waarom wachten bedrijven zo lang om een octrooi aan te vragen? 

Van Varenberg: “Het inleiden van een procedure in België kost via ons Bureau, afhankelijk van de complexiteit van de uitvinding, ongeveer 4.200 euro excl. BTW, inbegrepen de kosten voor het verplicht nieuwheidsonderzoek. Dat mag dus geen barrière zijn voor een gezonde KMO. Bijkomend kent de overheid een belastingsvoordeel toe aan de octrooihouder in die zin, dat winsten die voortvloeien uit de exploitatie van een octrooi voor 80% fiscaal zijn vrijgesteld

Vaak is het echter onwetendheid of denkt men pas aan bescherming als het succes begint te komen. Voor een idee dat commercieel misschien geen succes wordt, maak je inderdaad onnodige kosten door een octrooi aan te vragen. Maar je neemt soms ook een groot risico door geen bescherming te voorzien. Het is echter niet omdat het idee al op voorhand bekend gemaakt is, dat het een serieus probleem moet zijn. Je kan altijd een minnelijke schikking treffen met een concurrent, om samen onder de beschermende paraplu van een octrooi te acteren zodat hij of zij jou niet aanvalt. Zo geniet je met twee van de bescherming en kan je de rest van de concurrenten toch nog afblokken.” 

STERCK. Voor welke landen leg je best een octrooi vast?

Van Varenberg: “We raden meestal aan om te starten met een Belgische aanvraag die nog bescheiden in prijs is, meegerekend de kosten van het nieuwheidsonderzoek dat deels gesubsidieerd is door de Belgische overheid en dat wordt uitbesteed aan het Europees octrooibureau. Na 9 maanden krijg je een rapport en kan je een inschatting maken of je een zwak of een sterk octrooi in handen hebt. In functie daarvan kan je dan beslissen om eventueel uit te breiden naar een Europees octrooi dat een stuk meer kost, of naar octrooien voor andere specifieke landen. Als je dat doet binnen de 12 maanden na indiening van de Belgische aanvraag, dan kan je prioriteit inroepen. Dit betekent dat voor de beoordeling van nieuwheid en inventiviteit er ficief van wordt uitgegaan dat de navolgende buitenlandse octrooiaanvragen op dezelfde dag werden ingediend als de Belgische octrooiaanvraag. Dat is belangrijk in het kader van de voornoemde 'first to file regel'."

STERCK. Ondernemingen schrikken vaak terug om een Belgisch octrooi uit te breiden? 

Van Varenberg: “Dat is omdat de kosten hoog kunnen oplopen als men in veel landen bescherming wenst te bekomen. Men kan echter niet altijd op voorhand weten in welke landen een bescherming zin heeft en waar er commerciële interesse kan bestaan voor een succesvolle exploitatie van de uitvinding. Wanneer je een Belgische aanvraag hebt ingediend, kan die bijvoorbeeld ook dienen om een partner in een ander land een uitbreiding te laten doen mits een vergoeding. Dat gebeurt geregeld. Je hebt namelijk het octrooi zelf, maar je hebt ook het prioriteitsrecht dat je apart kan verkopen. Op die manier kan je je idee ten gelde maken terwijl je toch niet actief bent in andere landen. 

Eenheidsoctrooikomt er aan


Er is evolutie bezig om binnen het bestaande systeem van het Europees octrooi een eenheidsoctrooi in het leven te roepen dat geldt voor 25 landen. Nu moet je een Europees octrooi nog geldig maken in elk van de 38 landen waar je bescherming wenst. Dat betekent heel wat vertaalwerk en kosten. Als 25 Europese landen op het vlak van octrooien een geheel vormen zal het voldoende zijn om nog hoogstens 1 vertaling in te dienen. Het is de bedoeling om kosten zo te drukken tot op het niveau van een Amerikaanse octrooi. Het systeem zal van kracht worden op het moment dat 13 landen het geratificeerd hebben. Men verwacht dit in de loop van 2015.

Het nadeel is dat je de prioriteit binnen de 12 maanden moet inroepen. Je moet dus al vlug zijn om partners te vinden. Maar er bestaat ook een tussenoplossing waarmee je tijd kan kopen om de uitbreiding naar bepaalde landen uit te stellen tot 30 maanden na de Belgische indiening. Dat gebeurt via een zogenaamde internationale octrooiaanvraag. Binnen dit systeem werken 148 landen die dat zien als een gezamenlijke aanvraagprocedure. Er zijn dus nog wel een aantal mogelijkheden, al wordt het na dertig maanden wel heel moeilijk om nog met een procedure te starten.”

STERCK. Octrooien gaan vaak over verbeteringen van bestaande producten?

Van Varenberg: “Dat klopt. Je kan een verbetering van een bestaand product beschermen, zelfs als je het basisoctrooi op dat bestaande product niet hebt. Maar dan moet je uiteindelijk toch tot een overeenkomst komen met de partij die dat octrooi wel heeft. Vaak wordt het een wisselwerking waarbij je van elkaars octrooi kan gebruik maken, en samen tot een win-win situatie kan komen.” 

STERCK. Een octrooi kan ook over een proces gaan?

Van Varenberg: “Een nieuwe werkwijze om bijvoorbeeld een basketbal te maken die minder energie opslorpt of goedkoper is, kan je perfect beschermen. Dan zijn alle producten die rechtstreeks met die werkwijze gemaakt worden ook beschermd. Ook een nieuw gebruik van een bestaand product kan beschermd worden. Een scheerschuim bijvoorbeeld, dat met of zonder kleine aanpassingen ook toepasbaar is in andere domeinen, bijvoorbeeld als vanishing spray door scheidsrechters tijdens een voetbalmatch.” 

STERCK. Bij discussie over octrooien komt het vaak tot een compromis?

Van Varenberg: “Een in België bekend voorbeeld is dat van de speculoospasta. De twee uitvinders zijn bij ons gekomen om de speculoospasta te octrooieren. Uit het nieuwheidsonderzoek bleek dat er indertijd ergens wel een recept was gemaakt dat je zou kunnen interpreteren als speculoospasta. Maar dat was nooit commercieel op de markt gezet. Dan kwam het televisieprogramma De Uitvinders waarbij een tweede dame beweerde dat ze onafhankelijk van de twee andere uitvinders de pasta had uitgevonden. Zij kwam met haar uitvinding later dan de twee uitvinders en heeft desondanks haar idee verkocht aan Lotus die de geldigheid van het octrooi met succes heeft aangevochten. Het document van vroeger was voldoende basis voor de rechter om te zeggen dat gemalen speculaas in een vetstof al eerder bekend was. Uiteindelijk werd de zaak afgerond met een minnelijke schikking in ieders voordeel.”

5

Gouden tips
voor je uitvinding


  1. ZWIJG TOT DE OCTROOI-AANVRAAG IS INGEDIEND

    Teveel mensen communiceren al over hun uitvinding of verbetering nog voor ze hun octrooiaanvraag hebben ingediend. Op het ogenblik dat ze dat willen doen, zijn ze zich vaak niet bewust dat dit een probleem zou kunnen vormen voor een toekomstig octrooi. Dat zou kunnen ontstaan op het moment dat je een concurrent die hetzelfde idee in uitvoering brengt wenst in gebreke te stellen voor namaak. Als de tegenpartij kan bewijzen dat je al voor de datum van indiening hebt gecommuniceerd, kan zij voor de rechtbank de nietigheid vorderen van je octrooi. Zelfs het feit dat je bijvoorbeeld naar een designer stapt met een idee dat je verder wil laten vormgeven, geldt als bekendmaking. 

  2. GEBRUIK EEN GEHEIMHOUDINGSOVEREENKOMST

    Om te voorkomen dat je problemen krijgt door met iemand te gaan praten kan je de betreffende persoon een geheimhoudingsovereenkomst of zogenaamde NDA (non-disclosure agreement) laten tekenen alvorens over jouw idee te praten. Het blijft echter een hulpmiddeltje. Als de geheimhouding wordt geschonden en iemand anders dan je vertrouweling dient een octrooi in met jouw idee, is het vaak moeilijk te traceren dat de aanvrager van het octrooi gebruik heeft gemaakt van jouw geheime informatie. Hier geldt het ‘first to file’-principe. Degene die het eerst de aanvraag indient zal ook de rechten ervan kunnen plukken. Degene die nadien komt wordt afgerekend op hetgene dat reeds is ingediend.

  3. BESCHRIJF JE UITVINDING VOLDOENDE...

    Je idee moet niet tot op de laatste komma en het laatste detail zijn beschreven voor een octrooi. Het moet wel in die mate duidelijk zijn, dat een vakman die het octrooi leest deze kan toepassen. Je moet minstens tot op het niveau van het concept of het idee kunnen uitleggen hoe het voorwerp in mekaar zit. Een octrooi bestaat uit een inleiding, een deel waarin de uitvinding wordt beschreven aan de hand van tekeningen en een beschrijving van het voordeel dat de uitvinding heeft ten opzichte van wat al bekend is in het domein van de uitvinding.

  4.  … MAAR NIET TE UITVOERIG

    De bescherming die uitgaat van een octrooi berust op de conclusies die de kerngedachte van uw uitvinding weerspiegelen. De hoofdconclusies beschrijft in 1 doorlopende zin wat eigenlijk de bescherming is die je vraagt. Dat is bijvoorbeeld een fiets met kenmerk A, B en C. Als er later een inbreuk is zal de rechter nakijken of het product dat een inbreuk maakt voldoet aan deze drie kenmerken. Voldoet het maar aan 1 van de 3, dan is het geen namaak. De kunst bestaat er dus in om A, B en C zo limitatief mogelijk op te sommen. Hoe gedetailleerder je beschrijft, hoe gemakkelijker het octrooi te omzeilen valt door een kenmerk weg te laten. Weerhoud je daarom ook zoveel mogelijk van de beschrijving van maten, gewichten en materialen. Je kan een naaimachine ingewikkeld beschrijven maar het octrooi is uiteindelijk vastgelegd op het basisidee dat de naald het gaatje beneden heeft. 

  5.  ZORG DAT JE UITVINDING EXPLOITEERBAAR IS

    Je moet zien dat wat je uitvindt ook exploiteerbaar is. Sommige mensen vinden een Perpetuum Mobile uit waarbij ze denken meer energie uit een bepaalde constructie te halen dan ze erin steken. Volgens de wetten van de fysica is dat in principe echter niet mogelijk zolang het tegendeel niet is bewezen 

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels