Slimme energie
Ronnie Belmans

Slimme energie

EnergyVille - Ronnie Belmans

Eén van de eerste concrete blikvangers op het Genkse Thor Park is EnergyVille. Het samenwerkingsverband tussen de energieafdelingen van KU Leuven, het VITO in Mol en imec zal in de loop van 2015 een nieuwbouw betrekken op de site. De bouwwerken daarvoor zijn in volle uitvoering. EnergyVille wordt de motor om onderzoek en bedrijven op Europees topniveau naar Genk te halen en nieuwe initiatieven te ontwikkelen op het vlak van slimme energienetwerken in de bebouwde omgeving en slimme steden. 

Ronnie Belmans is professor aan de KU Leuven en geldt als één van de meest gerenommeerde energiespecialisten in België. Hij was negen jaar voorzitter van Elia, is executive director van de Global Smart Grid Federation én CEO van EnergyVille. “Het is geen virtuele samenwerking”, zegt Ronnie Belmans. “We verhuizen fysiek naar hier, inclusief de laboratoria die hier samengevoegd worden. Het gebouw zal vanaf dag 1 volledig gevuld zijn.”

STERCK. Hoe moeten we ons EnergyVille fysiek voorstellen?

Ronnie Belmans: “Het gebouw heeft 220 zitplaatsen die begin 2016 volledig bezet zullen zijn. De helft van de oppervlakte zijn state-of-the-art laboratoria. Het geheel heeft 22 miljoen euro gekost. De wetenschappers werken er aan onderzoek naar toekomstige energie in grootstedelijke gewesten en de link met de industrie. We zijn bijvoorbeeld niet bezig met kernenergie of steenkool- of petroleumuitbating. 

Prof zijn
is het leukste wat bestaat


“Professor zijn is zo ongeveer het leukste wat je kan doen als je het goed doet. Je krijgt een job die al bij al goed betaald is en je moet al je halve familie uitmoorden om ontslagen te worden. Je bent omringd door jonge intelligente mensen die je mag begeleiden en uitdagen. Je mag initiatieven nemen en je kennis ter beschikking stellen zoals hier in EnergyVille. En als het mislukt ga je terug op je stoel zitten in Leuven. Ik ben dankbaar aan de maatschappij dat ze mij die kans bieden.

De interactie van een energetisch correct werkend industrieterrein met een omliggende woonomgeving of het helpen van KMO’s met een energievraagstuk zijn typische insteken van ons. Dat kan gaan van de ontwikkeling van nieuwe types batterijen - dat is bijna diepgaande fysica - tot industriële projecten waarbij we in een totaal gesloten omgeving vertrouwelijk onderzoek doen voor bedrijven. We werken soms dus heel kort tegen de markt aan, maar tegelijk werken we ook aan projecten waar je misschien nooit iets van zal horen.” 

STERCK. Uiteindelijk is de start in Genk er relatief snel gekomen?

Belmans: “In oktober 2009 hebben we na de eerste gesprekken beslist om ervoor te gaan. We hebben financiering gezocht, een architect aangeduid en zes jaar later kunnen we verhuizen. Qua snelheid mag dat gezien worden. Met alle respect voor de stad die enorm meegedacht heeft om alles in orde te krijgen. Dit zou op weinig  plaatsen zo snel kunnen.”

Europees niveau

STERCK. Hoe uniek is dit project?

Belmans: “We proberen in Vlaanderen quasi alles samen te brengen wat te maken heeft met energie, op een paar zaken na die we met de collega’s van Gent hebben afgesproken. Dat is vrij uniek. Ik kan in alle nederigheid stellen dat we met de samenwerking VITO, imec en KU Leuven 80 tot 85 procent van alle energieonderzoek in Vlaanderen in Genk samenbrengen. Apart zijn we te klein, maar samen kunnen we zeker meespelen op Europees niveau.”

We brengen 80 tot 85 procent van alle energieonderzoek in Vlaanderen naar Genk.

STERCK. Het is uiteindelijk de bedoeling om spin-offs te creëren? 

Belmans: “Dat is één van de doelstellingen. We hebben in Haasrode bijvoorbeeld een goed draaiende spin-off van de KU Leuven op het vlak van vermogenelektronica waar een 20-tal personen werken. Dat is een goed voorbeeld. Ook imec en VITO hebben zo’n spin-offs. De IncubaThor in Genk zal daarin een belangrijke rol spelen. Dat is onze natuurlijk partner. Bedrijven die in de IncubaThor op Thor Park plaats zoeken zijn onze geprivilegieerde partners om in de laboratoria te werken. We zijn geen onderzoekscentrum met hekken rond, maar een centrum dat zich in de plas van ideeën zal inzetten en een bruisende denkgroep wil vormen. We werken aan nieuwe ideeën maar ook de bestaande industrie kan bij ons terecht met hun vragen. Zo hebben we hier vorig jaar een workshop gedaan met 200 deelnemers uit de industrie om te kijken hoe we voor hen kunnen werken. Dat is onze natuurlijke habitat.”

STERCK. De wisselwerking met de Incubathor komt van twee kanten?

Belmans: “Als klein bedrijf heb je niet zomaar toegang tot volledig uitgerust laboratoria. Dat kan nu wel. Eén van de verkoopargumenten van IncubaThor is EnergyVille. En wij hebben dan weer nood aan een omgeving om kleine startende bedrijven onder te brengen. Dat werkt goed samen. IncubaThor is een kantoorruimte die erop gericht is om heel flexibel kleine bedrijven te laten opstarten. In schoon Vlaams noemt men dat een ‘couveuse’ hè.”

Zot zijn doet geen pijn


“Ik heb in mijn leven nog nooit gehouden van ‘business as usual’. Eerst heb ik een hele tijd in het buitenland gewerkt. Dan hebben ze me gevraagd om terug naar de KU Leuven te komen. Daar heb ik de elektrische energieafdeling die bijna dood was heropgebouwd van 3 naar 30 medewerkers. Vervolgens ben ik 9 jaar voorzitter van Elia geweest. Dat hebben we omgevormd van een businessunit van Electrabel tot een beursgenoteerd Europees bedrijf dat een Duits net heeft overgenomen. En nu heb ik de kans om met imec en VITO samen EnergyVille uit te bouwen. Ik ben niet in staat om iets te leiden dat gewoon voortloopt.”

Fundamenteel én toegepast onderzoek

STERCK. De uitdaging is nu om projecten en bedrijven naar Thor Park te halen?

Belmans: “Dat is de vraag van de kip en het ei. Neem nu fundamenteel onderzoek. Dat gebeurt vanuit de universiteit, vanuit het fonds voor wetenschappelijk onderzoek, vanuit leerstoelen met grote firma’s,… en dat verhuist nu voor een flink deel naar hier. Maar ook in het kader van IWT kan je een stukje fundamenteel en een stukje toegepast werken. We praten met bedrijven over hoe we hen kunnen helpen. Dat zijn we gewoon om te doen. Met de 3 partners zijn we betrokken in 25 Europese projecten. Dat is één continue lijn.

Flanders Investment & Trade (FIT) gaat in mei een trip doen naar Californië om bedrijven in het kader van ‘Sustainable Energy’ naar hier te krijgen. Het is normaal geworden dat ze dan EnergyVille bellen. We gaan mee en proberen potentiële partners ginds uiteraard naar Genk te krijgen. Alles staat hier klaar: de mensen, de gebouwen, de laboratoria. Ook de komst van de T2-campus met de VDAB en Syntra zal daarin een rol spelen.” 

STERCK. Kan u concrete voorbeelden geven van mogelijke projecten?

Belmans: “Met Linear deden we bijvoorbeeld een project waarbij we intelligente energienetten gaan sturen op basis van de vraag om zo pieken op te vangen. In dat project werken we samen met Eandis, Infrax en fifthplay, een dochterbedrijf van Niko uit Sint-Niklaas. Daar is een product uitgekomen dat iedereen al gezien heeft. Het is het toestelletje in de Electrabelspot waarmee de baas van de hond Kito alles in huis bedient. Dat wordt nu ook verkocht aan verschillende bedrijven buiten België. 

Of neem nu de verschillende bedrijven die bezig zijn met het aanbieden van oplossingen om pieken op het net op te vangen. Welk product gaan ze binnen 3 tot 4 jaar aanbieden? In een klein bedrijf daarvoor iemand vrijstellen is bijna onmogelijk. Maar als die bedrijven samen met ons naar het IWT gaan, kunnen er met een stukje sponsoring misschien een paar onderzoekers op gezet worden. Als die bedrijven dan daarop hun producten enten, lukt dat wel.” 

Het hokjesdenken is achterhaald. Je moet ontwikkeling en uitvoering samenbrengen.

STERCK. Zijn er ook mogelijke insteken voor Limburgse KMO’s die niet in de energiesector actief zijn ?

Belmans: “De mogelijkheden zijn legio. In een KMO die een exuberant hoog energieverbruik heeft, kan een student in een stage of eindwerk daar naar kijken. Of we kunnen een automatisatiesysteem of WKK uittesten. En daarnaast zijn er natuurlijk in Limburg ook bedrijven in de energiesector die producten ontwikkelen zoals een Vaessen Industries of zoals de proeftuinen voor vernieuwbouw. We zijn niet bang om onze handen vuil te maken. Bovendien is Thor Park op zich al een labo met een geavanceerd warmtenet.” 

Ronnie Belmans

Ontwikkeling én uitvoering 

STERCK. Jullie trekken vooral hooggeschoolde arbeid aan, terwijl er in Limburg ook grote nood is aan laaggeschoolde jobs?

Belmans: “Kijk, als we zuiver op prijs moeten concurreren met de lageloonlanden dan kunnen we het hier vergeten. Je moet meer kunnen bieden. En je kan geen technisch-uitvoerende jobs meer aantrekken als ze niet gelinkt zijn aan een stuk kennis. Een bedrijf komt misschien nog naar hier voor de kwaliteit maar ook dat kan je tegenwoordig borgen op afstand. Kijk maar hoe Dacia een mainstream automerk geworden is. 

Wat kan je echter niet zomaar overplanten? De globale mierenhoop van kennis en de implementatie ervan. Daarom is het zo belangrijk dat het onderzoekscentrum op de site in Genk staat. Het grote gevaar bestaat erin dat uitvoerende mensen veel te lang achterlopen met nieuwe technieken. Je moet ze er vanaf het begin mee confronteren en erin opleiden. De link met de T2-campus zal heel belangrijk zijn. En het gaat verder dan puur de technische uitvoering. Ook architecten die nieuwe technieken in hun plannen verwerken moeten mee zijn.  Het hokjesdenken is achterhaald. Je moet ontwikkeling en uitvoering samenbrengen.”

Alles staat hier klaar: de mensen, de gebouwen
en de laboratoria.

STERCK. Wat vindt u persoonlijk belangrijk?

Belmans: “Als ik even als buitenstaander naar Genk mag kijken moet ik zeggen dat er een aantal schitterende troeven zijn. Ik woon in Duffel maar ik ben sneller hier in Genk dan in Leuven. En van Leuven is het maar een half uur rijden. De bereikbaarheid is zeer goed. En er zijn veel jonge mensen. Al is men hier in mijn ogen er nog teveel op gericht om het bestaande uit te bouwen. Wat voorbij is, is voorbij. Ik zeg drie keer ja op het feit dat je Limburgse bedrijven moet voorthelpen. Maar nieuwe bedrijven aantrekken is nog belangrijker. Het is zoals Stijn Bijnens zegt. We zetten beter in op 100 bedrijven van 50 man, in plaats van op één grote van 5.000. Een stabiele situatie kan je vergeten. Wel dan, kijk vooruit en ga ervoor.”

STERCK. Zijn we in Vlaanderen nog te braaf? 

Belmans: “In de VS is de gemiddelde slaagkans van een spin-off 1 op 6. Ik denk dat wij in België 1 op 2 halen. Zijn we dan veel beter? Neen! We durven gewoon te weinig. Als voorzitter van de wereldorganisatie voor intelligente netten zie ik dat verschil zeer goed. In de VS start iemand die failliet gegaan is opnieuw onder het motto dat hij of zij veel bijgeleerd heeft. Hier wordt je als kluns of idioot aanzien.”

Topkenniscentrum in Europa


“Genk ligt in de driehoek Aken-Leuven-Eindhoven. Dat is op de lijn Stuttgart-München na de grootste kennisconcentratie in Europa. Vertel dat dan ook en zet dat af tegen de anderen. Investeer het geld in je ‘unique selling proposition’: open ruimte, bereikbaarheid en de beschikbaarheid van jonge dynamische medewerkers met een topscholing."

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels