Bedrijvigheid troef
Jan Seynhaeve
& Kevin Defieuw
Burgemeester Wevelgem

Bedrijvigheid troef

Regio - Burgemeester Wevelgem

Steden bruisen vaak van economische activiteiten, maar ook stevig uit de kluiten gewassen gemeenten scoren goed. Wevelgem is daar een perfect voorbeeld van. Gelegen tussen Kortrijk en Menen en op een kruispunt van belangrijke autowegen, ontpopte de entiteit waar Jan Seynhaeve sinds 2004 burgemeester is, zich tot een populaire locatie, zowel bij ondernemingen als bij inwoners. Het gunstige fiscale klimaat alsook de zorg voor groenvoorzieningen en cultuur zijn andere redenen waarom het in Wevelgem fijn vertoeven is.

Burgemeester Seynhaeve en schepen van economie en industrie Kevin Defieuw zijn goedgeluimd als we hen coronaproof ontmoeten. Daar zijn ook veel redenen voor. “Akkoord, corona heeft op heel wat aspecten een negatieve invloed, maar de impact op ons economisch landschap lijkt voorlopig mee te vallen, al is het misschien nog te vroeg om grote conclusies te trekken”, beseft Kevin Defieuw. “De stevige mix van grotere en kleinere ondernemingen zorgt voor een gezond economisch weefsel, ook omdat de mensen de West-Vlaamse mentaliteit in zich dragen en echt nog bereid zijn om te werken.”

burgemeester_Jan_Seynhaeve_Schepen_van_economie_Kevin_Defieuw

“Als de trend van de vorige economische crisis zich doorzet, zie ik het vrij positief tegemoet”, pikt Jan Seynhaeve in. “Het heterogene karakter van de activiteiten zorgt ervoor dat we niet van één sector afhankelijk zijn. Scenario’s zoals dat van Ford Genk, waarbij duizenden mensen tegelijk hun job verliezen, hoeven we hier niet te vrezen. Er is ook een goed evenwicht tussen productie- en dienstenbedrijven.”

LAR

STERCK. Nochtans waren het destijds vooral logistieke ondernemingen en dienstenbedrijven die op de eerste rij stonden om zich te vestigen op het regionale bedrijventerrein Gullegem-Moorsele?

Jan Seynhaeve: “Dat klopt. Het gaat over de oudste industriezone van West-Vlaanderen, die intussen al dik 60 jaar bestaat. Op dat moment kon de uitbreiding van LAR Zuid (industriegebied Lauwe-Aalbeke-Rekkem, red.) nog niet gerealiseerd worden, waardoor ondernemingen die zich initieel het liefst daar hadden gevestigd, aan onze deur kwamen kloppen. Gelukkig hebben intussen heel wat productiebedrijven zich op Gullegem-Moorsele gevestigd, wat toch cruciaal is op vlak van toegevoegde waarde en tewerkstelling. Het zorgt er mee voor dat heel wat inwoners in eigen gemeente, of in de dichte regio, aan de slag zijn.”

STERCK. Op Wevelgems grondgebied zijn heel wat gevestigde namen aanwezig. Vormen die het hart van de lokale economie?

Kevin Defieuw: “Bekende bedrijven zoals Alpro, LVD, Recticel en Delta Light zijn heel belangrijk, maar laten we ook de talrijke wendbare familiebedrijven niet vergeten, die eveneens de flexibiliteit etaleren om snel op veranderende situaties in te spelen. Hanssens Catering is daar een goed voorbeeld van: toen scholen gesloten waren en evenementen niet mochten doorgaan, zagen zij hun omzet spectaculair krimpen, maar ze hebben daarop geanticipeerd door producten nu ook via supermarkten aan te bieden. En zo waren er nog wel meer.”

STERCK. Hoe zou u de twee grote bedrijventerreinen op Wevelgems grondgebied typeren?

Seynhaeve: “Zowel Gullegem-Moorsele als Wevelgem-Zuid (ontwikkeld in de jaren 70) zijn regionale terreinen, waar bedrijven zich vestigen die minimum een halve hectare grond nodig hebben. Beide zones zijn inmiddels volzet. Van zodra er een perceel vrijkomt, proberen vlakbij gelegen bedrijven die grond aan te kopen. Grote uitbreidingen zijn er niet meer mogelijk en ook niet wenselijk, als we onze inwoners tevreden willen houden en voldoende groen willen voorzien. Op dat vlak is er trouwens geen reden tot klagen, want Gullegem-Moorsele ligt tegen provinciedomein Bergelen en Wevelgem-Zuid situeert zich bij het Leiebos. Je ziet heel wat mensen die in deze zones werken, ’s middags door die vlakbij gelegen natuur kuieren.”

WEVELGEM in cijfers
  • 3,4% werkloosheid februari 2021
  • 68% jobratio
  • 3.039 actieve bevolking
  • 15.049 actieve bevolking
  • 31.486 inwoners

Defieuw: “Deze twee zones bieden geen antwoord op noden van lokale bedrijven die willen uitbreiden. Daarom zijn we volop bezig met de realisatie van een aantal kmo-zones. De behoefte eraan werd vastgelegd op circa 10 ha in het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan (GRS) uit 2006. Daarvoor zijn drie zones buiten woongebied afgebakend, die nu nog niet werden ontwikkeld. Andere kmo-zones liggen verweven in bebouwd gebied, waarbij we streven naar een flexibel evenwicht tussen bedrijfs- en andere activiteiten.”

Seynhaeve: “Geheel in lijn met de filosofie van Leiedal, mikken we ook op de ontwikkeling van brownfields, het is de bedoeling zo min mogelijk greenfields aan te snijden. Zo verheugt het ons dat de site van de voormalige wasserij Ipso is opgekocht door een projectontwikkelaar om er kmo-units op te voorzien.”

Dienstenbedrijf

STERCK. Hoe is de relatie tussen het plaatselijke bestuur en het bedrijfsleven?

Seynhaeve: “In normale tijden gaan we met het hele schepencollege één keer per maand op bedrijfsbezoek, iets wat nu natuurlijk even niet kan. Toch houden we ook nu de vinger aan de pols van onze ondernemingen en merken we dat de vraag naar geschikt personeel groot blijft. Witte merels zijn evenwel steeds moeilijker te vinden, door het lage werkloosheidscijfer (3%). Tijdens de laatste bedrijfsbezoeken was ook iemand van het Sociaal Huis aanwezig, om te bekijken of de onderneming in kwestie ook werk had voor mensen met een laaggeschoold profiel. We hebben trouwens zelf sterk geïnvesteerd in sociale economie met de creatie van het Dienstenbedrijf Wevelgem, waar meer dan 100 mensen werken.”

Defieuw: “Op zoek naar extra werkkrachten komen ondernemingen vaak uit bij arbeiders of bedienden uit Noord-Frankrijk, maar zelfs dan blijft de vijver aan beschikbaar talent redelijk ondiep. Op vacatures voor gemeentepersoneel zien we regelmatig amper één tot twee kandidaten opduiken, zeker voor technische profielen.”

STERCK. In hoeverre noopt de coronacrisis jullie om geplande investeringen uit te stellen?

Seynhaeve: “Bewust voeren wij alle geplande werken ook effectief uit. Ten eerste creëert dat terugverdieneffecten, ten tweede zou het een slecht signaal naar onze inwoners zijn als wij op de rem zouden gaan staan. Een economisch bestel blijft maar goed draaien als elke schakel daar volop aan meewerkt. Daarom gaat de geplande revitalisering van onze twee industriezones gewoon door. Daar spenderen we meer dan 20 miljoen euro aan onder meer riolering, wegdek en verlichting. Begin dit jaar namen we een nieuw zwembad in gebruik (10 miljoen euro), dat we nog zelf beheren. Er komt ook een nieuw ontmoetingscentrum in Gullegem en we starten met de centrumvernieuwing van Wevelgem. In een eerste fase zullen we een straat uitbreken en ontharden, later zullen we een aantal parkings omtoveren tot belevingspleinen. We zullen ook de parkruimte uitbreiden.”

Defieuw: “De vernieuwing van het centrum van Moorsele illustreert dat je op die manier een leuke dynamiek kan creëren. Er hebben zich nieuwe horecazaken en winkels gevestigd, die mee zorgen voor een aparte sfeer. Ook in Gullegem en Wevelgem zelf blijft de leegstand trouwens beperkt. Dat is mede te danken aan de subsidies die we verlenen voor het verbouwen van ­handelszaken (tot 6000 euro).”

Alle geplande investeringen gaan door, het zou een slecht signaal zijn als wij op de rem zouden gaan staan.

STERCK. Wat maakt Wevelgem zo aantrekkelijk voor bedrijven en inwoners?

Seynhaeve: “We zijn geen klein dorpje, terwijl je hier anderzijds ook niet te maken hebt met de anonimiteit van een grootstad. Onze 31.000 bewoners en de honderden ondernemingen houden van de prima ontsluiting (vlakbij E17, A17, A19 en de ring rond Kortrijk), de vlotte verbinding naar Frankrijk en de rest van België en de aanwezigheid van waterwegen. Zo situeert de Leie zich vlakbij de zone Wevelgem-Zuid. Het is geen toeval dat je hier alle grote supermarkten vindt. Ook Ikea wou zich hier graag vestigen, maar dat plan is uiteindelijk niet doorgegaan.”

Defieuw: “We hebben ook nog de financiële slagkracht om leuke zaken te realiseren. Zo heeft elke deelgemeente zijn eigen ontmoetingscentrum en konden we dus een nieuw zwembad bouwen. Bovendien hebben we recent de personenbelasting verlaagd tot 6,8% en zijn ook de bedrijfsbelastingen tot het minimum beperkt.”

Seynhaeve: “Verder groeien mag, maar zeker niet ten koste van alles. De levenskwaliteit blijft voorop staan. Daarom komen er per jaar maximum 100 woongelegenheden bij, op een natuurlijke manier. We hebben zelf nog gronden waar eventueel op gebouwd kan worden, maar zolang het niet hoeft, gaan we die niet aansnijden.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels