Grote crisis, grote wasjes
Greg Van Wijnendaele,
Rik Claus
& Niel Claus
Dumoulin

Grote crisis, grote wasjes

Sector Healthcare - Dumoulin

Tienduizenden Belgen hebben sinds maart 2020 een coronabesmetting opgelopen. Veel van die zieken situeerden zich in woonzorgcentra en ziekenhuizen. Dat vergde erg veel van de witte sector, maar ook van ondersteunende leveranciers. Bij Wasserij Dumoulin uit Komen, bijvoorbeeld, was het nooit zo druk als de voorbije veertien maanden. Het familiebedrijf paste zich in een recordtempo aan de nieuwe situatie aan, zodat het de zorgsector maximaal kon ontzorgen. Dat leverde hen een groei van 20 procent op, maar ook veel vermoeide gezichten. Zaakvoerder Rik Claus, zoon Niel en financieel verantwoordelijke Greg Van Wijnendaele staan stil bij de evolutie van het bedrijf.

Wasserij Dumoulin is een familiebedrijf van het zuiverste soort. Nadat de zaak in 1959 in Zonnebeke werd opgericht door Romain Dumoulin en echtgenote Agnes Vandekerckhove, namen dochter Sabine en haar man Rik Claus in 1992 het roer over. Vanaf dan kwam de groei van de ‘blanchisserie’ in een stroomversnelling terecht. Vandaag biedt de onderneming werkgelegenheid aan 270 mensen. 

Rik Claus: “We hebben onze expansie vooral te danken aan de bewuste specialisatie in de zorgsector. Aan de horeca of de industrie leveren we praktisch niets meer, de focus ligt op woonzorgcentra en ziekenhuizen. Een cruciaal element binnen onze groei was de creatie van een beheersysteem voor de opvolging van persoonsgebonden was voor woonzorgcentra, een systeem dat we in 1992 op poten hebben gezet. Door een slimme aanpak, met onder meer barcodes, slaagden we er vanaf dat moment heel goed in om de juiste kledij bij de rechtmatige resident te laten terechtkomen. Al snel konden we dat concept ook toepassen voor psychiatrische centra.”

Wasserij Dumoulin in cijfers
  • 24,5 miljoen euro omzet
  • 270 medewerkers
  • 350 ton behandeld linnen per week
  • 1959 oprichtingsjaar

Gesofisticeerd machinepark

STERCK. Lag dat systeem ook aan de basis van jullie verhuis van Zonnebeke naar Komen?

Rik: “Eigenlijk wel. Door de groei werd de site in Zonnebeke te klein en openden we in 1999 een vestiging in Komen. Het liet ons toe om in Zonnebeke de behandeling van bewonerswas beter te organiseren, terwijl we ons in Komen aanvankelijk toelegden op het wassen van bedlinnen en de werkkledij van het verzorgend personeel. In Zonnebeke waren we gevestigd in de bebouwde kom, wat na verloop van tijd niet meer ideaal bleek. Daarom namen we in 2013 een tweede site in Komen in gebruik, met een gesofisticeerd en modern machinepark voor een nog betere behandeling van de bewonerswas. Sindsdien opereren we niet langer vanuit onze initiële locatie.”

STERCK. Hoe kregen jullie voet aan de grond binnen de ziekenhuizen?

Greg Van Wijnendaele: “Dat ging mondjesmaat, omdat we aanvankelijk nog niet op de verhuurmarkt zaten, terwijl die aanpak in ziekenhuizen wel ingeburgerd was. Van zodra we dat wel begonnen te doen, konden we onze marktpositie almaar verstevigen. Intussen behandelen we voor ziekenhuizen eigenlijk bedlinnen (wordt verhuurd) en werkkledij (van ziekenhuizen of Wasserij Dumoulin). Deze manier van werken is voor alle partijen interessanter: het laat een betere standaard­isering en kostenbeheersing toe en gaf ons de kans om onze wasserijprocessen verder te automatiseren.”

STERCK. Welke zijn de grootste verschillen in service tussen de woonzorgcentra en de ziekenhuizen?

Niel Claus: “In de ziekenhuizen ligt de rotatiesnelheid per bed van linnen een stuk hoger. Dat vertaalt zich naar een intensere toelevering. Bij heel wat ziekenhuizen gaan onze chauffeurs dagelijks langs om vuil linnen op te halen en de vers gewassen producten af te leveren, bij de meeste woonzorgcentra is dat doorgaans twee keer per week.”

Dumoulin_Greg_Van_Wijnendaele_Riik_Claus_Niel_Claus

STERCK. Hoe ver reikt jullie dienstverlening?

Rik: “Vroeger leverden we de schone producten in bulk aan en stond het ziekenhuis zelf in voor de verspreiding naar de verschillende afdelingen, nu leveren onze mensen die tot op de juiste afdeling. We staan zelfs in voor de geautomatiseerde bevoorrading, waarbij verpleegkundigen en dokters met hun badge aan een automaat een werkbroek en -hemd kunnen ophalen.”

Niel: “Vanuit onze innovatiedrang hebben we het serviceniveau telkens verhoogd, maar wordt dat op de duur ook verlangd. Dat blijkt uit de almaar uitgebreidere lastenboeken die de ziekenhuisverantwoordelijken uitschrijven bij aanbestedingen. Hoe meer je in je initiële offerte opneemt, hoe sneller dat wordt overgenomen in zo’n lastenboek. Het voordeel is: als je de bedenker van die innovatie bent, geeft je dat een voorsprong op de concurrentie.”

Marsmannetjes

STERCK. Hoeveel versnellingen hebben jullie hoger geschakeld door corona?

Greg: “We hebben serieus op het gaspedaal moeten duwen. Plots verhoogden de wasgoedvolumes gigantisch, wat zeker in de beginfase toch voor wat praktische uitdagingen zorgde. Bovendien konden noch de ziekenhuizen, noch de overheid ons nuttige informatie geven over hoe we die ‘coronawas’ moesten behandelen. We kozen al snel voor een aanpak om die apart te houden en te bewerken.”

Hoe meer je in je initiële offerte opneemt, hoe sneller dat wordt overgenomen in een lastenboek.

Rik: “Zeker bij onze medewerkers die de was moesten ophalen, zat de schrik er goed in. Ook de mensen die verantwoordelijk zijn voor het voorsorteren, hadden veel angst om zelf het virus op te lopen. Daarom hebben mijn echtgenote, Niel, ikzelf en enkele kaderleden het voortouw genomen door zelf dat sorteerwerk op ons te nemen. We leken wel op marsmannetjes door de talrijke extra bescherming die we hadden voorzien: haarnetjes, een grote bril, FFP2-mondmaskers, lange handschoenen en een beschermende schort. Toen onze medewerkers na verloop van tijd zagen dat wij niet besmet waren, durfden ze letterlijk ook de handschoen opnemen. Tot op vandaag werken 15 van onze mensen in dergelijke ‘astronautenpakken’. We hebben niet kunnen vermijden dat er ook bij ons een aantal besmettingen opdoken, maar dat is zeer binnen de perken gebleven. Het was dus vooral de manipulatie die aan het wasproces voorafgaat, die ons zorgen baarde. Onze wasprocedures zelf zijn ‘waterdicht’ en beantwoorden aan de strengste hygiënische normen.”

Niel: “Zeker in het voorbije jaar is gebleken dat wij echt wel bij de essentiële beroepen horen. We droegen de grote verantwoordelijkheid om zorgpersoneel just-in-time te voorzien van gegarandeerd gedecontamineerde werkkledij.”

STERCK. Wat hebben jullie gedaan om die aanzienlijk hogere werkdruk het hoofd te bieden?

Greg: “Eigenlijk moesten we eerst veel aandacht besteden aan preventie. Naast de gekende maatregelen hebben we ook bubbels binnen ons bedrijf gecreëerd, onder meer ook om kruisbestuiving tussen de verschillende shiften te vermijden.”

Derde generatie

Sinds ruim zes jaar is ook de derde generatie actief in de wasserij. Niel Claus: “Mijn ouders hebben me nooit in die richting gepusht, integendeel zelfs. Na er lang over te hebben nagedacht, hakte ik de knoop door om het wél te doen. Een goede beslissing, want ik voelde me vanaf dag één thuis. Intussen leerde ik het bedrijf in al zijn geledingen kennen, behartig ik de verkoop en ben ik operationeel verantwoordelijke voor de tweede site in Komen. Mijn vader focust zich op het technisch-innovatieve luik, terwijl moeder Sabine verantwoordelijk is voor de klantenopvolging en de optimalisering van de productie. Greg kwam er dik een jaar geleden bij als de rechterhand van mijn ouders: hij is vooral bezig met de meeste administratieve processen en de financiën.”

Rik: “Om onze medewerkers te belonen voor de fenomenale inspanningen die ze hebben geleverd, hebben we hen in rustiger momenten getrakteerd op soep, dessert en frietjes. We vonden dat ook nodig: de witte sector zelf kreeg het voorbije jaar terecht veel bloemetjes toegeworpen, maar ook in ondersteunende diensten zijn huzarenstukjes verricht om alles zo veilig, efficiënt en gezond mogelijk te laten verlopen. We hebben regelmatig ook beroep gedaan op interimkrachten om de hevigste pieken goed op te vangen. Het is voor iedereen hoog tijd dat de situatie normaliseert.”

STERCK. Wat heeft voor de hevigste piek gezorgd?

Rik: “De grootste toename kwam eigenlijk vanuit de woonzorgcentra. Normaal doen wij de was van 30 à 40% van de bewoners, terwijl die van de andere residenten door hun familieleden wordt gedaan. Omdat de bewoners lange tijd geen bezoek mochten ontvangen, kregen wij plots al die was te verwerken. Zeker in de beginfase moesten we alle zeilen bijzetten om dat aan te kunnen.”

Greg: “Gelukkig kunnen we, naast de medewerkers op onze eigen payroll, ook rekenen op de diensten van circa 50 mensen in maatwerkbedrijf Optima T uit Lichtervelde. Zij staan ons bij voor de verwerking van ‘kleingoed’ (washandjes, schotelvodden en ander functioneel klein textiel): sorteren, kwaliteitscontrole en bundelen nadat wij alles hebben gewassen en gedroogd. Het illustreert hoe belangrijk wij maatschappelijk verantwoord ondernemen vinden. Dat vertaalt zich ook op ecologisch vlak, met forse inspanningen in functie van water-, elektriciteits- en gasbesparing.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels