Technologisch meesterschap creëert vliegwiel voor groei

De industrie, windmolenparken, andere kritische infrastructuur: ze hebben allemaal nood aan professioneel uitgebouwde digitale platformen, die beantwoorden aan vaak erg strenge normeringen. De lat ligt dus erg hoog, maar het team van e-BO Enterprises springt er gezwind over. De brede en diepe competenties van de West-Vlaamse specialist zijn intussen ook over de grenzen genoegzaam bekend. “Onze expertise in offshore fungeert als ideale ijsbreker om ons ook in het buitenland sterk te profileren.”

Als industrieel ingenieur elektronica bouwde Christophe Dhaene in het beginstadium van zijn carrière al veel ervaring op bij bekende bedrijven zoals Barco en Bekaert (Delaware). Toen rond de eeuwwisseling SAP opkwam en tegelijk in Ieper Flanders Language Valley ontstond, zette hij de stap naar zelfstandigheid en hield e-Business Opportunities boven de doopvont.

“Naast consultancy, legden we ons in die eerste jaren vooral toe op de installatie van netwerken en oplossingen voor telecommunicatie”, duidt hij. “2008 was een belangrijke mijlpaal: we voerden toen ettelijke uitdagende projecten uit bij industriële bedrijven – onder meer in opdracht van Fabricom – en vertaalden onze knowhow naar het security-platform eboVision, waarmee je van op afstand toegang kreeg tot en controle over kritische apparatuur. In dezelfde periode voerden we onze eerste projecten uit bij windmolenparken (onder meer bij C-Power), radarcentrales en zogenaamde ‘kunstwerken’, zoals bruggen en sluizen. De services die we voor die platformen aanboden, leverden recurrente inkomsten op. In 2011 lagen die inkomsten voor het eerst hoger dan de kosten die we daarvoor maakten. Het was de start van een sterkere groei, die jaarlijks procentueel vlot dubbele cijfers haalde.”

Voorsprong

STERCK. Waaraan danken jullie dat?

Christophe Dhaene: “De competenties die we hebben opgebouwd in kritische infrastructuur, bieden een enorme toegevoegde waarde. Onze systemen voor de industrie, maar ook voor de ‘public safety’-markt (brandweer, gevangenissen, politie, defensie,…) zijn erg gegeerd. Bovendien hebben we op de offshore-markt een stevige voorsprong opgebouwd, omdat België een pionier in deze sector is. De knowhow en ervaring die we daarin verzamelden, resulteren in diensten en netwerken die nu onder meer ook in andere Europese landen en in Azië een sterke vraag kennen.”

STERCK. Hoe sterk staan jullie tegenover concurrenten in deze nichemarkt?

Dhaene: “Tegenwoordig leveren we jaarlijks twee projecten voor windmolenparken op, wat resulteert in een leidende marktpositie: in België deden we 100% van de projecten, in buurlanden Frankrijk, Nederland en Duitsland respectievelijk 40%, 50% en 30%. Inmiddels krijgen we ook in de Baltische staten voet aan de grond. Het was onze ambitie om in de Verenigde Staten van start te gaan, maar we gaan die plannen opbergen tot er een andere president aan de macht is. Geen nood: we hebben echt wel werk genoeg.”

STERCK. Hoe komt het dat jullie ook in het buitenland zoveel projecten voor windmolenparken behartigen?

Dhaene: “Het zijn projecten die extra kennis inzake operationele technologie vergen. Die knowhow is eigenlijk vooral in vijf landen aanwezig: België, Nederland, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Daardoor is het speelveld relatief beperkt. Voeg daar ons referentielijstje en de hoge kwaliteitsdrempel die je moet overschrijden aan toe, en je beseft dat we vrij uniek zijn in deze markt. De reglementering is enorm strikt en je moet de timing minutieus respecteren. Voor elke dag vertraging, draai je financieel op voor de gevolgen. De apparatuur moet robuust zijn en continuïteit waarborgen. Het gaat om projecten op een grote oppervlakte, zonder bemanning: de aansturing gebeurt volledig vanuit controlekamers.”

Sterkere focus

STERCK. Hoe fel is jullie organisatie de voorbije jaren geëvolueerd?

Dhaene: “In 2011 hebben we het operationele luik en de engineering van elkaar gescheiden, waardoor we beter gewapend waren om de organische groei te kunnen bolwerken. Eigenlijk hebben we al die jaren amper prospectie moeten doen, we hadden de luxe dat klanten spontaan de weg naar ons vonden. Toch beseffen we dat we niet op onze lauweren mogen rusten. Vanaf 2018 hebben we meer geïnvesteerd in marketing, onze competenties verduidelijkt en ons helder gepositioneerd. Intussen hebben we onze structuur ook geprofessionaliseerd, met aparte entiteiten voor HR, marketing en productmanagement. Zo zijn we beter voorbereid om internationaal verder door te breken.”

STERCK. Is jullie doelgroep even breed als jullie expertise?

Dhaene: “We werken intussen ook meer gefocust. Waar we vroeger in principe iedereen bedienden, mikken we nu vooral op de industrie, brandweer, defensie en de offshore-markt. Het voordeel van de diversificatie is dat we elke crisis die op ons pad is gekomen (de bankencrisis, corona,…) vlot hebben kunnen weerstaan. Toen veel ondernemingen in 2008 de vinger op de knip hielden, bleven aanbestedingen doorgaan en realiseerden we in de ‘public safety’ veel projecten. Het nadeel van veel openbare projecten te doen, is de enorme administratieve rompslomp die ermee gepaard gaat: we hebben nood aan 1,5 FTE om alle additionele overheidsrapportering te behartigen.”

“Tijdens de pandemie hadden we het geluk dat we tot de essentiële diensten behoren, waardoor we onze orderportefeuille konden afwerken.”

STERCK. Door de jaren heen is e-BO gegroeid tot circa 160 mensen. Hoe hebben jullie zich daarop aangepast?

Dhaene: “Er zijn een aantal kritische drempels waarop je moet anticiperen: + 20 mensen, + 60 mensen, + 100… De professionalisering van de structuur was noodzakelijk, maar we moeten al die mensen natuurlijk ook kunnen plaatsen. Toen we in 2014 het gelijkvloers en de eerste verdieping van ons huidige gebouw in Ieper in gebruik namen, hadden we nooit verwacht om amper een halfjaar later al de tweede verdieping te moeten inrichten. Intussen is ook de refter omgebouwd tot een bureauruimte en zullen we nog een toren aanbouwen. De plannen zijn klaar, maar we moeten wachten met de uitvoering tot de ondertunneling van de Noorderring ter hoogte van de Pilkemseweg klaar is, wat nog even kan duren. Vermoedelijk zullen we de tijdelijke nood aan extra kantoorruimte opvangen met containers.”

Oostende

STERCK. Hoe belangrijk was het om in Oostende een tweede vestiging te openen?

Dhaene: “We willen dichtbij onze klanten zijn. Aangezien de offshore-markt zo belangrijk voor ons is geworden, was Oostende een logische keuze. We waren de eersten om te bouwen in het Ostend Science Park, waar alleen bedrijven terecht kunnen met activiteiten die een directe link met de offshore-markt hebben. Nu zijn hier al 70 mensen aan de slag, in totaal kunnen we er zowat 120 huisvesten. In tegenstelling tot Ieper, hebben we hier nog uitbreidingsmogelijkheden: er loopt een optie om ook de grond naast ons gebouw te kunnen benutten. Zowel in Ieper als in Oostende hebben we trouwens geïnvesteerd in labo’s en testruimten, zodat we kunnen nagaan hoe performant de integratie van de systemen zijn voor we ze daadwerkelijk gaan installeren.”

“In Oostende beschikken we ook over een aantal loodsen waar we de assemblage voor OT-netwerken (operationele technologie), vooral voor windturbines, verzorgen. Eenmaal het prototype door de klant is gevalideerd, gaan we over tot die assemblage, waarvoor we samenwerken met maatwerkbedrijven. Op die manier ondersteunen we ook de sociale economie.”

Als je je bewezen hebt in de offshore-markt, kan je in principe overal terecht.

STERCK. Opvallend: e-BO is 100% organisch gegroeid. Nooit overwogen om overnames te doen?

Dhaene: “Er hebben al enkele opportuniteiten ons pad gekruist en we hebben ook zelf het kapitaal hiervoor, maar tot nu toe zijn we daar niet op ingegaan. We zijn financieel gezond en onafhankelijk en willen dat ook blijven. De recurrente inkomsten, die zowat 60% van onze omzet uitmaken, fungeren als ons vliegwiel. Momenteel halen we maandelijks zowat 1,8 miljoen euro op die manier binnen, de ambitie is om tegen 2028 te evolueren naar 2,5 miljoen. Tegelijk blijven we 25% van onze inkomsten in onze engineeringafdeling investeren. Die levert regelmatig innovaties op, zoals software voor de controlekamers van windmolenparken. We hebben alles in huis om op relatief korte termijn ook in andere sectoren de juiste digitale transformatie voor kritische infrastructuur te ontwerpen en te leveren. Als je je bewezen hebt in de offshore-markt, kan je in principe overal terecht.”

STERCK. Tot slot: hoe uitdagend is het om nieuwe mensen te vinden die voldoen aan de hoge eisen die klanten aan jullie stellen?

Dhaene: “Mensen die bij ons werken, zijn begeesterd door technologie en hebben de ambitie om bij te studeren. Ze komen vaak in speciale omgevingen en doen in pakweg drie jaar de ervaring op waar je in andere bedrijven tien jaar voor nodig zou hebben. Tegelijk leeft hier een prettige vibe, wat resulteert in veel gezamenlijke activiteiten. Het draagt allemaal bij tot een hoge retentie. Daar zijn we erg gelukkig mee, zeker omdat het inderdaad niet eenvoudig is om de juiste mensen te vinden. We moeten onze talrijke certificaties blijven verdienen en krijgen zoveel externe audits dat het eigenlijk een gezonde attitude is geworden om daar erg professioneel mee om te gaan. Het is één van de redenen waarom we alle vertrouwen hebben in nog eens 25 uitstekende jaren.”